Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk
05-SZW-B-119 van 9 juni 2005 AV/PB/05/44447
Onderwerp Datum
Uitvoering van moties 29 760, nrs 45 en 46 4 juli 2005
Bij brief van 9 juni heeft u mij gevraagd of u er van uit kan gaan dat (de strekking van) motie-
Bussemaker c.s. inzake een onderzoek naar voor- en nadelen van de flexibilisering van de
pensioenleeftijd (Kamerstukken II 2004/05 29 760, nr. 45), besloten ligt in de adviesaanvragen
aan diverse organisaties over belemmeringen voor doorwerken na 65 jaar.
Over deze motie heb ik u bij brief van 17 januari 2005 (Kamerstukken II, 2004/05, 29 760, nr.
55) geïnformeerd. Het uitgangspunt van deze brief is dat flexibilisering van de pensioenleeftijd voor
het kabinet géén doel op zichzelf is, maar moet worden beschouwd als een eventuele voorwaarde
om het langer doorwerken na de leeftijd van 65 jaar mogelijk te maken of te stimuleren. In de
AOW zitten naar het oordeel van het kabinet géén onderdelen die het doorwerken na 65 jaar
belemmeren. Datzelfde geldt voor de regelgeving voor de aanvullende pensioenen. Flexibilisering
van de pensioenleeftijd is dan ook niet nodig om belemmeringen weg te nemen voor dat langer
doorwerken.
Om die reden is in de adviesaanvragen waar in uw brief naar wordt verwezen niet expliciet
gevraagd om de voor- en nadelen van het doorwerken na 65 jaar in het adviestraject mee te
nemen.
Het staat echter partijen vrij om, daar waar zij menen dat het wenselijk dan wel noodzakelijk is,
om in hun advies in te gaan op de voor- en nadelen van flexibilisering van de pensioenleeftijd
aandacht te besteden.
Het kabinet zal na ontvangst van alle adviezen komen tot een beleidsmatige reactie.
Een nadere onderbouwing van het kabinetsvoornemen om de motie-Bussemaker/Verburg inzake
een regeling voor zelfstandigen (Kamerstukken II, 2004/05 29 760 nr. 46) niet uit te voeren zult u
ontvangen van de Staatssecretaris van Financiën, de eerstverantwoordelijke bewindspersoon voor
dit onderwerp.
De Minister van Sociale Zaken
2
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid