Universiteit van Amsterdam

Onderzoeksfocus Universiteit van Amsterdam

Bedrijven 'missing link' internationaal klimaatbeleid

Tony Blair heeft het klimaatbeleid bestempeld tot een van de twee speerpunten van de komende G8-top (6-8 juli). Dat is een goede zaak. Maar in de zoektocht naar maatregelen die de opwarming van de aarde tegengaan, blijft de rol van bedrijven nog altijd onderbelicht. Dat vindt UvA-hoogleraar Ans Kolk, die verder onderzoek gaat doen naar deze 'missing link' in het internationale klimaatbeleid.

Vierentwintig grote internationale bedrijven hebben de G8 opgeroepen om duidelijke regels op te stellen voor het klimaatbeleid en een internationaal systeem van emissiehandel in te voeren. Tegelijkertijd blijft de regering-Bush zich onder invloed van machtige bedrijven als oliegigant Exxon (Esso) verzetten tegen het Kyoto Protocol, zoals eerder deze maand op basis van regeringsdocumenten werd onthuld. Het zijn ontwikkelingen die Ans Kolk, hoogleraar Sustainable management aan de Universiteit van Amsterdam (UvA), met grote belangstelling volgt. 'Maar,' zegt ze, 'vergeet niet dat bedrijven ook zelf steeds meer concrete stappen zetten om klimaatbeleid in hun bedrijfsvoering te integreren, en dat ze serieus onderzoeken hoe het economisch aantrekkelijk kan zijn om bepaalde klimaatmaatregelen te nemen. Dit is iets wat in het midden van de jaren negentig, toen ik met onderzoek op dit terrein begon, nog nauwelijks het geval was. Maar nu speelt het bijvoorbeeld al een grote rol bij het vinden van oplossingen voor te hoge emissies. De rol van bedrijven is daarom cruciaal. We moeten vooral letten op hoe bedrijven inspelen op het klimaatbeleid van de overheid, en hoe het overheidsbeleid bedrijven kan stimuleren om mee te helpen.'

Kolk gaat hier met steun van NWO (die een post-doc onderzoeker financiert) de komende drie jaar verder onderzoek naar doen. De UvA-hoogleraar bouwt daarbij voort op lopend onderzoek waar zij nu met promovendus Jonatan Pinkse aan werkt. 'Bedrijven kunnen, door in te spelen of vooruit te lopen op beleid, veranderingen teweegbrengen. Toen landen in 1997 het Kyoto Protocol goedkeurden, wisten ze nog niet precies hoe ze dat verdrag moesten implementeren. Bedrijven als BP en Shell begonnen echter al met emissiehandel, intern, tussen hun verschillende vestigingen. Ze onderzochten of alternatieve energiebronnen, zoals zonne- en windenergie, zin hadden. Banken en verzekeraars, ook Nederlandse, ontwikkelden nieuwe producten om klimaatrisico's af te dekken en emissiehandel mogelijk te maken. Autobedrijven gingen onderzoek doen naar nieuwe verbrandingstechnieken.'


Door dit soort koerswijzigingen kunnen bedrijven soms winst maken of nieuwe markten aanboren. Er is bijvoorbeeld veel vraag naar de Toyota Prius, een auto met zowel een elektro- als een benzinemotor, die veel lagere emissies heeft. Ook in de VS, waar veel benzineslurpende terreinwagens rondrijden, overtreffen de verkopen van de Prius alle verwachtingen. Kolk noemt ook General Electric (GE), dat recentelijk heeft aangekondigd 1,5 miljard dollar te investeren in energiezuinige en milieuvriendelijker producten, die klanten van GE zoals Boeing en Airbus kunnen helpen emissies te verminderen. 'General Electric en andere bedrijven doen dit soort dingen ook omdat er in Europa sinds januari 2005 een emissiehandelssysteem is, en daardoor meer aandacht voor emissieverlaging. Bedrijven houden rekening met de mogelijkheid dat dit nu nog relatief beperkte systeem zal worden uitgebreid naar andere sectoren en andere landen.'


---
Bovenstaand leest u de eerste alinea's van de nieuwe Onderzoeksfocus van de UvA, een feature-artikel dat u vrij kunt overnemen of citeren. Voor de volledige tekst kunt u de bijgaande link aanklikken: http://bc.cms.uva.nl/actueel/object.cfm/objectid=6527C092-CE94-430B-B86163CAE1EB0391.