Rapport
Samenwerking UWV en Belastingdienst
Tweede halfjaarlijkse rapportage
Juni 2005
Eindrapportage
Versie 1.0, 1 juni 2005.
Bij dit rapport zijn betrokken:
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV)
Belastingdienst
Ministerie van Financiën
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
INHOUDSOPGAVE
1. INLEIDING 3
1.1 Inleiding 3
1.2 Inrichting invoeringstraject 3
1.3 Aanleiding halfjaarlijkse rapportage 4
1.4 Afbakening van deze rapportage 4
1.5 Kosten- en batenontwikkeling op korte en lange termijn 4
1.6 Leeswijzer 4
2. PLANNING 5
2.1 Inleiding 5
2.2 Projectorganisatie 5
2.3 Gegevensset loonaangifte en polisadministratie 5
2.4 Planning en realisatie processen en systemen 5
2.5 Gevolgen aangepaste planning 7
3. STAND VAN ZAKEN 10
3.1 Inleiding 10
3.2 Kritische succesfactoren en beheersmaatregelen 10
3.2.1 Complexiteit 10
3.2.2 De haalbaarheid en externe factoren 13
3.2.3 De haalbaarheid en interne factoren 16
3.3 ICT en ICT-investeringen 17
3.3.1 Automatisering Belastingdienst 17
3.3.2 Automatisering UWV 17
3.3.3 De ICT-investeringen 20
3.4 De personele gevolgen en de personele afwikkeling 21
3.4.1 Overgang van personeel UWV naar Belastingdienst 21
3.4.2 Overgang personeel fraudepreventie en opsporing 21
3.4.3 Personele effecten distribuerende functie 21
3.4.4 Begeleiding UWV-personeel 21
3.4.5 Gerealiseerde uitstroom UWV-personeel 22
3.4.6 Opleiding personeel 22
3.4.7 Convenant overgang UWV-medewerkers naar Belastingdienst 22
3.5 Overige kosten 22
3.6 Overige onderwerpen 23
3.6.1 Eerstedagsmelding 23
3.6.2 Weekaanlevering 24
3.6.3 Toezicht door de Belastingdienst 24
3.7 Verandercapaciteit uitvoeringsorganisaties 25
---
INLEIDING
1.1 Inleiding
De voorliggende halfjaarlijkse rapportage van UWV en de Belastingdienst is de tweede in een
reeks van halfjaarlijkse rapportages die de periode 2004 tot en met 2008 betreffen. In elke
rapportage worden eerst kort de aanleiding en de inhoud van de rapportagereeks geschetst. De
inhoud van de opvolgende rapportages volgt de ontwikkelingen op de voet. Dat wil zeggen
dat in de periode tot en met 2006 de nadruk zal liggen op het ontwikkel- en
implementatietraject.
In de eerste helft van 2004 is de parlementaire behandeling van de wetsvoorstellen Walvis en
Aansluitingswet Walvis afgerond. Deze wetsvoorstellen voorzien in harmonisatie van het
loonbegrip voor de sociale verzekeringen en het fiscale loonbegrip en vereenvoudiging van de
dagloonvaststelling. In 2004 zijn ook de wetsvoorstellen Wet financiering sociale
verzekeringen (Wfsv) en de Invoeringswet Wfsv aanvaard. Op basis van deze wetvoorstellen
wordt de premieheffing en inning van de werknemersverzekeringen overgedragen van UWV
aan de Belastingdienst en wordt onder andere ten behoeve van de uitkeringsvaststelling een
polisadministratie bij UWV ingevoerd.
De inwerkingtreding van deze wetten verloopt gefaseerd:
- per 1 januari 2005 het geüniformeerde loonbegrip volgens Walvis voor de premie-
inning en het fiscale loonbegrip volgens de Aansluitingswet Walvis. De premie-inning
over 2005 wordt nog door UWV uitgevoerd met behulp van de bestaande
heffingsmethodieken;
- per 1 januari 2006 de invoering van de polisadministratie bij UWV, invoering van het
uniforme loonbegrip voor de distribuerende functie van UWV en invoering van de
dagloonsystematiek bij UWV (conform Walvis);
- per 1 januari 2006 de invoering van de nieuwe Heffings- en inningsadministratie bij de
Belastingdienst;
- overgangsfase polisadministratie van 2006 tot 2009. Gesloten bedrijfsvoering vanaf
2009 bij UWV.
1.2 Inrichting invoeringstraject
UWV en Belastingdienst hebben op basis van de besluitvorming rond het Eindrapport
Samenwerking UWV en Belastingdienst van april 2003 (Eindrapport 2003) de
projectorganisatie ingericht. Deze is gericht op de realisatie van de doelstellingen van Walvis
en de wetgeving Wfsv op 1 januari 2006.
Om tijdig de betrokken marktpartijen (werkgevers, salarissoftwareontwikkelaars,
accountantskantoren e.a.), UWV en Belastingdienst in staat te stellen de beoogde wetgeving
te kunnen uitvoeren is een bijzonder traject opgestart. Bijzonder is dat dit traject bestaat uit
parallel lopende activiteiten binnen UWV en de Belastingdienst in nauwe samenwerking met
de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Financiën. Deze samenwerking is
zichtbaar op de volgende raakvlakken:
· de vormgeving van de wetgeving rond Walvis en de Wfsv;
· het raadplegen en informeren van marktpartijen;
· de vormgeving van de gezamenlijke procesketens van UWV en Belastingdienst;
· de ontwikkeling en totstandkoming van lagere regelgeving;
· het ontwikkel- en bouwtraject van de polisadministratie bij UWV;
· het ontwikkel- en bouwtraject van de Heffingssystemen bij de Belastingdienst.
---
De projectorganisatie is ingericht om de afhankelijkheden die ontstaan tussen deze trajecten te
bewaken en te borgen. Dit vergt van alle betrokken partijen binnen de projectorganisatie een
voortdurende alertheid om nieuwe ontwikkelingen te signaleren, te volgen en waar nodig
aanpassingen aan te brengen in de procesontwerpen, de planning of de projectorganisatie zelf.
1.3 Aanleiding halfjaarlijkse rapportage
Tijdens de plenaire behandeling van de Wfsv en de Invoeringswet Wfsv op 30 juni 2004 heeft
de regering een motie van het lid Weekers c.s. omarmd waarin de Tweede Kamer de regering
verzoekt om een halfjaarlijkse rapportage.1
In deze motie heeft de Tweede Kamer de regering verzocht om halfjaarlijks, voor 1 december
en 1 juni, separaat te rapporteren over de voortgang van het proces. In de rapportage wordt in
elk geval adequaat een voortschrijdend inzicht verschaft in:
· de stand van zaken van de beoogde doelstellingen;
· de kritische succesfactoren;
· de kosten- en batenontwikkeling op korte en lange termijn, zowel in termen van
financiële als administratieve lastendruk c.q. besparing, uitgesplitst naar overheid en
bedrijfsleven;
· de ICT-investeringen;
· de personele gevolgen en afwikkeling van UWV;
· de kwaliteit van de samenwerking tussen UWV en Belastingdienst en alle niet met
name genoemde risico's.
1.4 Afbakening van deze rapportage
Deze tweede rapportage ziet op de periode 1 oktober 2004 tot 1 april 2005.
Een uitzondering geldt voor belangrijke ontwikkelingen die na 1 april 2005 zijn opgekomen.
1.5 Kosten- en batenontwikkeling op korte en lange termijn
In deze tweede halfjaarlijkse rapportage wordt inzicht gegeven in de kosten op het gebied van
de automatiseringsontwikkeling en de implementatie. De voorziene besparingen op
uitvoeringskosten (hoofdzakelijk personeel) worden geleidelijk gerealiseerd. Hieraan zal dan
vanaf de volgende rapportage in 2005 aandacht worden geschonken.
1.6 Leeswijzer
In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de planning van het project. Vervolgens komt in hoofdstuk
3 de stand van zaken van het project aan bod. In dat hoofdstuk wordt ingegaan op de kritische
succesfactoren en de daarop ingezette maatregelen, de ICT-processen en -kosten, de personele
gevolgen en de personele afwikkeling, de overige kosten die aan de operatie verbonden zijn
en de overige onderwerpen. In paragraaf 3.7 "Verandercapaciteit uitvoeringsorganisaties"
wordt aandacht geschonken aan voorgenomen wetgeving die invloed heeft op de invoering
van de Wfsv.
1 Kamerstukken II 2003/04, 29 529 en 29 531, nr. 17.
---
PLANNING
2.1 Inleiding
In de eerste rapportage is ingegaan op de geschiedenis van de ontwikkeling en inrichting van
de projectorganisatie en de planvorming. Bijzonder daarin is de gelijktijdige ontwikkeling van
wetgeving en processen en systemen. Daarbij hebben uitvoeringsorganisaties en de
ministeries in onderling overleg de risico's onderkend en aanvaard die verbonden zijn aan het
parallel ontwikkelen van wetgeving, processen en systemen. Inmiddels is de Wfsv-wetgeving
aangenomen en is door de uitvoeringsorganisaties bijgedragen aan de inhoud van de nog uit te
brengen lagere regelgeving.
De projectplanning is het voornaamste beheersinstrument voor het tijdig en binnen de
begroting realiseren van implementatie van Walvis en Wfsv. UWV en Belastingdienst hebben
zowel afzonderlijk als gezamenlijk de planning van de ontwikkeling, realisatie, test en
implementatie van systemen en processen zorgvuldig in kaart gebracht. Op maandbasis wordt
binnen de besturingsstructuur van de Samenwerking UWV en Belastingdienst (SUB)
gerapporteerd over de ontwikkeling van de planvorming en de veranderingen die eventueel
hebben plaatsgevonden. In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de ontwikkeling
van de planvorming binnen de rapportageperiode en een overzicht van de planning van de op
te leveren processen en systemen van SUB zoals deze op het moment van rapportage zijn
voorzien.
