Gemeente Utrecht

L.S.

Hierbij een correctie in de collegeberichten. In de annotatie over het bestemmingsplan Lunetten (hieronder punt 2) staat dat het plan zes weken ter inzage gaat. Dit is niet juist, het moet zijn VIER weken.

Met vriendelijke groeten,

Bestuurscommunicatie Stadhuis Utrecht

Toelichting op besluiten van het college van burgemeester en wethouders

Persconferentie naar aanleiding van de collegevergadering om 16.00 uur in de perskamer van het stadhuis.


1. Wgr-plus status Naar verwachting zal in de tweede helft van 2005 de 'Wijzigingswet gemeenschappelijke regelingen-plus' (Wgr-plus), als opvolger van de Kaderwet, in werking treden. Deze wet regelt de instelling van regionale openbare lichamen, zogenaamde 'Plusregio's'. Het gaat hierbij om een gemeenschappelijke regeling die, met het oog op de oplossing van de regionale afstemmingsproblematiek, wordt ingesteld in een gebied met stedelijke kenmerken. Op basis van de inhoudelijke uitdagingen waarvoor de regio Utrecht de komende jaren staat, is het wenselijk dat de gemeente Utrecht onderdeel blijft uitmaken van een niet-vrijblijvend, regionaal samenwerkingsverband met een directe toedeling van taken en middelen. Hoewel er geen verplichting in de wet is opgenomen om de gewenste voortzetting van de samenwerking kenbaar te maken, is het wenselijk dat de stad Utrecht - als kern in het stadsgewest - hiertoe een signaal afgeeft.


2. Bescherming archeologische waarden Lunetten Het ontwerp bestemmingsplan Lunetten is op verzoek van de Provinciale Planologische Commissie afgestemd op het Verdrag van Malta, dat bescherming en behoud van archeologische waarden nastreeft. De loop van de Oud Wulverbroekwetering en het Oude Houtense pad zijn nu in het ontwerpbestemmingsplan als archeologisch waardevol gebied opgenomen. Hetzelfde geldt voor het stroomgebied van de (Kromme) Rijn. In deze gebieden zijn oude sporen van bewoning te verwachten. In deze gebieden is bouwen alleen mogelijk na het verkrijgen van vrijstelling en een aanlegvergunning.

Het conserverende karakter van het nieuwe bestemmingsplan is versterkt. Zo zijn ook de laatste ontwikkelingsmogelijkheden uit het plan geschrapt. Het betreft onder meer de locaties Furkaplateau (herinrichting), Karawanken (invullen van groenlocatie met een maatschappelijke bestemming), Kampereiland (ROC-locatie), Musketon (toevoeging horeca), Frans Lunetten (opwaardering) en Naschoolse Opvang "Maan" (uitbreiding). Op korte termijn is onvoldoende duidelijk wanneer deze ontwikkelingen plaatsvinden. Om de totstandkoming van een nieuw bestemmingsplan niet nog langer op te houden, is besloten hier niet op te wachten. Verder zijn in het ontwerpbestemmingsplan begripsbepalingen, (op onderdelen) de toelichting en de voorschriften en de plankaart aangepast.

Nu het college van burgemeester en wethouders heeft ingestemd met deze wijzigingen en aanpassingen wordt het ontwerp bestemmingsplan Lunetten vier weken lang ter inzage gelegd. Vervolgens zal het ter vaststelling naar de gemeentraad worden gestuurd.


3. Transferium Lage Weide stap dichterbij Bij het toekomstig station Lage Weide zal een transferium worden gerealiseerd met 450 parkeerplaatsen en een transferruimte voor touringcars. Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten akkoord te gaan met het Voorlopig Ontwerp van het transferium en het vrij te geven voor inspraak. Het transferium Lage Weide zal komen te liggen aan de westzijde van de spoorlijn tussen Utrecht en Amsterdam en aan de noordzijde van de Plutoniumweg. Het transferium zal in het geheel op maaiveldniveau komen te liggen. Een deel van het transferium is bedoeld voor touringcars die momenteel het Jaarbeursplein gebruiken om reizigers op te halen en af te zetten. Met het nieuwe transferpunt hoeven deze bussen niet meer de stad in te rijden. De Randstadspoorhalte Lage Weide zal voor een snelle treinverbinding zorgen tussen het transferium en de stad. De ontwikkeling van transferia aan de rand van de stad maakt deel uit van het beleid van de gemeente Utrecht ter verbetering van de bereikbaarheid van de stad. Automobilisten worden goede alternatieven aangeboden door goedkope parkeerplaatsen aan de rand van de stad te realiseren en door te zorgen voor snelle OV-verbindingen. Zo leveren transferia ook een bijdrage aan de leefbaarheid van de binnenstad en de omliggende wijken. Inspraak op het Voorlopig Ontwerp is mogelijk van 6 juni tot en met 4 juli a.s. Inspraakreacties worden waar mogelijk en wenselijk verwerkt in het Definitief Ontwerp van het transferium. De bedoeling is dat transferium Lage Weide in 2007 wordt opengesteld. In dat jaar wordt ook de nieuwe verbindingsweg van de A2 naar Lage Weide in gebruik genomen.


