Gemeente Rotterdam

Nr.100
25 mei 2005

Rotterdammers zetten zich in voor een schone straat

Negentig procent van de Rotterdammers zegt zijn of haar straat netjes te houden. Ongeveer zeven op de tien doet dat naar eigen zeggen zelfs als de buren dat niet doen; één op de tien doet dat alleen als de buren het ook doen. Dat blijkt uit de 8ste Belevingsmonitor, die de gemeente heeft laten uitvoeren om meer te weten te komen over de waardering voor het collegebeleid en de herkenbaarheid van het College bij Rotterdammers. Elke vier maanden worden Rotterdammers ondervraagd over de verschillende onderwerpen. Uit het laatste onderzoek komen nog meer interessante cijfers. Ongeveer acht op de tien Rotterdammers vindt dat jongeren in de bijstand gedwongen moeten worden om weer naar school te gaan. Bijna de helft van de ondervraagden is het eens met de stelling dat zoveel mogelijk Rotterdamse huurders hun woning moeten kunnen kopen. Bijna een op de drie heeft daarover geen mening en ongeveer een op de vijf Rotterdammers is het hier juist niet mee eens. Over enkele stellingen zijn de Rotterdammers nogal verdeeld. Bijvoorbeeld over de zondagsopenstelling van winkels buiten het centrum: 44% is voor en 36% is tegen. Verdeeldheid is ook te zien bij de stelling dat een Formule 1 demonstratierace door de binnenstad een leuk evenement is voor Rotterdam: 44% voor, 35% tegen. Er bestaat bij Rotterdammers grote twijfel over het nut van de Islam-debatten: 34% van de Rotterdammers vindt niet dat de Islamdebatten die de gemeente heeft georganiseerd leiden tot beter wederzijds begrip, 41% weet het niet en slechts 21% vindt wel. De laatste kwestie die de gemeente aan de Rotterdammers heeft voorgelegd is of de burgers meer willen betalen voor een verbeterde gemeentelijke dienstverlening. Meer dan de helft van de Rotterdammers (56%) wil dat niet en een kwart weet het niet.

Daarnaast zoekt de gemeente ook naar trends en ontwikkelingen in het oordeel van Rotterdammers over het gemeentelijk beleid. De achtste belevingsmonitor bevestigt een aantal trends die al in eerdere onderzoeken werd gesignaleerd. De Rotterdammer herkent veranderingen als gevolg van de activiteiten van het gemeentebestuur. Meestal uit eigen waarneming, maar ook van radio, tv en kranten (huis-aan-huisbladen). Er is ook een groeiende waardering te constateren, met name voor de aanpak van de veiligheid en voor de aanpak van schoon en heel in de stad. Minder tevreden zijn Rotterdammers over de inspanningen voor een gevarieerd woningaanbod, het terugdringen van illegale en onveilige woonsituaties en de overlast door verslaafden en door jongeren. Van alle Rotterdammers vindt 39% dat er meer aandacht nodig is voor werkgelegenheid. Twee jaar geleden was dat nog maar 26%.

Ook in deze enquête is gevraagd over welke wethouders de Rotterdammers de afgelopen maanden het meest hebben gehoord en gelezen. Wethouder Pastors komt daaruit als eerste naar voren. Tien procent noemt hem, gevolgd door wethouder Van den Anker, Geluk en Van Sluis. Het College scoort op vrijwel alle imagokenmerken van de Rotterdamse Aanpak beter dan bij de eerste meting in 2003. De laatste onderzoeken is er wel een stabilisering te constateren. De hoogst percentages worden nog steeds geboekt op de kenmerken "staan voor de waarden en normen", "leggen goed uit wat ze doen en waarom", "spreken burgers aan op hun verantwoordelijkheden", en "verbeteren de gemeentelijke dienstverlening". De belevingsmonitor is de uitkomst van een schriftelijke enquête onder 1250 willekeurig geselecteerde Rotterdammers van 16 jaar en ouder. De respons was deze keer 36% . De belevingsmonitor is een meting van de herkenning en waardering van het College en de inspanningen die het verricht. Het is geen beleidseffectrapportage of een voortgangsmonitor, zoals bijvoorbeeld de Veiligheidsindex.

noot voor de redactie/