2.2 Projectorganisatie
De beslissing van UWV om wijzigingen aan te brengen in de ontwikkeling en de bouw van de
polisadministratie (zie paragraaf 3.3.2) heeft er ook toe geleid dat de projectbesturing is
herzien. De aansturing van de bouw van de polisadministratie vindt plaats onder eenduidige
regie van de projectmanager Ontwikkeling Polis. Ook de betrokkenheid van het management
van de uitvoeringsorganisatie en de UWV-ICT organisatie is in de besturing verankerd.
2.3 Gegevensset loonaangifte en polisadministratie
De gegevensset voor de loonaangifte 2006 en de polisadministratie is gelijktijdig ontwikkeld
met de totstandkoming van de Wfsv-wetgeving. De markt van werkgevers,
administratiekantoren en softwareleveranciers is geconsulteerd over de eerste concepten van
de loonaangifte en de daarmee samenhangende rekenregels. Daarna zijn marktpartijen
betrokken gebleven bij de verdere ontwikkeling.
De gegevensset en de loonaangifte 2006 zijn aangepast vooruitlopend op de invoering van het
wetsvoorstel Zorgverzekeringswet. De specificaties zijn in mei 2005 gepubliceerd voor de
marktpartijen. De berekeningsmethodiek van de premies werknemersverzekeringen, het
zogenaamde voortschrijdend cumulatief rekenen is in overleg met de marktpartijen op punten
aangepast. Deze methode sluit nu beter aan bij de werking van de salarisadministraties.
2.4 Planning en realisatie processen en systemen
UWV en Belastingdienst ontwikkelen in samenhang hun systemen en processen. Die
samenhang wordt zichtbaar in verschillende gezamenlijk opgestelde rapportages.
Het masterplan beschrijft onder meer de afstemmomenten en de afstemmingsactiviteiten.
Begin juni 2005 komt een geactualiseerde versie beschikbaar.
---
In onderstaand overzicht zijn de geplande opleverdata voor de belangrijkste functionaliteiten
opgenomen. De in het rapportagetijdvak geplande functionaliteiten zijn volgens planning
gerealiseerd. In de data van de nog op te leveren functionaliteiten zijn enkele wijzigingen
opgetreden. Deze worden hierna toegelicht.
Opleverdatum Processen en systemen Bijzonderheden
2004 Het doen van elektronische Gerealiseerd
loonbelastingaangifte is nu mogelijk voor de
aanleveraars van de huidige
loonbelastingaangifte.
1-1-2005 De dagloonvaststelling en de Gerealiseerd
premievaststelling zijn aangepast aan het
nieuwe (premie)loonbegrip volgens Walvis en
geïmplementeerd in de uitvoeringsorganisatie
UWV
April 2005 De werkgeversadministraties van UWV en Dit is per 1 mei 2005 voor 98% van
Belastingdienst zijn op elkaar afgestemd en de werkgevers gerealiseerd
ontdubbeld. Per 1 november 2005 is de
volledige matching voorzien
Maart t/m juni 2005 In deze periode wordt samen met een aantal In april 2005 zijn de eerste
marktpartijen, UWV en Belastingdienst een loonaangiften binnen de ketentest
testtraject doorlopen. Getoetst wordt of de van de marktpartijen ontvangen. De
basisvoorzieningen werken die de stroom van verwerking en doorlevering aan
de werkgever, via de Belastingdienst tot aan UWV is goed verlopen. Er zijn geen
UWV ondersteund waarmee wordt aangetoond blokkerende bevindingen. De eerste
dat de keten van de loonaangifte 2006 werkt en testresultaten van de verwerking
de geldstroom van de loonheffing en de van de gegevens in de UWV-
premies werknemersverzekeringen vanaf 2006 registratie zijn positief
is gewaarborgd.
1 Juli 2005 "Go, No Go" beslissing. De Tweede Kamer wordt hier
separaat over geïnformeerd.
1 oktober 2005 Beslissing inzet fall-backscenario Het gaat om een fall-backscenario
Belastingdienst voor het geval dat het nieuwe
heffingssysteem niet tijdig gereed
is.
In dat geval gebeurt de heffing met
"kaal" heffingssysteem, waarmee in
elk geval de continuïteit van de
kasstroom gewaarborgd blijft.
November 2005 Op basis van de nieuwe
werkgeversadministratie bij de Belastingdienst
wordt informatie aan de inhoudingsplichtigen
verzonden ten behoeve van het doen van loon-
aangifte in 2006.
Januari 2006 UWV en Belastingdienst zijn in staat de
wettelijke taken conform de Wfsv uit te
voeren.
De werkgever levert de loonaangifte 2006
digitaal aan, aan de Belastingdienst. De
Belastingdienst kan de aangiften ontvangen en
opslaan.
Maart 2006 Binnengekomen aangiften worden verwerkt. Deze voorzieningen waren gepland
Het beoordelen en vaststellen van de plicht tot in januari 2006
het tijdig doen van (gecorrigeerde) aangifte en
betaling wordt geautomatiseerd ondersteund.
Bij het niet voldoen aan de aangifte-en
betalingsverplichting kan een
naheffingsaanslag worden opgelegd.
---
Opleverdatum Processen en systemen Bijzonderheden
De nominatieve gegevens worden
doorgeleverd aan UWV/polisadministratie.
UWV/polisadministratie ontvangt en verwerkt
de nominatieve gegevens uit de loonaangifte,
controleert deze en stelt ze beschikbaar aan
interne en externe afnemers.
De SV-daglonen worden vastgesteld conform
de nieuwe dagloonsystematiek volgens Walvis.
De uitkeringssystemen van UWV zijn
aangesloten op de polisadministratie.
April 2006 De geautomatiseerde voorzieningen van de
polisadministratie met betrekking tot de
samenhangcontroles, de gegevenslevering aan
de Belastingdienst, het verstrekken van het
opnamebericht, de processen voor inzage- en
correctierecht en de gegevenslevering aan CBS
zijn gereed.
Bij de Belastingdienst is een handmatig proces
ingericht voor de signaalafhandeling
Juni 2006 De voorzieningen voor het volledig Deze voorzieningen waren
geautomatiseerd herzien van door de oorspronkelijk gepland in maart
Belastingdienst opgelegde aanslagen zijn 2006.
gereed, incl. de geautomatiseerde beboeting bij
het niet voldoen aan de aangifte en/of de
betalingsverplichting.
Juli 2006 De geautomatiseerde voorzieningen voor het .
leveren van gegevens (de zogenaamde UWV-
signalen) door UWV aan het toezichtsproces
van de Belastingdienst zijn gereed.
Oktober 2006 Alle geautomatiseerde voorzieningen ter
ondersteuning van het toezichtproces van de
Belastingdienst zijn gereed.
December 2006 Alle geautomatiseerde voorzieningen bij de Deze voorzieningen waren
Belastingdienst voor het opleggen en bewaken oorspronkelijk voorzien in juni
van correctieverplichtingen en het beboeten bij 2006.
onjuiste of onvolledige aangifte en bij het niet
voldoen aan de correctieverplichtingen zijn
gereed.
Januari 2007 De koppeling tussen Belastingdienst en
polisadministratie voor het geautomatiseerd
kunnen afhandelen van verzoeken van
verzekerden inzake de betrouwbaarheid van
polisgegevens is gereed.
UWV start met de eerste verzending van
verzekeringsberichten over het jaar 2006.
De processen en systemen ten behoeve van het
afhandelen van de reacties op het
verzekeringsbericht zijn gereed. Het aansluiten
van de bestaande fiscale systemen van de
Belastingdienst op de fiscale gegevens die
opgenomen zijn in polisadministratie is
afgerond.
2.5 Gevolgen aangepaste planning
De gevolgen van de aangepaste planning zijn globaal als volgt:
---
2.5.1 Ontvangst en verwerking aangiften (inclusief nominatieve gegevens)
De Belastingdienst kan de loonaangifte en de daarbij behorende betaling in februari 2006
ontvangen en na een buffering van enkele weken verwerken (vanaf maart). De
ontvangstenstroom van belasting en premies is hiermee geborgd. De nominatieve gegevens
kunnen doorgezet worden naar UWV. Wordt niet voldaan aan de aangifte- en
betalingsverplichting dan wordt dit vanaf maart 2006 geconstateerd en kunnen aanslagen
worden opgelegd. In deze eerste fase ligt de nadruk bij de Belastingdienst vooral op
ondersteuning van werkgevers om op juiste wijze aan hun verplichtingen te kunnen voldoen.
Hiertoe wordt een team ingericht met medewerkers van Belastingdienst, UWV en mogelijk
marktpartijen, die foutieve aanleveringen signaleert en analyseert. Geconstateerde structurele
fouten in de computerprogrammatuur en werkprocessen worden voor herstel teruggekoppeld
met marktpartijen. Deze "handmatige" terugkoppeling kan betrekking hebben op zowel de
collectieve als de nominatieve gegevens.
2.5.2 Geautomatiseerde terugkoppeling en aanpassing opgelegde aanslagen
Vanaf 1 juni kan de terugkoppeling aan de inhoudingsplichtigen op onjuistheden en
onvolledigheden in de nominatieve gegevens langs geautomatiseerde weg plaatsvinden.
Vanaf 1 juni kunnen de aanslagen die vanaf maart zijn opgelegd worden herzien. Hierbij
kunnen aanvullende aanslagen worden opgelegd of kan vermindering of vernietiging van de
aanslag plaatsvinden. De late herziening kan ertoe leiden dat extra bezwaarschriften worden
ingediend, teveelbetalingen te lang worden vastgehouden en de verzuimenreeks niet goed
wordt opgebouwd. Handmatige oplossingen om deze effecten te minimaliseren zijn in
onderzoek.
