Ingezonden persbericht


Kwartaalrapportage I: maart - april - mei 2005

Betreffende de verplaatsing van de dagopvang voor dak- en thuislozen en verslaafden (Dienstencentrum) naar Surinamestraat 1


1. Aanleiding

Het college besloot op 24 februari 2005, nadat de commissie voor Werk, Zorg en Onderwijs hierover positief adviseerde, de locatie Surinamestraat 1 definitief aan te wijzen als locatie voor de dagopvang voor dak- en thuislozen en verslaafden. De commissie Werk, Zorg en Onderwijs verzocht het college per kwartaal te rapporteren over de stand van zaken van de verplaatsing van de dagopvang naar de Surinamestraat.

Dit betreft de eerste rapportage.


2. Wijze van rapporteren

De verplaatsing van het Dienstencentrum valt in verschillende onderdelen uiteen, te weten:
. het beheer van de nieuwe locatie,

. de verwerving/verbouwing van het pand,

. de bestemmingsplanprocedure,

. kwaliteit dienstverlening.

Rapportage vindt plaats over de voortgang van deze verschillende onderdelen. Naast een feitelijke weergave van de stand van zaken zal per onderdeel ook worden ingegaan op het vervolg. Gezien de grote betrokkenheid van en de belangen voor omwonenden en omliggende bedrijven en instellingen zal allereerst een paragraaf gewijd zijn aan de wijze waarop in de afgelopen periode invulling gegeven is aan de communicatie met omwonenden en omliggende bedrijven en instellingen.


3. Communicatie

Na de definitieve besluitvorming werd op 14 maart 2005 een informatieavond voor omwonenden en omliggende bedrijven en organisaties georganiseerd. De informatieavond werd gehouden in het Mondriaancollege aan de Brasserskade. De informatieavond werd bezocht door ongeveer 200 belangstellenden. Op de informatieavond waren burgemeester Verkerk en wethouder Rensen aanwezig om het besluit van het college van Burgemeester en Wethouders over de verplaatsing van het Dienstencentrum toe te lichten en informatie te geven over het vervolg. Tijdens de informatieavond waren ook vertegenwoordigers van de politie, Parnassia/GGZ Delfland, Dienstencentrum Over de Brug, Stichting Maatschappelijke Opvang en de gemeente aanwezig om specifieke vragen van aanwezigen te kunnen beantwoorden. Naar aanleiding van de informatieavond werd een verslag gemaakt en werd ook een lijst met 'veelgestelde vragen en antwoorden daarop' opgesteld. Het verslag en de lijst werden verzonden aan ruim 700 omwonenden, omliggende bedrijven, instellingen en overige betrokken instanties. Op de gemeentesite is de actuele stand van zaken over de verplaatsing van het Dienstencentrum en de nodige achtergrondinformatie te vinden onder: www.gemeentedelft.info/actueledossiers/dagopvang Hierop kunnen geïnteresseerden alle ontwikkelingen volgen en nota's, onderzoeken, verslagen en rapporten opvragen.

De gemeente zal samen met een in te stellen beheerplatform (zie 4.1.2) afspraken maken over hoe er de komende tijd met de buurt gecommuniceerd wordt. Bijvoorbeeld door nieuwsbrieven, rondleidingen etc. De gemeente Delft maakt op basis daarvan een communicatieplan en zorgt voor de uitvoering.


4. Stand van zaken


1. Beheer

4.1.1 Het beheerplan
In het verlengde van het besluit over de verplaatsing van het Dienstencentrum nam het college zich voor om voor deze voorziening een beheerplan op te stellen. Het beheerplan regelt de omgevingsgerichte beheerzaken die bijdragen aan een goede inpassing van het Dienstencentrum in de Surinamestraat en omgeving. Het beheerplan gaat primair over hoe om te gaan met de dreigende overlast en mogelijke onveiligheid. Hoe gaan betrokken partijen om met bijvoorbeeld communicatie tussen de omwonenden en de voorziening (meldpunt, overleg), fysieke knelpunten (straatverlichting, onoverzichtelijke situaties door groen, hangplekken, verkeerssituaties, toegankelijkheid gebied voor hulpdiensten), ongewenst gedrag, toezicht en schoonhouden van de omgeving. De kracht van het beheerplan zit hem in de samenwerking tussen alle betrokken partijen. De doelstelling is een plan dat door zoveel mogelijk, liefst alle, betrokken partijen wordt onderschreven. Het college van Burgemeester en Wethouders stelt het plan uiteindelijk vast.

