Partij van de Arbeid


Den Haag, 28 juni 2005


Vragen van de leden Roefs en Wolfsen (PvdA) aan de minister van Verkeer en Waterstaat en de minister van Justitie


1. Bent u bekend met de uitspraak van de Kantonrechter in Groenlo betreffende een opgelegde boete van ¤4500 aan een leasemaatschappij te Zeist voor een snelheidsovertreding begaan door een chauffeur van één van haar lease-auto's?


2. Was deze opgelegde boete een maximum bedrag? En zo ja, waarom heeft de kantonrechter daar in dit geval voor gekozen?


3. Is het u bekend, dat deze leasemaatschappij weigert de naam van de chauffeur, die een snelheidsovertreding beging, door te geven?


4. Klopt het dat een leasemaatschappij het doorgeven van de naam van de chauffeur, wiens kenteken geflitst is, mag weigeren?


5. Is het u bekend of leasemaatschappijen vaker weigeren de namen van de chauffeurs, behorend bij een bepaald kenteken, door te geven? Zo ja, hoe vaak en bij hoeveel maatschappijen?


6. Is het u bekend of deze boetes wel worden verrekend met de feitelijke bestuurder of met zijn/haar werkgever?


7. Is het voor 100% uitgesloten dat deze boete op de een of andere wijze kan worden geboekt als bedrijfskosten en het daarmee dan een aftrekpost is voor de fiscus?


8. Vindt u het niet wenselijk dat ook bij zeer ernstige overtredingen, d.w.z. overtredingen waarvoor o.a. een ontzegging van de rijbevoegdheid in beeld komt als straf, voor de eigenaar of houder ook de informatieverplichting moet gaan gelden zoals die nu al geldt bij het plegen van misdrijven?


9. Beschouwt u dit als een leemte in de wet? Zo ja, bent u bereid om dit gat te dichten? Zo nee, hoe kan op een andere manier tegengegaan worden, dat chauffeurs ontzegging van hun rijbewijs ontlopen? Kan de RDW hierbij een rol van betekenis spelen?


10. Zou het wenselijk zijn om ook aan rechtspersonen die zeer structureel worden veroordeeld voor snelheidsovertredingen iets van een ontzegging te kunnen opleggen om gedurende een bepaalde periode met auto's op de weg te mogen komen? Zo nee, hoe denkt de minister dan op een effectieve wijze een einde te kunnen maken aan dit creatieve gebruik van de mogelijkheden van de wet?


11. Acht u het wenselijk om voor de bestraffing van rechtspersonen de mogelijkheid te creëren om - zoals ook al in de mededingingswetgeving - een boete op te kunnen leggen die gerelateerd is aan de omzet van de rechtspersoon?