2.5.3 Opleggen en bewaken correctieverplichtingen
Zoals hiervoor is aangegeven vindt de terugkoppeling aan inhoudingsplichtigen van onjuiste
en onvolledige nominatieve gegevens vanaf begin 2006 handmatig en vanaf juni 2006 langs
geautomatiseerde weg plaats. In het aanvangsjaar ligt de nadruk op het vrijwillige verbeteren
van onjuiste gegevens door inhoudingsplichtigen. De Belastingdienst kan
inhoudingsplichtigen echter ook de verplichting opleggen tot verbetering. In de aanvang vindt
het opleggen van de verplichting, de bewaking of hieraan de hand wordt gehouden en
eventuele beboeting handmatig plaats. Vanaf december 2006 (in plaats van de eerder
geplande oktober 2006) vindt het opleggen en bewaken van correctieverplichtingen
geautomatiseerd plaats. Dit geldt eveneens voor een eventuele beboeting. Alle openstaande
herstelverzoeken voor 2006 kunnen dan nog omgezet worden in een correctieverplichting.
---
2.5.4 Samenvatting maatregelen ter borging kwaliteit polisadministratie 2006
De kwaliteit van de polisadministratie is voor een belangrijk deel afhankelijk van de kwaliteit
van de aangifte-aanlevering door inhoudingsplichtigen. Zeker in het aanvangsjaar zullen deze
nog onwennig staan tegenover de nieuwe loonaangifte met nominatieve gegevens. Ook de
kwaliteit van de polisadministratie zal hierdoor in 2006 niet optimaal (kunnen) zijn. Om de
kwaliteit van de aangeleverde loonaangifte op korte termijn op een zo hoog mogelijk
kwaliteitsniveau te brengen zijn de volgende maatregelen voorzien:
· in de beginfase maatwerk bij onjuiste aangiften. Onder meer door systematische
fouten in programmatuur en processen 1 op 1 te signaleren aan
inhoudingsplichtigen/softwareleveranciers en met hen afspraken te maken over
correctie daarvan;
· geautomatiseerde signalering van onjuiste gegevens vanaf juni 2006;
· in voorkomende gevallen vanaf begin 2006 handmatig opleggen van
correctieverplichtingen, bewaking daarvan en eventuele beboeting bij uitblijven
correctie
· vanaf december 2006 geautomatiseerde oplegging van correctieverplichting (onder
meer op basis van herstelverzoeken UWV), bewaking en beboeting
2.5.5 Effecten bij UWV
UWV onderzoekt de consequenties van de gewijzigde planning voor het programma
polisadministratie, de gezamenlijk uit te voeren ketentest, de kwaliteit van de gegevens in de
polisadministratie en de effecten voor de processen van in- en externe afnemers.
---
STAND VAN ZAKEN
3.1 Inleiding
In de eerste rapportage is stilgestaan bij de oorzaken van de complexiteit van de invoering van
Walvis en de Wfsv en de daarop genomen maatregelen en acties. In dit hoofdstuk wordt
achtereenvolgens ingegaan op de stand van zaken van:
· de kritische succesfactoren en beheersmaatregelen (paragraaf 3.2);
· de ICT en ICT-investeringen (paragraaf 3.3);
· de personele gevolgen en de personele afwikkeling van UWV (paragraaf 3.4);
· de overige kosten (paragraaf 3.5);
· overige onderwerpen (paragraaf 3.6);
· alle niet met name genoemde risico's: verandercapaciteit
uitvoeringsorganisaties(paragraaf 3.7).
3.2 Kritische succesfactoren en beheersmaatregelen
In het Eindrapport 2003 zijn de volgende kritische succesfactoren voor het welslagen van
Walvis en de Wfsv onderkend:
· complexiteit;
· de haalbaarheid en externe factoren;
· de haalbaarheid en interne factoren.
Om deze kritische succesfactoren te beheersen en te bewaken is een reeks van maatregelen
getroffen. Een algemene beheersingsmaatregel is het binnen de projectorganisatie inrichten
van risicomanagement. Op basis van het risicomanagement zijn afspraken gemaakt op welke
wijze met risico's wordt omgegaan. Gesignaleerde risico's worden op het juiste niveau in de
SUB-projectbesturingsketen besproken en belegd. Hiermee is geborgd dat elk risico wordt
geregistreerd en geanalyseerd en dat de afhandeling ervan wordt bewaakt, gecommuniceerd
en geëvalueerd.
3.2.1 Complexiteit
De complexiteit van de Walvis- en Wfsv-operatie kent het risico dat de te ontwikkelen
processen niet op elkaar aansluiten waardoor een deel of het gehele bedrijfsproces
onvoldoende functioneert. In het Eindrapport 2003 is als risicobeperkende maatregel
aangegeven het inrichten van een gezamenlijke besturings-, werk- en rapportagestructuur. Op
het terrein van de werkprocessen zijn de volgende maatregelen voorzien:
· het inrichten van een besturingsorganisatie voor na de projectfase;
· het verankeren van het niveau van dienstverlening tussen UWV en de Belastingdienst in
convenanten e.d. en het uitwerken van inrichting van het toezicht (de controle);
· het voorbereiden en uitvoeren van ketentesten.
10
Invoeringsjaar 2006
UWV, de Belastingdienst en marktpartijen onderkennen dat zich in het aanvangsjaar 2006 een
bijzondere situatie voordoet. De verwachting is dat er bij alle partijen sprake zal zijn van
onwennigheid met het nieuwe proces van de loonaangifte 2006. Tevens is er sprake van
invoering van nieuwe wetgeving in de sociale zekerheidssector (de WIA in plaats van de
WAO en de ZVW als vervanging van ondermeer de Zfw).
Om deze situatie het hoofd te bieden is een preventieve aanpak gewenst. In dat verband gaat
de Belastingdienst de marktpartijen in aanvulling op de samenwerkingsverbanden die al zijn
ingericht zoals Extern Platform Loonaangifte 2006 (EPL), de markt ook ondersteunen in de
verplichting om de loonaangiftegegevens tijdig en juist aan te leveren. De lopende
preventieve maatregelen, zoals het helpen van de markt met het inbouwen van controles in de
nieuwe computerprogrammatuur en met het testen van de programmatuur, voorzien hierin.
Verwacht wordt dat hiermee onnodige foutsignalen zoveel mogelijk kunnen worden
voorkomen. Het is op voorhand niet mogelijk gebleken om een goede inschatting te maken
van de aard en de omvang van foutsignalen die zich nog wél kunnen voordoen. Om hier
adequaat op te kunnen inspelen zijn aanvullende beheersmaatregelen in voorbereiding. Zo
wordt een team van medewerkers van UWV, de Belastingdienst en mogelijk marktpartijen
ingericht dat alle foutieve aanleveringen en signalen vanuit de polisadministratie en door
afnemende partijen signaleert en analyseert. Terugkoppeling met de marktpartijen vindt plaats
om structurele fouten in de computerprogrammatuur en werkprocessen te herstellen. Tevens
worden onjuistheden binnen de polisadministratie hersteld.
Aan de hand van de foutenanalyse worden de herstel- en correctieprocessen verbeterd en in de
loop van 2006 geheel geautomatiseerd ingeregeld. Deze werkwijze zorgt er mede voor, dat
begin 2007 de gegevens in de polisadministratie over 2006 de vereiste kwaliteit zullen
hebben.
Het team dat de implementatie voor het invoeringsjaar 2006 begeleidt, zal op basis van de
omvang van de foutsignalen en hun relevantie voorstellen doen voor het maken van afspraken
tussen UWV en Belastingdienst over de afhandeling in 2006 en volgende jaren.
Deze afspraken worden in een serviceniveauovereenkomst (SNO) vastgelegd.
Besturingsorganisatie SUB na projectfase
Het inrichten van de besturingsorganisatie heeft tot doel om na de projectfase tot een
beheerste en structurele samenwerking tussen Belastingdienst en UWV op en na 1 januari
2006 te komen. Dit wordt gerealiseerd door op tijd goede samenwerkingsafspraken te maken.
De samenwerkingsafspraken betreffen formele afspraken tussen Belastingdienst en UWV op
die raakvlakken waar de besturings- en beheersprocessen van de afzonderlijke organisaties
met elkaar zijn verbonden. Het gaat hier onder meer om afspraken over de wederzijds te
leveren prestaties, de voorbereiding en implementatie van wijzigingen in wet- en regelgeving,
de afwikkeling van calamiteiten en productieverstoringen etc.
De strategische afspraken tussen Belastingdienst en UWV worden vastgelegd in een
convenant. Op basis van de uitgangspunten van de concept-versie van het convenant wordt er
momenteel gewerkt aan het tot stand brengen van serviceniveauovereenkomsten (SNO's).
Hierin worden de operationele afspraken tussen Belastingdienst en UWV op de raakvlakken
van de besturings- en beheersprocessen van de afzonderlijke organisaties, vastgelegd. Er zijn
drie SNO's in voorbereiding: een SNO Productie, een SNO Beheer en een SNO Fondsen.
Het proces van opstellen van het convenant tussen UWV en Belastingdienst en SNO's is in
volle gang. Het convenant is in concept gereed; streven is dat het convenant uiterlijk 1 juli
---
door UWV en Belastingdienst wordt vastgesteld. Naar verwachting zijn twee van de drie
SNO's per 1 juli 2005 zodanig inhoudelijk uitgewerkt dat ze eveneens formeel kunnen
worden vormgegeven.
Op dit moment is de inhoud van de op te stellen SNO's Fondsen en Beheer grotendeels
beschikbaar.
Het totstandkomen van de SNO Productie komt op het onderdeel van de signalenafhandeling
moeizamer tot stand. Dit wordt vooral veroorzaakt omdat onvoldoende zicht kan worden
verkregen op de aard en omvang van de te verwachten polissignalen. Het verkrijgen van dit
inzicht is een belangrijke voorwaarde voor het maken van zinnige afspraken over wederzijdse
dienstverlening rond de afhandeling van de polissignalen. Ten aanzien van de
onderzoeksvragen die ontstaan bij de claimafhandeling bij UWV, worden concrete afspraken
gemaakt over de afhandeling door de Belastingdienst. Belastingdienst en UWV streven ernaar
uiterlijk 1 augustus 2005 op dit punt afspraken te maken. Voor de overige productieafspraken
geldt de datum 1 juli 2005.
