Algemene Onderwijsbond

Twintig jaar basisonderwijs: kwaliteit basisschool flink verbeterd

Algemene Onderwijsbond wil één ministerie voor Educatie

Utrecht - donderdag 9 juni 2005 - Ter gelegenheid van de twintigste verjaardag van de basisschool, heeft de Algemene Onderwijsbond drie prioriteiten vastgesteld voor de komende twintig jaar. "In de afgelopen twintig jaar is veel bereikt. De basisschool is beter dan ooit", zegt Liesbeth Verheggen, bestuurder primair onderwijs van de AOb, "maar we weten dat het nog beter kan." Daarom zijn volgens de onderwijsbond de volgende ontwikkelingen in de komende twintig jaar noodzakelijk: 1. Het Personeel: teamgericht basisonderwijs, goed personeelsbeleid, tijd voor onderzoek en opleiding in de basisschool zelf 2. Het Beleid: één ministerie voor Educatie, dat alles rondom jeugd en jongeren beheer, zaken die nu versnipperd zijn over meerdere ministeries. De voorschool voor kinderen van 2,5 tot 4 jaar moet in elk geval onderdeel worden van de basisschool 3. Het geld: fors investeren in huisvesting, ict en onderwijsmethoden

In augustus 1985 werd in heel Nederland de basisschool ingevoerd. Het plan voor samenvoeging van kleuter- en lagere school was een voorstel van de Nederlandse Onderwijzers Vereniging, een van de voorgangers van de AOb. Twintig jaar later blikt de Algemene Onderwijsbond daarom terug en vooruit. In een special van het Onderwijsblad, het veertiendaags magazine van de AOb, wordt twintig jaar basisonderwijs uitvoerig geëvalueerd. . De kwaliteit is zichtbaat verbeterd. Aanleiding voor de basisschool was het enorme aantal zittenblijvers na de overstap van de kleuterschool naar klas 1. In 1985 lag dat op 11 procent, in 2005 doet 2,4 procent groep 3 over of blijft in groep 2 een jaar extra. De verwijzing naar het speciaal onderwijs is gedaald van 4,8 naar 3,4 procent. Bij lezen steeg Nederland op de internationale ranglijsten van de 21ste plaats naar nummer 2. . Vooral de laatste tien jaar is de kwaliteitsslag gemaakt, toen werd ook fors geïnvesteerd in het basisonderwijs. Voor inflatie gecorrigeerd is het bedrag per leerling in twintig jaar gestegen van 3000 euro naar 3900. De verwachting is dat dat bedrag daalt door de bezuinigingen van het kabinet Balkenende. . Columniste Lachesis beschrijft in een uitvoerig verhaal hoe de kleuterleidsters van destijds eerst "onder de voet werden gelopen" door de goedgebekte vergadertijgers van de lagere school, maar nu hun positie hebben terugveroverd. . De invoering van de basisschool in 1985 ging gepaard met veel verzet vanwege bezuinigingen. De onderwijsbonden, in principe voor, boycotten daarom uiteindelijk de operatie. "Toch heb ik mij nooit bitter uitgelaten over de protesten", zegt voormalig CDA-onderwijsminister Wim Deetman in een interview. "Er veranderde veel, ik vond het onvermijdelijk, maar voor de individuele docent kwam het hard aan." Hij is het niet eens met het beleid van zijn partijgenote Maria van der Hoeven om de gewichtenregeling voor achterstandskinderen aan te pakken, die waardoor zwarte scholen veel formatie verliezen.