4. Draagvlakmeting invoering betaald parkeren in delen wijk Nieuw Engeland-Oost In het oostelijk deel van de buurt Nieuw Engeland zal begin juni een draagvlakonderzoek over de invoering van betaald parkeren worden uitgevoerd. Het college van burgemeester en wethouders besloot hiertoe naar aanleiding van een groot aantal meldingen van de grote parkeerdruk in dit deel van de wijk. Het draagvlakonderzoek vindt plaats in het gebied waar nog geen betaald parkeren is ingevoerd. Het verspreidingsgebied van de vragenlijsten wordt begrensd door de Daalsetunnel (zelf niet inbegrepen); de noordzijde van de Vleutenseweg; de denkbeeldige lijn Bosboom Toussaintstaat/Van Lennep Dwarsstraat en het oostelijk gedeelte van de Cremerstraat. Onder alle huishoudens, bedrijven en instellingen in deze buurt zal een vragenlijst worden verspreid waarop aangegeven kan worden of men voor of tegen betaald parkeren is. Bij voldoende draagvlak kan in Nieuw Engeland-Oost in de loop van het vierde kwartaal van dit jaar betaald parkeren worden ingevoerd.


5. Wijkverkeersplan Leidsche Rijn Om de verkeersveiligheid in Leidsche Rijn te verbeteren is in samenwerking met bewoners een wijkverkeersplan opgesteld. Maatregelen die in dit wijkverkeersplan worden voorgesteld zijn onder andere de aanleg van verkeersremmende maatregelen op de Akkrumerraklaan (de zogenoemde punaise), 't Zand en de Monnikeraklaan (verkeersdrempels), de aanleg van een voetgangersoversteek en voetpaden bij Kindercluster Voorn en de realisatie van parkeervakken en een extra verkeersdrempel op de Damraklaan. Daarnaast wordt in het wijkverkeersplan voorgesteld fietsstroken aan te leggen op de Groenewoudsedijk en parkeervakken te realiseren op de Melissekade waar ook eenrichtingsverkeer zal worden ingesteld. Het college van burgemeester en wethouders heeft het concept wijkverkeersplan Leidsche Rijn goedgekeurd en vrijgegeven voor inspraak. De verbeterpunten uit het wijkverkeersplan zijn naar voren gekomen uit een inventarisatie van knelpunten die samen met de bewoners is opgesteld. Omdat er niet voldoende geld is om direct alle knelpunten aan te pakken, zijn de verkeersmaatregelen in overleg met de bewoners geprioriteerd. Het wijkverkeersplan is dan ook een leidraad voor toekomstige projecten. Na de inspraakprocedure neemt het college van burgemeester en wethouders een definitief besluit over het wijkverkeersplan Leidsche Rijn.


6. Utrecht onverminderd actief met integratie De gemeente spant zich op allerlei terreinen onverminderd in om de integratie en de positie van allochtonen te bevorderen. Het afgelopen jaar zijn hierbij geen drastische koerswijzigingen in het beleid ingezet. Deze conclusie kan getrokken worden uit de eerste actualisatie van het beleidsschema 'Een mix aan Utrechters'.

In dit schema staat een overzicht van de inspanningen van de gemeente op de beleidsterreinen waar in 2003 knelpunten zijn geconstateerd. Deze knelpunten bleken uit het onderzoeksrapport 'Een mix aan Utrechters'. Het eerste beleidsschema met een overzicht van de aanpak van de knelpunten is begin 2004 in de raad besproken en aangepast. Toen is besloten dat elk jaar een nieuwe stand van zaken gemaakt zou worden. Dat is nu voor de eerste maal gedaan. Uit het overzicht blijkt dat in 2004 veel nieuwe activiteiten en projecten zijn gestart. Voorbeelden zijn: E-learning (een combinatie van taalles en zelfstudie met de computer) en het experiment Lokaal Maatwerk Overvecht (bij voorrang toewijzing van woningen aan mensen die willen investeren in verbetering van het leefklimaat).

Dit jaar starten nog meer nieuwe projecten, zoals het opstellen van een participatieagenda samen met de PAVEM-commissie om taalachterstand bij vrouwen aan te pakken. Het Onderwijs Internetcafé, dat in Kanaleneiland loopt, zal dit jaar ook in Hoograven van start gaan. Voor een vervolg van cultuurprojecten is een aanvraag gedaan bij het betreffende ministerie. Er komt, op grond van de Kinderpeiling sport 2004, de komende jaren meer geld voor sportstimulering in wijken met veel allochtone jongeren.