De formele vaststelling van de SNO's is voorzien in het najaar van 2005.
Ketentest met marktpartijen
Vanaf maart 2005 vindt de pilot Loonaangifte 2006 plaats waarin een aantal marktpartijen, de
Belastingdienst en UWV door middel van een ketentest gezamenlijk vaststellen dat
loonaangiften kunnen worden verzonden, ontvangen en verwerkt binnen zowel
Belastingdienst als UWV.2 Getoetst wordt of de basisvoorzieningen werken die de stroom van
de werkgever, via de Belastingdienst tot aan UWV ondersteunt. Hiermee wordt aangetoond
dat de keten van de loonaangifte 2006 werkt en de geldstroom van de loonheffing en de
premies werknemersverzekeringen vanaf 2006 is gewaarborgd. In april 2005 zijn de eerste
loonaangiften binnen de ketentest van de marktpartijen ontvangen. De verwerking binnen de
Belastingdienst en de doorlevering aan UWV zijn goed verlopen. Er zijn geen blokkerende
bevindingen. De eerste testresultaten van de verwerking van de gegevens in de UWV-
registratie zijn positief. Het betreft hier de test met een "kaal" systeem, dat wil zeggen dat in
deze test niet de correctiesystematiek wordt meegenomen
"Go, no go" beslissing
In de planning is een "go, no go" beslissing opgenomen per 1 juli 2005.
De Tweede Kamer wordt over deze beslissing separaat geïnformeerd.
Ketentest Belastingdienst-UWV
Vanaf juli 2005 starten de testen van de processen van de werkgeversadministratie tussen
Belastingdienst en UWV.Vervolgens is vanaf december 2005 de test van de volledige keten
van gegevensstromen gepland: van werkgevers via de Belastingdienst (met het nieuwe
Loonheffingensysteem) en de polisadministratie naar de afnemende processen en organisaties
als WW/AG, CvZ, CBS3. Voorwaarde voor het kunnen uitvoeren van een ketentest is dat de
op elkaar aansluitende te testen onderdelen zowel bij Belastingdienst als UWV beschikbaar
2 Op basis van de (voorlopige) specificaties loonaangifte 2006 heeft een aantal
werkgevers/softwareontwikkelaars in de periode van oktober 2004 t/m februari 2005 hun salarissoftware
aangepast. Met deze aangepaste software zijn zij/ hun klanten in staat om loonaangifteberichten aan te leveren.
Tijdens de daadwerkelijke uitvoeringsfase (maart t/m juni) sturen zij voor de tijdvakken februari, maart en april
2005 loonaangifteberichten in. Deze berichten worden door Belastingdienst en UWV in een aparte testomgeving
verwerkt en vergeleken met de reguliere aangifte loonbelasting en doorgeleverd aan UWV.
3 Exclusief het Opname- en Verzekerdenbericht aan in de Polisadministratie geregistreerde personen.
12
zijn. Onzeker is of dat voor alle functionaliteiten zoals oorspronkelijk is voorzien, tijdig het
geval zal zijn. De impact van de onlangs bekend geworden wijzigingen in de planning van de
Belastingdienst wordt op dit moment onderzocht. Voorzien wordt dat de volledige ketentest
vanaf december 2005 kan plaatsvinden en doorwerkt tot in 2006.
De testfase en de productiefase komen daardoor waarschijnlijk zeer dicht bij elkaar te liggen.
Eind juni 2005 ontstaat meer helderheid over de inhoud van de ketentesten in relatie tot de
planning.
Deze ketentest is in feite het sluitstuk van de daaraan voorafgaande deelprocessen- en
applicatietests bij de Belastingdienst, UWV, en de afnemende processen.
De ketentest geeft de zekerheid of alle processen in de keten van markt, Belastingdienst en
UWV goed op elkaar aansluiten. Onderkend is dat de tijd die beschikbaar is beperkt is. Daar
staat tegenover dat vóór 1 november al vele delen van de keten afzonderlijk zijn getest. UWV
en Belastingdienst maken afspraken over de wijze waarop de test gegeven deze beperkingen
zo goed mogelijk kan worden uitgevoerd.
3.2.2 De haalbaarheid en externe factoren
In deze paragraaf wordt ingegaan op de volgende externe factoren die de haalbaarheid van
Walvis en Wfsv kunnen beïnvloeden:
· ontwikkelingen die verband houden met de wetgeving en lagere regelgeving;
· ontwikkelingen op het terrein van de markt, communicatie en de marktbewerking;
· afhankelijkheden gegevensleveringen van polisadministratie aan derden;
· relaties met andere authentieke registraties.
Ontwikkelingen wetgeving en lagere regelgeving Wfsv en Walvis
De Eerste Kamer heeft de wetgeving Walvis in juni 2004 aangenomen en de wetgeving Wfsv
in december 2004. Om een tijdige invoering van Walvis en Wfsv mogelijk te maken is, met
instemming van de ministeries, voorafgaand aan de afronding van de wetgeving gestart met
voorbereidende werkzaamheden bij UWV en Belastingdienst.
Om te borgen dat mogelijke wijzigingen zo vroegtijdig mogelijk bekend zouden zijn, is er een
grote betrokkenheid van UWV en Belastingdienst bij de lagere regelgeving. Zo hebben de
beide uitvoeringsorganisaties bouwstenen aangeleverd voor lagere regelgeving. Op veel
onderdelen is de definitieve vormgeving van de lagere regelgeving echter nog niet
gerealiseerd.
Onder verantwoordelijkheid van SZW wordt, in overeenstemming met Financiën, in het kader
van de Wfsv op vijf gebieden nadere wet- en regelgeving opgesteld:
1. aanpassing van het Besluit SUWI (in de vorm van een AMvB);
2. besluit Wfsv (in de vorm van een AMvB);
3. een AMvB met technische aanpassingen (wijzigingen van andere Besluiten);
4. regeling Wfsv waarin alle Ministeriële regelingen o.g.v. Wfsv in worden opgenomen;
5. een Regeling met technische aanpassingen (wijzigingen van andere Regelingen).
Het concept-Besluit Wfsv over bijzondere bepalingen voor de premievaststelling, is eind april
voor de uitvoeringstoets naar ondermeer UWV gegaan. Het concept-aanpassingsbesluit SUWI
over onder meer de gegevensset polisadministratie en de gegevensverstrekking door UWV
aan private instanties en bestuursorganen, is eind mei 2005 voor een uitvoeringstoets
uitgegaan. In deze besluiten is deels nog geen rekening gehouden met de mogelijke gevolgen
van de invoering van de WIA en de ZVW per 2006.
13
Medio 2005 is voorzien in de afronding van de op deze besluiten gebaseerde lagere
regelgeving in materiële zin. De verwachte formele afronding is voorzien in september 2005.
Naast bovengenoemde nadere regelgeving ziet de nadere regelgeving in het kader van de
Wfsv onder meer op de dagloonregels en de aanwijzingen voor de rekenmethodiek. De
automatiseringsaanpassingen die op gang zijn gebracht ten behoeve van de
uitkeringssystemen van UWV zijn gebaseerd op aannames met betrekking tot deze
onderdelen. Indien de definitieve inhoud afwijkt van de verwachtingen op deze onderwerpen
ontstaan risico's voor de tijdige implementatie.
Ontwikkelingen markt en marktbewerking
Een belangrijke voorwaarde voor het welslagen van de Walvis- en Wfsv-operatie is dat de
markt de daarvoor noodzakelijke aanpassingen tijdig en juist kan realiseren. Om de markt
hiertoe in staat te stellen is deze betrokken bij de ontwikkeling van de nieuwe loonaangifte en
de nieuwe rekenregels.
De afstemming met de markt geschiedt via het Extern Platform Loonaangifte 2006 (EPL) en
binnen de overlegstructuur DiVoSa. Daarnaast wordt ook deelgenomen aan een viertal
regionale klantenpanels A&A-kantoren. De marktpartijen dragen op deze wijze kritisch, maar
constructief bij aan het gezamenlijke ontwikkeltraject.
Deelnemers van het EPL, VNO/NCW en het Verbond van Verzekeraars hebben in de
verslagperiode door middel van een aantal brieven hun zorgen geuit over de implementatie bij
de markt. Deze zorgen betreffen het tijdig gereed zijn van de specificaties, de kwaliteit van
de toelichtingen, de testmogelijkheden en de snelheid waarmee vragen beantwoord worden.
Daarnaast leidt de strikte hantering van het moment waarop loon genoten wordt (het
zogeheten fiscale genietingsmoment) in sommige administraties tot problemen. De
Belastingdienst en UWV erkennen het belang van de aangedragen onderwerpen en zijn met
partijen nader overleg aangegaan. Alle belangrijke specificaties zijn thans gepubliceerd.
Enkele toelichtende documenten worden begin juni 2005 gepubliceerd. Voor het sneller
beantwoorden van vragen zijn maatregelen genomen. Over de testmogelijkheden en de
testsets vindt nog afstemming met marktpartijen plaats.
Gebleken is dat bepaalde salarissystemen nabetalingen zodanig boeken dat dit in de nieuwe
loonaangiftesystematiek leidt tot onnodige correctieberichten en boetes.Werkgevers, de
Belastingdienst en UWV/polisadministratie hebben met elkaar vastgesteld dat dit niet
wenselijk is. Zij zullen met de softwareleveranciers overleggen op welke wijze deze
ongewenste effecten kunnen worden voorkomen.