Het opstellen van het beheerplan wordt voorafgegaan door een nulmeting en een wijkschouw. Om het beheerplan na verloop van tijd te kunnen evalueren is een nulmeting noodzakelijk. In de nulmeting wordt de leefbaarheid en de veiligheid van het beheergebied vòòr de aanwezigheid van de voorziening onderzocht. Onderdeel van de nulmeting is een wijkschouw. Bij de wijkschouw dragen de partijen die zitting zullen nemen in het platform zelf de plekken binnen het beheergebied aan die in termen van leefbaarheid en veiligheid kwetsbaar zijn, of dat na de komst van het Dienstencentrum zouden kunnen worden.

Na de start van de dagopvang wordt de gang van zaken en de uitvoering van het beheerplan gevolgd (monitor). Op grond van deze gegevens worden de uitvoering van het beheerplan en het huishoudelijk reglement periodiek geëvalueerd.

4.1.2 Het Beheerplatform
Om tot een beheerplan te komen stelt de gemeente een beheerplatform in. Het Platform is een overleg tussen partijen onderling en tussen partijen en gemeente en bestaat uit zo'n 15 personen (dat is een werkbare grootte). Deelnemers kunnen zijn: omwonenden, omliggende bedrijven of instanties, beheerder/exploitant, eigenaar van het pand, gemeente en politie. Het Platform is een overleg dat gericht is op overeenstemming. Het Platform adviseert de gemeente. Het voorzitterschap zal door een onafhankelijk voorzitter ingevuld worden, deze wordt gefaciliteerd door de gemeente.

Voor wat betreft de deelname aan het Beheerplatform stelde de gemeente de aanwezigen op de informatieavond op 14 maart in de gelegenheid om zijn/haar belangstelling voor het Beheerplatform kenbaar te maken. Ook in de lijst met veelgestelde vragen werd dezelfde oproep gedaan. Uitgangspunt voor de samenstelling van het Platform is dat de verschillende belangen, gebieden en deskundigheden allen op een goede manier vertegenwoordigd zijn.

4.1.3 Stand van zaken Beheerplatform
Op 2 mei overlegden wethouder Rensen en de projectleider 'Verplaatsing Dienstencentrum' met vertegenwoordigers van Belangenvereniging Onze Indische Buurt, omwonenden Pauwhof/Delftweg (Rijswijk), Stichting Bedrijventerrein Vrijenban en de Mondriaan Onderwijsgroep over de randvoorwaarden voor het Beheerplatform. Wethouder Rensen stelde in eerste instantie voor om per organisatie een overleg te voeren, om zo een volledig mogelijk inzicht van wensen en gesprekspunten rond platform, plan en eventuele andere zaken te krijgen. De betrokken partijen verzochten de wethouder in een schrijven om een gezamenlijk overleg. De wethouder kwam aan dit verzoek tegemoet.

Tijdens dit overleg blikten de partijen terug naar de afgelopen periode en spraken de partijen over wat doel en inhoud zou moeten zijn van een beheerplan en over de randvoorwaarden voor het Platform, zoals: de samenstelling, status, huishoudelijk reglement, voorzitterschap, facilitering en deskundigheidsondersteuning.

Op 25 mei zou een tweede overleg hierover plaatsvinden. Dit werd door de genoemde partijen afgezegd. De partijen signaleren dat er voor de gemeente sprake is van een onomkeerbaar proces terwijl van hun kant de acceptatie van de aanwijzing van de Surinamestraat er niet is. Daarnaast willen de partijen zich nog kunnen richten op 'eventueel uit te voeren deskundigen-onderzoek' en 'nadere vaststelling van omstreden feiten met betrekking tot de locatiekeuze'.

Naar aanleiding van de afzegging trad de projectleider verplaatsing dienstencentrum in contact met de vertegenwoordigers van de verschillende partijen. Door hen werd aangegeven dat de gemeente half juni een brief ontvangt waarin de partijen zich zullen uitspreken over het vervolg. Door de gemeente is in de richting van de verschillende partijen de wens uitgesproken met hen nog voor de zomer daarover in gesprek te kunnen gaan.

4.1.4 Overige contacten/overleggen m.b.t. het beheer Naast de gesprekken met potentiële deelnemers aan het platform is op ambtelijk niveau gesproken met de Gemeente Rijswijk over de communicatie met en de betrokkenheid van de Rijswijkse omwonenden. De gemeente Rijswijk wordt ingelicht over ontwikkelingen over de verplaatsing van de dagopvang. Zij ontvangt ook alle stukken die de gemeente Delft verspreidt naar de commissie danwel omwonenden. Op advies van de omwonenden sprak de projectleider tevens met een vertegenwoordiger van de HTM over veiligheidsrisico's om en door (aanzuigende werking) tramlijn 1. Met de HTM is afgesproken dat zij op de hoogte worden gehouden over de voortgang van het project 'verplaatsing Dienstencentrum' en dat de HTM gegevens levert voor de eerdergenoemde nulmeting.

