Contactpersoon
-
Datum
23 mei 2005
Ons kenmerk
DGTL 05.003270
Doorkiesnummer
-
Bijlage(n)
1
Uw kenmerk
-
Onderwerp
Contourennota Borging Nationale Belangen Mainport Rotterdam
Geachte voorzitter,
Tijdens het Algemeen Overleg van 17 november 2004 over het Bestuursakkoord
PMR is van verschillende zijden verzocht om een toelichting en
concretisering van de borging van nationale publieke belangen voor zover
het gaat om de exploitatie van de Rotterdamse haven. In reactie op dit
verzoek heb ik een Contourennota inzake de borging van de publieke belangen
bij de Rotterdamse haven aangekondigd. Deze doe ik u hierbij, mede namens
de ministers van Financiën, en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer, en de staatssecretaris van Economische Zaken, toekomen.
Deze nota is tot stand gekomen in samenwerking tussen de Rijkspartners, de
gemeente Rotterdam en het Havenbedrijf Rotterdam NV (HbR). Zo is het
mogelijk geweest een meer compleet beeld van de borgingsarrangementen ten
aanzien van de publieke belangen te schetsen.
Voor de haven van Rotterdam zijn vier groepen van nationale publieke
belangen gedefinieerd. Daarbij is aangesloten bij diverse noties die door
het kabinet in andere sectoren worden gehanteerd. Het gaat bij de
Rotterdamse haven om het belang van:
continuïteit en kwaliteit van de haven Rotterdam als vitale schakel in de
mainport;
efficiënte marktverhoudingen (eerlijke mededinging en vrije markttoegang);
en
nautische veiligheid; en
duurzaam ruimtegebruik.
In het licht van deze publieke belangen is in bijgaande Contourennota
bezien welk borgingsinstrumentarium reeds voor handen is. Vervolgens is de
vraag beantwoord of, en zo ja wat, er aanvullend moet worden geregeld om de
nationale publieke belangen adequaat te borgen.
In samenwerking met de gemeente Rotterdam en HbR is het Rijk tot de
conclusie gekomen dat, los van marktordeningaspecten, het huidige publieke
kader met aanvullende afspraken afdoende mogelijkheden biedt om, zonder
nieuwe wetgeving, de nationale publieke belangen duurzaam veilig te
stellen. Dit mede in het licht van het voornemen van het Rijk als
aandeelhouder toe te treden tot het HbR N.V..
De bovenstaande conclusie laat onverlet dat zowel Rijk als gemeente zich
bewust zijn dat, hoewel de borgingsarrangementen op hoofdlijnen staan, deze
op een aantal punten verder uitgewerkt dienen te worden. Tegen deze
achtergrond is in de bijgevoegde Contourennota een beleidsagenda opgenomen.
De uitwerking hiervan zal in nauwe samenwerking met de gemeente Rotterdam
(en HbR) plaatsvinden.
Aan de Raad van Verkeer en Waterstaat wordt gevraagd om een second opinion
te geven over de vraag of de publieke belangen rond de mainport Rotterdam
met het geschetste borgingskader en de voorgenomen beleidsagenda voldoende
zijn geborgd. Deze second opinion zal u voor het einde van dit jaar worden
toegezonden, samen met een rapportage over de voortgang van de uitvoering
van de beleidsagenda.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Karla Peijs
Ministerie van Verkeer en Waterstaat