Ontwikkelingen markt en communicatie
De invoering van Walvis en Wfsv wordt begeleid met een uitgebreide
communicatiecampagne. Deze campagne richt zich op vier doelgroepen: ontwikkelaars van
salarissoftware, werkgevers, accountants- en administratiekantoren en uitkeringsinstanties als
UWV, SVB, gemeentelijke sociale diensten (GSD'en) en pensioenfondsen.
Alle ontwikkelaars van salarissoftware zijn inmiddels geïnformeerd over de belangrijkste
specificaties en uitgenodigd om in clusters deel te nemen aan begeleidingssessies die de
Belastingdienst organiseert. Deze clusters zijn doelgroepgewijs opgezet
(salarisservicebureaus, uitkeringsinstanties, commerciële ontwikkelaars e.d.).
Alle administratie- en accountantskantoren (A&A) hebben in september 2004 een
informatiepakket ontvangen. A&A kantoren ontvingen daarnaast nog voorlichtingsmateriaal
14
voor hun cliënten. Gelijktijdig is het telefonische informatiepunt voor werkgevers
opengesteld.
Alle werkgevers en A&A-kantoren hebben in maart 2005 een Nieuwsbrief ontvangen.
Daarnaast is deelgenomen aan `de Week van de Ondernemer' waar onder andere Minister de
Geus aandacht heeft gevraagd voor de nieuwe Loonaangifte 2006. Met de
werkgeversorganisaties en de belangrijkste vaktijdschriften zijn de communicatieactiviteiten
afgestemd. Dit heeft geresulteerd in diverse publicaties. Met alle overige uitkeringsinstanties
(UWV, GSD'n, Pensioenfondsen en verzekeraars, SVB) zijn afspraken gemaakt over de
informatie- en communicatiebehoefte en is daar invulling aan gegeven.
Monitoring
In december 2004 is een meting uitgevoerd onder werkgevers en A&A-kantoren om hun
kennis, houding en gedrag rondom Loonaangifte 2006 te inventariseren.
Aan het onderzoek hebben 350 accountants- en administratiekantoren (A&A-kantoren) en
1.000 werkgevers meegewerkt. Ongeveer 80% van de A&A-kantoren was redelijk tot goed op
de hoogte van de veranderingen in de manier van aangeven per 2006 en ruim de helft stond
hier positief tegenover. Bijna de helft van de A&A-kantoren had op het meetmoment alle
cliënten of een groot deel daarvan al geïnformeerd over de loonaangifte 2006. De andere helft
van de A&A-kantoren meldde voor het merendeel van plan te zijn hun cliënten kort na
december 2004 nog te gaan informeren over de nieuwe loonaangifte. De werkgevers waren
eind 2004 minder goed op de hoogte: minder dan de helft was bekend met de veranderingen
rondom de nieuwe loonaangifte. Het merendeel hiervan stond wel positief tegenover de
veranderingen.
Als gevolg van de resultaten van de monitor is besloten vanaf november 2005 een extra
communicatieactiviteit uit te voeren met de werktitel "Bent u er al klaar voor? Het is de
hoogste tijd!" Op basis van de monitor in juni en oktober/november 2005 wordt bepaald
welke doelgroepen extra aandacht behoeven en op welke wijze deze doelgroepen op dat
moment het beste kunnen worden benaderd.
Communicatie met buitenlandse ondernemingen
Ten behoeve van in het buitenland gevestigde werkgevers, die voor werknemers in Nederland
loonaangifte moeten doen is een nadere analyse uitgevoerd. Het gaat om ca. 2.200
ondernemingen. De meeste van deze ondernemers heeft "domicilie gekozen" in Nederland
doordat zij formeel gebruikmaken van in Nederland gevestigde intermediairs. Deze groep
maakt gebruik van reguliere aangiftesoftware en communicatiemiddelen. Hiervoor zijn geen
specifieke communicatiemiddelen nodig. Daarnaast is er een groep van ca. 880 ondernemers
die hun domicilie in het buitenland hebben. De informatievoorziening aan deze doelgroep zal
in ieder geval gericht, door middel van `direct mail' geschieden, in de Engelse taal.
Gegevensleveringen door polisadministratie
De verantwoordelijkheden voor de verstrekking van gegevens uit de polisadministratie zijn
vanaf 1 januari 2006 belegd bij "Gegevenservices UWV", een nieuw organisatieonderdeel
van UWV. Dit organisatieonderdeel heeft tot taak heeft met huidige en toekomstige afnemers
de mogelijkheden te verkennen om gegevens van UWV af te nemen. Daarmee is het voor de
afnemer duidelijk wat het eerste aanspreekpunt is.
Afnemersoverleg polisadministratie
De afnemers van gegevens van UWV zijn uitgenodigd om deel te nemen aan een platform om
thema's te bespreken die van gemeenschappelijk belang zijn. UWV heeft daartoe het
15
Afnemersoverleg polisadministratie ingericht. Het Afnemersoverleg is twee maal gehouden,
in januari en maart 2005. In 2005 zullen nog zeker twee bijeenkomsten volgen. Thema's die
aan de orde komen zijn de voortgang van de wetgeving, de juridische kaders, terugmelding
van bij de afnemers geconstateerde onjuistheden in de gegevens etc.
Raad van advies polisadministratie
UWV wil van de polisadministratie een breed bruikbare basisregistratie maken en de
bedrijfsactiviteit gegevensdiensten tot een volwaardige productlijn neerzetten. UWV wil
hiermee maatschappelijke doelen als administratieve lastenverlichting, verlaging van
uitvoeringskosten, bevorderen van het klantgemak en verbetering van de handhaving
realiseren. Om deze doelstelling te verwezenlijken heeft UWV de Raad van Advies
polisadministratie ingericht, een adviserend college van deskundigen dat met UWV meedenkt
over de ontwikkeling van de met de polisadministratie te realiseren gegevensdiensten. De
Raad van Advies komt 2 tot 4 keer per jaar bij elkaar.
Relaties met andere basisregistraties
In het programma Stroomlijning Basisgegevens (SBG) wordt aan de polisadministratie de
taak toebedeeld van de authentieke basisregistratie van dienstverbanden en
uitkeringsverhoudingen.
In paragraaf 3.3.2 wordt gemeld dat de Raad van Bestuur van UWV eind 2004 heeft besloten
het oorspronkelijke hoge ambitieniveau voor de polisadministratie bij te stellen.
De doelstelling de polisadministratie op termijn te doen uitgroeien tot een Authentiek Register
blijft echter ongewijzigd. In mei 2005 is nader onderzoek gestart hoe dit te bereiken.
3.2.3 De haalbaarheid en interne factoren
Dit risico ziet op het niet tijdig realiseren van de voorzieningen tegen de begrootte kosten.
De belangrijkste maatregelen ter afdekking van dit risico betreffen:
· het opstellen van een masterplan;
· het instellen van een gezamenlijk programmabureau;
· tijdige oplevering processen en terugvalscenario's.
Opstellen van masterplan
Begin juni 2005 komt een geactualiseerde versie van het masterplan beschikbaar.
Het masterplan geeft in onderlinge samenhang de belangrijkste mijlpalen weer voor SUB.
Het geeft een overall-inzicht in de planning en de afstemmomenten tussen UWV en
Belastingdienst, afhankelijkheden, risico's, financiële planning en dergelijke.
Instellen gezamenlijk programmabureau
De projectorganisatie wordt steeds aangepast aan de fase van de projectontwikkeling.
Die komt thans in de fase van realisatie en implementatie. Om die reden is het management
van de uitvoeringsorganisaties gaan deelnemen aan het programmabureau.
Tijdige oplevering processen en terugvalscenario's
In onderdeel 3.3.2 wordt aangegeven dat UWV het ambitieniveau voor de ontwikkeling van
de polisadministratie heeft bijgesteld. In oktober 2004 is uit een testtraject gebleken dat het
risico dat componenten van de ICT-bedrijfsarchitectuur niet op tijd gereed zijn manifest is
geworden. Mede daarom is besloten het ambitieniveau bij te stellen en een alternatieve
aanpak (een terugvalscenario) in ontwikkeling te nemen.
16
Bij het uitwerken van dit alternatief is nut en noodzaak van het automatiseren van processen
nog eens kritisch beoordeeld. Het aantal te automatiseren processen kon daarmee zonder
aantasting van de basisfunctionaliteit worden teruggebracht. UWV beschikt nu weer over een
realistische planning.
3.3 ICT en ICT-investeringen
In dit onderdeel wordt ingegaan op de stand van de automatisering bij de Belastingdienst en
bij UWV. In paragraaf 2.4 is aangegeven wat de stand van zaken is ten aanzien van de
realisatie van de planning.
3.3.1 Automatisering Belastingdienst
In de rapportageperiode zijn een aantal aanpassingen aan het ontvangst- en
loonheffingssysteem gerealiseerd. Hierdoor is het mogelijk vanaf maart 2005 met een aantal
marktpartijen, UWV en Belastingdienst een testtraject te doorlopen. De Belastingdienst zal na
de test dit heffingssysteem verder inrichten om als fall-back voorziening op 01-01-2006 te
kunnen fungeren.
De realisatie van systemen voor de werkgeversadministratie UWV/Belastingdienst, inclusief
de migratie, ligt op planning en is tijdig gereed voor de betreffende deelketentest. In april
2005 zijn de eerste werkgevers op de hoogte gesteld van de matching van de aansluitnummers
van UWV en het loonbelastingnummer bij de Belastingdienst. Met deze matching is een
resultaat behaald van 98%. Om de matching volledig sluitend te maken, zullen de betreffende
werkgevers/inhoudingsplichtigen rechtstreeks worden benaderd.
