Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Contactpersoon

-
Datum
31 mei 2005
Ons kenmerk
DGP/SPO/U.05.01355
Doorkiesnummer

-
Bijlage(n)

1
Uw kenmerk

-
Onderwerp
Kamervragen

Geachte voorzitter,


1. Kunt u aangeven wat op dit moment de stand van zaken is met betrekking tot de kwalitatieve en de kwantitatieve verbetering van onbewaakte fietsenstallingen bij de stations in relatie tot het project Ruimte voor de Fiets en tot de bijzondere projecten bij de HSL-stations? Wat is uw mening over de voortgang? Kunt u in uw antwoord

alle afzonderlijke projecten binnen dit kader benoemen?


1. Per september vorig jaar is het programma Ruimte voor de fiets herstart, waarin zowel bewaakte als onbewaakte stallingen met capaciteitstekorten worden uitgebreid en verbeterd conform de kwaliteitseisen zoals gesteld in de beleidsnotitie "Met de fiets naar de trein". In totaal waren eind 2004 243 locaties omgebouwd. De planning is dat in 2005 ongeveer 40 stallingen zullen worden omgebouwd. Voor een overzicht van locaties met een geprognosticeerde einddatum verwijs ik naar bijlage 1. Voor wat

betreft de afzonderlijke stallingen bij de HSL-stations worden afspraken gemaakt in de afzonderlijke uitvoeringsovereenkomsten. Kwalitatief voldoen alle stations die worden aangepakt in het kader van Ruimte voor de fiets of in het kader van MIT-projecten vanaf eind 1997 aan de eisen zoals gesteld in de beleidsnotitie "Met de fiets naar de trein".


2. Kunt u per station aangeven wanneer u verwacht dat de capaciteit voldoende is om alle reizigers een gratis fietsparkeerplaats aan te bieden?


2. In de beleidsnotitie "Met de fiets naar de trein" is gesteld dat bij ieder station zowel vaste als incidentele reizigers hun fiets zowel beveiligd als onbeveiligd kunnen stallen. Het is niet de bedoeling om alle reizigers een gratis fietsparkeerplaats aan te bieden. Wel is het doel om op ieder station voldoende capaciteit te bieden om zowel aan de vraag naar bewaakte als aan onbewaakte plaatsen te voldoen. Conform het plan van aanpak Ruimte voor de fiets zal dit pas in 2010 voor het hele land gelden. Ik verwijs naar de bijlage voor een overzicht van de locaties en de geprognosticeerde einddatum.


3. Kunt u aangeven wat het belang van het gratis stallen van fietsen is voor de vervoersaantallen van de spoorwegen? Kunt u ook aangeven wat de consequenties voor de vervoersaantallen van de spoorwegen zullen zijn als de capaciteit van de fietsenstallingen niet uit zal breiden?

3. Eén op de drie treinreizigers komt op de fiets naar het station en één op de tien pakt na de treinreis de fiets om op de plaats van bestemming te komen. Over de correlatie van het aantal stallingsplaatsen voor de fiets en de vervoersaantallen van de spoorwegen zijn geen gegevens bekend.


4. Bent u op de hoogte van het feit dat de politie bij station Rotterdam Centraal verkeerd geplaatste fietsen die niet in de weg staan maar waarvoor op dit moment onvoldoende capaciteit in de fietsenstallingen is, dreigt weg te slepen? Wat is uw mening hierover?

4. Ik ben op de hoogte van het feit dat in stationsgebieden zonder handhavingsbeleid het aantal zwerffietsen en weesfietsen op kan lopen tot 10%. Veel gemeenten han-teren dus een beleid om zwerf- en weesfietsen te verwijderen. Dit is uiteraard in het belang van de capaciteit. ProRail maakt in het kader van Ruimte voor de fiets afspraken met de gemeenten over de reeds omgebouwde stallingen om te voorkomen dat de capaciteit opgeslokt wordt door zwerf- en weesfietsen. Het is de bevoegdheid van de gemeenten hoe om te gaan met handhavingsbeleid voor fietsparkeren bij stations.


5. Deelt u de mening dat het onwenselijk voor het openbaar vervoer is als de stations per fiets onbereikbaar worden? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen? Zo neen, waarom niet?

5. Het is mijn mening dat het onwenselijk is als stations per fiets onbereikbaar worden. Volgens de beleidsnotitie "Met de fiets naar de trein" wil Verkeer en Waterstaat

immers de combinatie van fiets en trein stimuleren. In de nota mobiliteit is gesteld dat decentrale overheden goede fietsvoorzieningen moeten bieden. De Rijksoverheid creëert hiervoor randvoorwaarden, zoals middels het programma Ruimte voor de fiets, waardoor fietsenstallingen bij stations worden uitgebreid en verbeterd.


6. Bent u bereid om in overleg met de desbetreffende gemeenten te treden om te voorkomen dat fietsen weggesleept worden zolang de capaciteit van de gratis stationsfietsenstallingen onvoldoende is? Zo ja, hoe gaat u dit doen? Zo neen, waarom niet?

6. Zoals gesteld in het antwoord op vraag 4 is het van groot belang voor de capaciteit dat zwerf- en weesfietsen worden verwijderd bij alle stationsstallingen. Daarnaast is het handhavingsbeleid voor fietsparkeren de bevoegdheid van de gemeenten. Het is niet de rol van Verkeer en Waterstaat om hierover met gemeenten in overleg te treden.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

Karla Peijs