In 2004 is een aantal projecten afgerond, zoals Hoograven aan Zet. De activiteiten van dit project gaan wel zoveel mogelijk door, maar dan georganiseerd door de bewoners zelf en/of door de wijkwelzijnsorganisatie. Ook Wijk in Bedrijf in Hoograven is afgerond; Wijk in Bedrijf Westflank gaat met dezelfde doelstelling door. Het pilotproject Wereldschool is ook afgesloten met de intentie om door te gaan en ieder jaar meer scholen te betrekken. Sommige projecten moesten stoppen als gevolg van veranderingen in rijksbeleid, zoals het Taalondersteunersproject TOP.

Ten slotte kan voor 2004 niet onvermeld blijven dat na de moord op Theo van Gogh in november in de stad veel initiatieven van bewoners(groepen) zijn ontstaan om de dialoog tussen bevolkingsgroepen aan de gang te houden en te verbeteren. De gemeente heeft daaraan ook een bijdrage geleverd door o.a. bijeenkomsten te organiseren.


7. Wijkbureaus Oost en Noordoost samengevoegd De wijkbureaus Noordoost en Oost worden samengevoegd. De gemeente gaat op zoek naar geschikte huisvesting waarin tevens ruimte is voor gemeentelijke diensten en maatschappelijke partners. Het college streeft naar een samengevoegd wijkbureau dat zich op een aantrekkelijke en centrale locatie in het nieuwe verzorgingsgebied bevindt. In beide wijken zullen in elk geval gemeentelijke informatiepunten blijven bestaan. Deze loketten worden gecombineerd met een publieksbalie van gemeentelijke of maatschappelijke partners, zoals de bibliotheek, een zorginstelling of welzijnsorganisatie.

Het huidige niveau van dienstverlening aan burgers, ondernemers en wijkraden blijft gehandhaafd. Er blijven twee wijkraden bestaan. Door het wijkbureau en de baliefunctie te delen met andere maatschappelijke partners streeft het college naar meer herkenbaarheid en het onder één dak brengen van voor de burger belangrijke diensten. Door de schaalvergroting is bovendien minder ambtelijke coördinatie nodig. Daardoor kunnen gemeentelijke diensten hun wijkgerichte capaciteit beter inzetten voor de burgers in de wijk. Het college ziet ook efficiencyvoordelen in het samenvoegen van de wijkbureaus. De bezetting van het wijkbureau zal zo zijn dat het huidige niveau van dienstverlening blijft gehandhaafd.

De beide wijkraden hebben hun zorgen geuit over de dienstverlening en het college gevraagd deze tenminste op het huidige niveau te handhaven. Tevens drongen zij aan op een centrale en goed bereikbare locatie, wanneer samenvoeging onvermijdelijk is. Het college komt aan deze twee punten tegemoet. De wethouder wijkgericht werken heeft beide wijkraden voorafgaand aan de besluitvorming om advies gevraagd. Ook in de nieuwe situatie kunnen zij blijven vergaderen in het wijkbureau en blijven zij daarbij ondersteuning krijgen van het wijkbureau.

Vleuten-De Meern en Leidsche Rijn behouden wijkbureaus Het wijkservicecentrum Vleuten-De Meern en het wijkbureau Leidsche Rijn blijven gehandhaafd op de huidige locaties. Voor Leidsche Rijn geldt dat tenminste tot 2010 (de gehele komende collegeperiode) en voor Vleuten-De Meern ook daarna. De belangrijkste argumenten voor het college zijn dat de locaties geschikt en goed bereikbaar zijn voor publiek, voldoende parkeergelegenheid bieden en dat beide wijkcentra tot tenminste 2010 prima voldoen. Bovendien is de onderlinge afstemming zowel ambtelijk als bestuurlijk recentelijk verder verbeterd, waarbij ook de wijkraden een nadrukkelijke rol spelen. Daarnaast rechtvaardigt de omvang van het gebied Vleuten-De Meern en Leidsche Rijn en het aantal inwoners daar (ca. 50.000 inwoners per wijk) het voortbestaan van beide wijkcentra. Voor handhaving van wijkservicecentrum Vleuten-De Meern ook na 2010, pleit voor het college de gewenning van de bewoners van Vleuten-De Meern aan hun wijkservicecentrum en de wens om investeringskosten veilig te stellen en verplaatsingkosten uit te sparen. Het college heeft verder besloten dat de gehanteerde argumenten vòòr 2010 opnieuw tegen het licht zullen worden gehouden. Wat betreft de locatie van wijkservicecentrum Vleuten-De Meern neemt het college hierop dus een voorschot. Het 'natuurlijke moment' om samenvoeging van wijkcentra te overwegen, komt voor Vleuten-De Meern en Leidsche Rijn zodra de ontwikkeling van Leidsche Rijn zich na 2010 concentreert in de centrale zone rond de A2.

Deze besluiten zijn een vervolg op eerder gepresenteerde resultaten van het onderzoek naar de doelmatigheid van de gemeentelijke organisatie, het Cebeon-onderzoek. Medio 2004 nam het college het principebesluit om het aantal wijkbureaus met twee te verminderen en daarvoor natuurlijke momenten te benutten.