Zoals in de eerste halfjaarlijkse rapportage is vermeld vindt de oplevering van het nieuwe
heffingssysteem gefaseerd plaats. De oplevering van de eerste delen ligt op planning en zijn
naar verwachting tijdig gereed voor de deelketentest. Het ontwerp voor delen die later in 2006
beschikbaar komen is opgestart. In de verwachte oplevering is vertraging opgetreden. De
oorzaak van de vertraging is de extra tijd die nodig is voor de testtrajecten, het aanpassen van
de ontwerpen aan de nieuwe rekensystematiek, de onderzoeken naar de gevolgen van de
wetsvoorstellen Zorgverzekeringswet en de WIA en het doorvoeren van daarmee verband
houdende wijzigingen en verbeteringen die zijn ingevoerd. Het traject ligt nu op het kritieke
pad.
In onderdeel 2.4 is een overzicht opgenomen van de actuele planning van de functionaliteiten
en de vertragingen die zijn opgetreden.
De dienstverleningsystemen en processen van de Belastingdienst zullen per 01-01-2006
ingericht zijn voor de taken rond de premieheffing werknemersverzekeringen De bouw is
gestart en ligt op planning.
Een deel van de huidige fiscale systemen van de Belastingdienst is aangesloten op de fiscale
database (FiBase), een database met loonbelastingkaartgegevens. De FiBase-gegevens
worden vanaf het jaar 2006 opgenomen in de polisadministratie.. De bestaande fiscale
systemen moeten daarom voor deze jaargegevens worden aangesloten op de
polisadministratie. Dit moet begin 2007 gereed zijn. De activiteiten hiervoor liggen op
schema.
3.3.2 Automatisering UWV
Bijstelling ambitieniveau polisadministratie.
17
Voor UWV is na oktober 2004 steeds duidelijker geworden dat per 1 januari 2006 niet alle
oorspronkelijk geplande functionaliteiten gerealiseerd zouden kunnen worden. Deels vanwege
het later dan oorspronkelijk beschikbaar komen van de specificaties van de functionaliteiten,
zoals de loonaangifte. Deels vanwege de technische complexiteit en te ambitieuze
prioritering. De Raad van Bestuur UWV heeft in december 2004 besloten wijzigingen aan te
brengen in de ontwikkeling en de bouw van de polisadministratie. Het oorspronkelijke hoge
ambitieniveau is bijgesteld. Eerst wordt de hoogste aandacht gegeven aan wat praktisch
gerealiseerd moet worden per 1 januari 2006. Ook heeft een bijstelling plaatsgevonden over
de wijze waarop aangesloten wordt op de informatiearchitectuur van UWV. Gewaarborgd
blijft, dat de wetswijzigingen Walvis en Wfsv per 1 januari 2006 zoals voorzien volledig
kunnen worden ingevoerd.
De besluiten van de Raad van Bestuur en de genomen ontwerpbeslissingen hebben verder
geen gevolgen voor de gegevensuitwisseling met de Belastingdienst, de controles op de
polisadministratie en de gegevensuitwisseling met de UWV-systemen (ten behoeve van de
uitkeringsverstrekking). Op 1 januari 2006 voldoet de polisadministratie aan de van
toepassing zijnde wettelijke eisen en contractuele verplichtingen. De hiervoor benodigde
functionaliteiten en de daarbij behorende geautomatiseerde en handmatige processen zijn dan
operationeel.
De bijstelling is evenmin van invloed op het feit dat gedurende 2006 nog gegevens moeten
worden uitgevraagd bij de werkgevers ten behoeve van de dagloonvaststelling.
Pas als de polisadministratie voldoende historie heeft opgebouwd, kan zoals voorzien gebruik
worden gemaakt van de gegevens op voorraad. De (mogelijke) gevolgen van deze bijstelling
voor het Europees aanbestedingstraject zijn beoordeeld. Op grond van ingewonnen juridisch
advies is geconcludeerd dat de voorgenomen wijziging in de opdracht past binnen de aan de
externe leverancier van softwareproducten gegunde opdracht en er geen noodzaak is tot
heraanbesteding van de opdracht.
Europese aanbesteding
De Europese aanbesteding voor de bouw van een belangrijk deel van de ICT-voorzieningen is
in de vorige verslagperiode afgerond. In mei 2004 is het contract met de softwareontwikkelaar
getekend. Na een opstartfase, waarin het leveranciersmanagement is opgezet en een Proof of
Concept met succes is uitgevoerd, is de softwareleverancier gestart met de bouw.
In de vorige verslagperiode is vermeld dat het Europese aanbestedingstraject voor het
rekencentrum (de voorzieningen voor de technische ondersteuning) in gang was gezet met de
vereiste publicatie van het "Request for information" en het "Request for proposal" (RFI en
RFP). De aanbesteding van het rekencentrum (Verwerkingsinfrastructuur) heeft uiteindelijk
geleid tot gunning aan de combinatie IBM/Capgemini.
Audit polisadministratie
De Raad van Bestuur heeft ten behoeve van het te nemen besluit voor de aanpassing van het
programma polisadministratie onder meer een audit laten doen door externe deskundigen.
De auditoren concluderen dat de gewijzigde koers een logische keuze is.
Effecten
De wijziging van de aanpak heeft geleid tot een aantal technische vereenvoudigingen.
De aansluiting op de systemen van in en externe afnemers blijft gewaarborgd. Het
functioneel ontwerp en het gegevensmodel zijn niet (of nauwelijks) gewijzigd. Het aantal te
18
automatiseren processen is teruggebracht. Daar waar de volumes dat rechtvaardigen, worden
processen handmatig uitgevoerd.
Migratie UWV polisadministratie
Om een ongestoorde bedrijfsvoering van UWV tijdens de opbouw van de polisadministratie
in 2006 en 2007 te garanderen, is het noodzakelijk dat de bestaande basisregistraties nog
enige tijd in stand blijven. Door middel van het synchronisatiemechanisme dat per 1 januari
2006 operationeel is, wordt zeker gesteld dat in de overgangsjaren de polisadministratie en de
basisregistraties dezelfde gegevens bevatten. De technische realisatie van de voor deze
voorzieningen benodigde systeemaanpassingen is in augustus 2004 van start gegaan en
verloopt volgens planning.
De hiervoor benodigde conversie van de persoons- en werkgeversgegevens vanuit de
basisregistraties naar het model van de toekomstige polisadministratie biedt tevens de
mogelijkheid om de afzonderlijke UVI gegevensverzamelingen te integreren tot één UWV-
gegevensverzameling. In het kader van de transformatie UWV worden de huidige
basisregistraties uitgefaseerd. Dit vindt in samenhang plaats met de ontwikkeling van de
polisadministratie. Vanaf 2006 wordt bepaald op welk moment de basisregistraties worden
uitgefaseerd.
Een voorwaarde om de processen in de toekomstige keten met de Belastingdienst uit te
kunnen voeren is dat de werkgeverregistraties van de Belastingdienst en UWV voorafgaand
aan de initiële vulling van de polisadministratie volledig met elkaar in overeenstemming zijn
Zoals hiervoor gemeld verloopt dit proces voortvarend. Inmiddels is een proces ingericht
tussen UWV en de Belastingdienst om de gegevens gesynchroniseerd te houden.
Inhoudingsplichtigen zijn op de hoogte gesteld van het resultaat van de afstemming en de
ontdubbeling. Bij wijziging wordt de betreffende inhoudingsplichtige geïnformeerd.
Aanpassing distribuerende functie in verband met Walvis
De uitkeringsprocessen UWV worden aangepast aan de eisen die de wet Walvis stelt.
Die aanpassingen omvatten vier grote eenheden:
· aansluiten op de polisadministratie;
· invoering van een dagloonmodule;
· aanpassen van de claimsystemen en werkprocessen (aansluiten op de
polisadministratie);
· aanpassen van de bruto-/nettosystemen (ingevolge de Wfsv).
Waar tot nu toe de uitkeringssystemen worden gevoed met gegevens die in de
claimafhandeling worden uitgevraagd bij de werkgevers, gebeurt dat na invoering van Walvis
in toenemende mate op basis van gegevens uit de polisadministratie.
Vanaf begin 2007 zal de polisadministratie voldoende loongegevens gaan bevatten om
uitkering op te kunnen vaststellen.
De uitkeringssystemen worden aangepast aan de veranderde gegevensstromen en aan de
aangepaste processen. Ter ondersteuning van de dagloonberekening wordt op basis van de
concept-dagloonregels één dagloonmodule gebouwd die door alle uitkeringssystemen van
UWV gebruikt wordt. Daarnaast worden de systemen geschikt gemaakt voor gebruik van de
dagloonmodule.
De Wfsv heeft ook gevolgen voor UWV in de rol van inhoudingsplichtige ten aanzien van
uitbetaling van de uitkeringen ZW, WW en WAO. Het bruto/netto traject en de
betaalsystemen ondergaan grote wijzigingen. Naast de voorzieningen die worden getroffen
19
om vanaf januari 2006 loonaangifte te kunnen doen aan de Belastingdienst, worden deze
systemen ondermeer ingrijpend geraakt door de invoering van de Zvw, WIA en de Wet
aanpassing regime VUT/prepensioen en invoering Levensloopregeling VPL).
3.3.3 De ICT-investeringen
De ICT-kosten betreffen alle kosten voor het ontwerpen, bouwen, accepteren en
implementeren van alle geautomatiseerde systemen. Hierin zijn ook begrepen alle tijdelijke
automatiseringssystemen die noodzakelijk zijn ten behoeve van de gegevensmigratie van de
huidige in gebruik zijnde systemen naar de in het kader van Walvis/Wfsv nieuw ontworpen
systemen. De kosten voor het operationeel houden van oude systemen maken onderdeel uit
van de reguliere begroting van UWV.
De ICT-kosten van de deelprojecten van Walvis/Wfsv binnen UWV en Belastingdienst vanaf
de start van het project tot en met maart 2005 en de prognose voor het gehele project zijn als
volgt:
Tabel 1 ICT-kosten (in euro's x 1 mln.)