Door het interne (gemeentelijke) projectteam 'Verplaatsing Dienstencentrum' zijn, samen met vertegenwoordigers van Politie Haaglanden, Stichting Dienstencentrum Over de Brug en Breed Welzijn Delft (wijkopbouwwerk), werkbezoeken afgelegd naar vergelijkbare projecten. Tijdens de bezoeken aan het Multi Functioneel Centrum Van Schevichavenstraat in Nijmegen en aan de Integrale voorziening voor dak- en thuisloze verslaafden Polstraat 8 - 10 te Deventer werd met name gekeken naar de wijze waarop een goede inpassing van deze voorzieningen in een omgeving met woningen en ondernemingen had plaatsgevonden.


2. Verwerving/verbouwing van het pand

Voortvloeiend uit de 'koop-, renovatie- en herinrichtingsovereenkomst' van 4 februari is door Syncera De Straat in opdracht van de huidige eigenaar een bodemonderzoek uitgevoerd. De resultaten hiervan worden beschreven in de rapportage 'verkennend bodemonderzoek Surinamestraat 1 te Delft, B05A0061, 18 maart 2005' en kunnen als volgt worden samengevat: Op basis van de onderzoeksresultaten wordt de locatie in milieuhygiënisch opzicht geschikt geacht voor de huidige en toekomstige bestemming. Vervolgonderzoek wordt niet noodzakelijk geacht.

Er is een afspraak gemaakt met de Stichting Dienstencentrum Over de Brug, Stichting MOVO, de aannemer, de architect en de gemeente om te komen tot een definitief bouwkundig ontwerp (DO). Dit laatste is nodig om vast te leggen wat partijen bouwkundig moeten doen en kunnen verwachten. Ook kan op basis van het DO de bouwvergunningprocedure worden gestart.


3. Bestemmingsplan

Ten behoeve van de vestiging van een voorziening voor dagopvang voor verslaafden en daklozen in het pand Surinamestraat 1 dient een procedure te worden gevoerd als bedoeld in artikel 19 lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Aangezien het pand ingrijpend dient te worden verbouwd is een bouwvergunning nodig. Een dergelijke bouwvergunning kan alleen worden verleend nadat vrijstelling van het bestemmingsplan is verleend.

Op grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening kan vrijstelling uitsluitend worden verleend indien vooraf een verklaring van geen bezwaar door Gedeputeerde Staten is afgegeven en een goede ruimtelijke onderbouwing is opgesteld.

De ruimtelijke onderbouwing zal na de zomervakantie onderworpen worden aan een inspraakprocedure. Tegelijk met deze ter visielegging wordt de ruimtelijke onderbouwing verzonden naar Gedeputeerde Staten met het verzoek een verklaring van geen bezwaar af te geven voor plannen die passen binnen die ruimtelijke onderbouwing. Na verwerking van de inspraakreacties zal het voornemen om vrijstelling te verlenen met de aangepaste ruimtelijke onderbouwing voor een tweede maal ter visie worden gelegd. In het kader van deze tweede tervisielegging bestaat de mogelijkheid om zienswijzen naar voren te brengen over het voornemen vrijstelling te verlenen. De zienswijzen worden beantwoord en kunnen leiden tot aanpassing van de plannen.


4. Kwaliteit dienstverlening

4.4.1 Doelgroep
Om een nog vollediger beeld van alle ins en outs van de doelgroep te krijgen houdt het Dienstencentrum Over de Brug een monitor bij van de bezoekers van het Dienstencentrum. Momenteel kan het Dienstencentrum beschikken over monitorgegevens van 204 bezoekers (zie bijlage). Voor wat betreft de postadressen zijn vertegenwoordigers van de vakteams sociale dienstverlening en burgerzaken in gesprek met het Dienstencentrum teneinde de gang van zaken rond de postadressen beter te reguleren.

4.4.2 Activiteiten
De gemeente maakt jaarlijks subsidie- afspraken met het Dienstencentrum. De monitor en het door de instelling in samenspraak met de gemeente te ontwikkelen beleid zijn hiervoor de basis. Afspraken worden gemaakt over de aan te bieden activiteiten, de doelgroep (toelatingsbeleid, regels voor de bezoekers) en kwalificatie van het personeel. De subsidie- afspraken worden door de gemeente vastgelegd in de subsidiebundel.


5. Slotconclusie

Momenteel worden door de gemeente en de andere betrokken partijen belangrijke stappen genomen om de verplaatsing van het Dienstencentrum naar de Surinamestraat mogelijk te maken en uiteindelijk ook te verwezenlijken. Het betreft dus niet uitsluitend een verhuizing, maar ook een goede inpassing in de 'nieuwe' omgeving en een kwaliteitsslag om tot een activiteitenaanbod te komen dat aansluit bij de vraag van de doelgroep en dat past binnen de huidige tijd.

---- --