Cumulatief t/m maart 2005 Totaal project
Budget Realisatie Verschil Budget Prognose Verschil
ICT kosten UWV 67,5 46,5 21,0 139,1 148,3 -9,2
ICT kosten Belastingdienst 56,5 43,8 12,6 83,8 83,8 0
Totaal 124 90,3 33,6 222,9 232,1 -9,2
UWV/Walvis/polisadministratie
De geprognotiseerde ICT-kosten bij het UWV overschrijden het oorspronkelijke budget met
9,2 miljoen. Deze overschrijding wordt, conform de met SZW gemaakte afspraken, voor 6,6
miljoen gecompenseerd door meevallers binnen de overige kostencomponenten van het
SUB/Walvis-project. Het resterende verschil van 2,6 miljoen wordt binnen het interne
UWV-projectbudget gecompenseerd.
Belastingdienst
In de 1e halfjaarlijkse rapportage is gemeld dat ten opzichte van de oorspronkelijke planning,
een aantal processen en systemen is verschoven is in de tijd.
Het gevolg is dat de uitgaven later plaatsvinden dan was gepland. Dat wordt nu zichtbaar in
de uitnutting over de laatste maanden van de rapportageperiode. Door het later opleveren van
het volledige heffingssysteem zal het projectteam langer in stand gehouden moeten worden.
Onderzoek is gaande naar de extra ICT-kosten die hiermee gemoeid zijn.
Daarnaast is het project betrokken bij de implementatie van nieuwe wetgeving, zoals de ZVW
en WIA. De financiële consequenties hiervan zijn nog niet verwerkt in het projectbudget. Ook
zijn de ontwikkeltrajecten voor de Eerstedagsmelding en de weekaanlevering nog niet
volledig uitgewerkt en in het budget opgenomen.
Op grond van het voorgaande zullen de totale ICT-kosten voor de Belastingdienst naar
verwachting hoger uitkomen dan het huidige budget.
De verschillende effecten zullen de komende weken in kaart gebracht worden, rekening
houdend met mogelijke minderkosten als gevolg van onderuitputting bij de overige uitgaven.
(zie onderdeel 3.5).
20
3.4 De personele gevolgen en de personele afwikkeling
In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan de begeleiding van UWV-personeel en aan de
inmiddels gerealiseerde uitstroom van UWV-personeel. Ook wordt aandacht besteed aan de
stand van zaken rond het convenant inzake de overgang van UWV-personeel naar de
Belastingdienst.
3.4.1 Overgang van personeel UWV naar Belastingdienst
In verband met de overgang van taken naar de Belastingdienst gaan 800 fte (hierna
medewerkers) over van UWV naar de Belastingdienst. Deze overgang krijgt zijn beslag in
drie tranches, te weten per 1 juli 2005, per 1 januari 2006 en per 1 januari 2007. Voor de
eerste tranche (475 medewerkers) heeft de selectie van medewerkers inmiddels
plaatsgevonden, mede op basis van belangstellingsregistratie. Deze tranche ziet met name op
medewerkers in de looncontrole en bijzonder onderzoek. De selectie voor de tweede en derde
tranche wordt gecombineerd in mei en juni 2005 uitgevoerd en omvat in totaal 325
medewerkers. Ten behoeve van de selectie heeft de Belastingdienst een formatieplan met
zogeheten functieprofielen en een regionale verdeling opgesteld. De selectie uitgaande van de
functieprofielen en de regio's wordt uitgevoerd door UWV. Parallel aan de selectie van de
medewerkers voor de tweede en derde tranche verloopt ook de selectie van medewerkers voor
de nieuwe polisadministratie die UWV momenteel voorbereidt. Door de taakoverheveling van
UWV naar Belastingdienst wordt een aanzienlijk aantal UWV-medewerkers overtollig. In
verband hiermee heeft UWV veel prioriteit geven aan mobiliteit van personeel. Hiertoe is een
aparte projectorganisatie in het leven geroepen, Service-organisatie genaamd.
3.4.2 Overgang personeel fraudepreventie en opsporing
Als gevolg van de overheveling van de premieheffing werknemersverzekeringen gaan ook
opsporingstaken op het terrein van werkgeversfraude over naar de FIOD-ECD. Deze
werkzaamheden worden thans voornamelijk uitgevoerd door UWV/Directoraat Fraude
Preventie en Opsporing (FPO). Bij de inbedding van de werkzaamheden wordt aangesloten
bij de werkwijze die de FIOD-ECD hanteert bij de opsporing. Met de overheveling van de
opsporingstaken zijn in totaal 35 fte gemoeid. De overgang van de desbetreffende
medewerkers naar de FIOD-ECD vindt plaats op basis van dezelfde financieringswijze en
onder dezelfde condities als de overgang van de 800 UWV-medewerkers die bij de
Belastingdienst ingezet worden voor de heffing, inning en controle van premies
werknemersverzekeringen. SZW/UWV dragen zorg voor de financiering hiervan.
3.4.3 Personele effecten distribuerende functie
De invoering van Walvis leidt op termijn tot een verdere structurele reductie van 400
medewerkers bij de distribuerende functie binnen UWV (voor de uitvoering WW 100 en voor
de uitvoering WAO en ZW 300 medewerkers). Deze aantallen zijn gebaseerd op ramingen, In
de Zomer van 2005 vindt een nauwkeuriger vaststelling plaats van de personele gevolgen
voor de distribuerende functie. De veranderingen voor de uitvoering treden op als gevolg van
de beschikbaarheid van actuele gegevens vanuit de polisadministratie. Gezien de geleidelijke
opbouw van deze administratie vindt deze personeelsreductie vanaf 2007 gefaseerd plaats.
3.4.4 Begeleiding UWV-personeel
Per saldo zal als gevolg van de taakoverheveling naar de Belastingdienst sprake zijn van een
forse afbouw van de huidige Divisie Werkgevers van UWV. UWV streeft ernaar om
medewerkers optimaal van werk naar werk te begeleiden. Dit streven geldt voor zowel te
herplaatsen personeel binnen UWV, medewerkers die overgaan naar de Belastingdienst als
voor de betrokkenen die hun carrière vervolgen op de externe arbeidsmarkt. Naarmate de
21
uitvoering hiervan effectiever verloopt kan het beroep op de regelingen uit het Sociaal Plan
van UWV beperkt blijven. De Service-organisatie neemt de ondersteuning en begeleiding van
de veranderingen voor het personeel en het management voor zijn rekening.
3.4.5 Gerealiseerde uitstroom UWV-personeel
UWV ontplooit verschillende activiteiten om de beoogde personeelsuitstroom te realiseren en
te faciliteren. Zo zijn regionale Mobiliteitscentra opgericht om medewerkers te begeleiden en
te adviseren in hun traject van werk naar werk. Met medewerkers worden
maatwerkoplossingen ontwikkeld, bijvoorbeeld in de vorm van scholing, om de inzetbaarheid
van medewerkers te vergroten. Deze activiteiten hebben thans reeds effect gesorteerd; in de
eerste helft van 2004 zijn zo'n 200 medewerkers vrijwillig vertrokken. In 2004 zijn zo'n 400
medewerkers van de Divisie Werkgevers vrijwillig vertrokken, waarmee de te realiseren
afbouw op schema ligt.
3.4.6 Opleiding personeel
De begeleiding van het personeel vindt voor een belangrijk deel plaats door middel van
opleidingen. De opleidingsactiviteiten zijn te onderscheiden in:
· Her- of bijscholing van boventallig personeel van UWV.
Deze vorm van begeleiding wordt aangeboden aan de individuele medewerker om de
positie op de arbeidsmarkt te verbeteren;
· Scholing door UWV van het zittende personeel van de Belastingdienst.
Binnen UWV heeft inventarisatie plaatsgevonden van de onderwerpen en de
noodzakelijke diepgang om de Belastingdienstmedewerkers op hun nieuwe taken voor
te bereiden. De opleidingsbehoefte binnen de Belastingdienst is geïnventariseerd en
afgestemd, de omvang van het op te leiden personeel is bepaald en het opleidingsplan
is gereed. De opleidingen zelf zijn ingepland in het vierde kwartaal 2005;
· Opleiding door Belastingdienst van overkomend UWV-personeel.
Het bestaande opleidingsmateriaal van de Belastingdienst is aangepast aan de situatie
na 1 januari 2006. Daarnaast is bezien welke opleidingsmodules (verplicht dan wel
facultatief) aan de verschillende groepen overkomende UWV-medewerkers worden
aangeboden. De feitelijke scholing van de medewerkers vindt plaats na overkomst
naar de Belastingdienst.
3.4.7 Convenant overgang UWV-medewerkers naar Belastingdienst
De spelregels rond de overgang van UWV-medewerkers, zoals inschaling bij de
Belastingdienst en overbrugging van bestaande verschillen in rechtspositie, is vastgelegd in
een convenant tussen de betrokken partijen. Dit betreft naast UWV en Belastingdienst ook de
vakorganisaties. Eind november 2004 is materieel overeenstemming tussen de partijen
bereikt. De formele ondertekening van het convenant heeft op 4 februari 2005
plaatsgevonden.
3.5 Overige kosten
Naast de kosten voor ICT worden er ook kosten gemaakt ten aanzien van het sociaal plan en
de communicatie. In onderstaand overzicht wordt het verloop van de uitputting van deze
budgetten weergegeven. Ter wille van de volledigheid zijn hierin ook de ICT-kosten
opgenomen.
---
Tabel 2 Totaaloverzicht (in euro's x 1 mln.)
Cumulatief t/m maart 2005 Totaal project
Budget Realisatie Verschil Budget Prognose Verschil
Sociaal plankosten UWV 11,8 6,4 5,4 145,4 145,4 0,0
Communicatie UWV 4,5 1,9 2,6 10,1 6,5 3,6
Overig UWV 11,9 4,0 7,9 17,5 14,5 3,0
ICT kosten UWV 67,5 46,5 21,0 139,1 148,3 -9,2
Totaal UWV 95,7 58,8 36,9 312,1 314,7 -2,6
Sociaal plankosten 0,0 0,0 0,0 16,0 16,0 0,0
Belastingdienst
Communicatie 0,9 0,2 0,6 2,0 2,0 0,0
Belastingdienst
Overig Belastingdienst 14,3 0,6 13,7 27,4 27,4 0,0
ICT kosten Belastingdienst 56,5 43,8 12,6 83,8 83,8 0
Totaal Belastingdienst 71,7 44,6 26,9 129,2 129,2 0,0
De overige kosten lijken lager uit te vallen ten opzichte van het eerder ingeschatte verloop.
Hoewel de uitgaven voor bijvoorbeeld opleidingen en formulieren pas eind 2005 en volgende
jaren gemaakt worden, en er dus nog sprake is van inloop, is de verwachting dat er
uiteindelijk sprake zal zijn van enige onderuitputting. Zoals hiervoor in onderdeel 3.3.3 is
aangegeven treden bij de Belastingdienst naar verwachting meerkosten op voor de ICT-
voorzieningen. De komende weken zal de exacte omvang in kaart gebracht worden en wordt
de prognose geactualiseerd.
3.6 Overige onderwerpen
In deze paragraaf wordt aandacht geschonken aan:
· de Eerstedagsmelding (EDM);
· de weekaanlevering voor de uitzendbranche;
· het toezicht door de Belastingdienst.
3.6.1 Eerstedagsmelding
In het kader van het tegengaan van illegale tewerkstellingen en de daarmee samenhangende
premiefraude is vanuit de politiek aangegeven dat behoefte bestaat aan de invoering van een
zogeheten Eerstedagsmelding. De Eerstedagsmelding is daarom opgenomen in de
Invoeringswet Wfsv. Dit houdt in dat werkgevers nieuwe dienstverbanden in het algemeen
vóór de eerste werkdag van de werknemer moeten melden. Deze meldingen bieden een
mogelijkheid om het toezicht op dienstverbanden te versterken. De Eerstedagsmelding zal
vanaf 1 juli 2006 gefaseerd door de Belastingdienst worden ingevoerd. Op termijn kunnen de
Eerstedagsmelding -gegevens ook beschikbaar worden gesteld aan de polisadministratie en
andere belanghebbende instanties. Het onderzoek naar dit breder gebruik van de
Eerstedagsmelding vindt in de eerste helft van 2006 plaats.
Op het aspect van de administratieve lasten voor de EDM heeft overleg plaatsgevonden met
de uitzendbranche, de ABU. Gebleken is dat een koppeling van de EDM-gegevens met de
weekaanlevering, de door de Minister van SZW gesuggereerde, zogeheten "volgende weekse
melding geen verlichting biedt. De ABU ziet meer mogelijkheden in het geautomatiseerd
aanmaken en aanleveren van de EDM uit de bestaande systemen. Ook andere marktpartijen
hebben dit aangegeven. De Belastingdienst zal deze ontvangstvoorziening inrichten..
23
3.6.2 Weekaanlevering
Met de uitzendbranche is afgesproken dat wekelijkse aanlevering van loongegevens ook na
invoering van Walvis en de Wfsv mogelijk blijft. UWV gebruikt deze gegevens onder meer
om het recht op en de duur van uitkeringen te bepalen.
Uitgangpunt is dat de weekaanlevering zo nauw mogelijk aansluit op de loonaangifte. Dat is
van belang met het oog op de uitvoeringskosten van de uitvoeringsorganisaties als de
administratieve lasten van werkgevers. Hierdoor is het traject van de weekaanlevering
complexer dan verwacht. Het ontwikkeltraject staat onder druk omdat de eigenschappen van
de flexibele arbeidsverhoudingen in de sector niet goed aansluiten op de meer generieke
structuur van de aangifte. In mei 2005 zijn afspraken gemaakt over de inhoud en invulling van
de weekaangifte die tot doel hebben de weekaanlevering en de loonaangifte zoveel mogelijk
op elkaar aan te laten sluiten. Daarbij is zoveel mogelijk rekening gehouden met
administratieve last die bij de uitzendsector komt te liggen en de informatiebehoefte van
UWV.
3.6.3 Toezicht door de Belastingdienst
Uitgangspunt bij de overgang van de collecterende functie van UWV naar de Belastingdienst
is dat de overkomende werkzaamheden worden ingepast in de bestaande werkprocessen van
de Belastingdienst. De uitgangspunten voor dit toezicht zijn opgenomen in de bestuurlijke
nota Toezicht, die begin 2004 in de gezamenlijke Stuurgroep SUB is vastgesteld.
De operationele invulling van de beleidsuitgangspunten heeft plaatsgevonden en is door de
betrokken partijen vastgesteld. De concrete uitwerking van het controlebeleid zal in 2005
verder worden uitgewerkt. Belangrijke elementen voor dat beleid zijn op dit moment reeds
bekend. Zo vindt de selectie voor de controles op de premieheffing werknemersverzekeringen
voor de jaren 2006 en 2007 op dezelfde manier plaats als thans bij UWV. Dit houdt mede
verband met de afhandeling van de controlejaren tot en met 2005, die nog onder de
verantwoordelijkheid van UWV plaatsvindt. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het bestaande
risicoselectiesysteem van UWV. De Belastingdienst baseert de te controleren posten onder
meer op een landelijke risicoanalyse. De criteria voor deze risicoanalyse wordt uitgebreid met
de specifieke risicoprofielen van UWV voor de premies werknemersverzekeringen.
De basis voor de controle van individuele ondernemingen wordt gevormd door de zogeheten
behandelplannen. In deze behandelplannen worden ook de aspecten voor de premieheffing
werknemersverzekeringen opgenomen. Niet alleen de heffingsaspecten krijgen hier een plaats
maar ook de toets op de betrouwbaarheid van de loonaangiftegegevens die de basis vormen
voor de polisadministratie.
Het vormgeven van het controlebeleid eindigt niet eind 2005, maar is onderdeel van een
dynamisch proces. Dit houdt in dat ook na 1 januari 2006 gebleken opbrengstrisico's worden
ingepast in het controlebeleid van de Belastingdienst.
Ten aanzien van de sectorindeling is besloten de betrokken afdeling van UWV in zijn geheel
over te plaatsen naar de Belastingdienst.
Het toezicht op de kwaliteit van de Polisgegevens wordt opgestart in de vorm van een pilot
met als doelstellingen (a) uiteindelijk (begin 2007) over 2006 een betrouwbaar
gegevensbestand op te bouwen, (b) uiteindelijk een goed werkende en efficiënte
procesbeschrijving voor deze toezichtsvorm te ontwikkelen.
24
In de rapportageperiode heeft de Algemene Rekenkamer een onderzoek ingesteld naar de
werking van de toezichtstrategie bij de Belastingdienst. De Algemene Rekenkamer heeft het
rapport op 26 mei jl. aan de Tweede Kamer aangeboden.
3.7 Verandercapaciteit uitvoeringsorganisaties
Nieuwe wetgeving die invloed heeft op Walvis/Wfsv
Zoals in de eerste halfjaarlijkse rapportage is opgemerkt, is op andere terreinen wetgeving
gestart die van directe invloed is op de invoeringstrajecten van Walvis/Wfsv bij UWV en
Belasingdienst en de uitkerings- en premiesystemen bij UWV. Naar verwachting zullen in de
loop van 2005 ook nieuwe wetgevingstrajecten worden opgestart. Hieronder is daarvan een
opsomming gegeven.
De belangrijkste ontwikkelingen die thans het Walvis/Wfsv-traject raken zien op de volgende
wetgevingstrajecten:
· Wet Werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) en invoeringswet WIA;
· Zorgverzekeringswet (ZVW) en de Invoeringswet ZVW;
· Werkloosheidswet (premiedifferentiatie wachtgeldfondsen).
De inpassing per 1 januari 2006 van deze ingrijpende aanpassingen van bestaande of nieuwe
wet- en regelgeving vraagt om inzet van verandercapaciteit van UWV en Belastingdienst. Het
verandervermogen van UWV wordt hoofdzakelijk ingezet op de realisatie van het
Beleidsprogramma 2005/2006, inclusief Walvis, de Wfsv en de WIA, zoals dat met de
minister van SZW is overeengekomen. Ten aanzien van de ZVW lijkt het vooralsnog
mogelijk deze samen met de Wfsv per 1 januari 2006 in te voeren, mits de relevante
regelgeving tijdig gereed is. Over de WIA kan worden opgemerkt dat in de wetsvoorstellen,
die thans bij de Tweede Kamer liggen, de premieheffing zodanig is vormgegeven dat deze
geen risico's bevat voor het invoeringstraject van Walvis/Wfsv per 1 januari 2006. Voor het
verdere traject moet dit nog worden onderzocht.
Voor het Beleidsprogramma UWV 2005/2006 geldt verder in algemene zin dat nog niet alle
regelgeving bekend is. Het betreft hier onder andere de lagere regelgeving WIA, alsmede de
Invoeringswet ZVW en de daarmee samenhangende lagere regelgeving.
Overzicht van relevante wetgeving voor invoering Walvis/Wfsv
- Wet Werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
- Invoeringswet WIA
- Zorgverzekeringswet (ZVW)
- Invoeringswet ZVW
- Werkloosheidswet (n.a.v. SER-advies)
- Aanpassing Premiebesluit marginale arbeid
- Aanpassing systeem premiedifferentiatie Wachtgeldfondsen
- Wet aanpassing regime VUT/prepensioen en invoering Levensloopregeling (VPL)
- Overname failliete werkgevers in relatie tot Pemba.
- Sociaal akkoord (afschaffing Pemba)
- Aanpassing inkomensbesluiten WAO/WIA (n. a.v. nieuwe loonbegrip)
- Belastingplan 2006 (BP 2006)
25
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid