College van Beroep voor het bedrijfsleven


Bewijs in bestuursrechtelijke zaken. Eerlijk proces

Het bestuursprocesrecht kent, in tegenstelling tot het burgerlijk procesrecht, niet de formele bewijsopdracht. In de procedure voor de bestuursrechter dienen partijen uit eigen beweging hun stellingen voldoende aannemelijk te maken en spontaan het daarvoor benodigde bewijsmateriaal aan te dragen. Vervolgens kan de bestuursrechter, indien hij daartoe aanleiding ziet, gebruik maken van de in hoofdstuk 8 van de Algemene wet bestuursrecht neergelegde onderzoeksbevoegdheden. Nu betrokkene zijn stellingen niet met enig bewijsmateriaal heeft onderbouwd, was er voor de rechter geen aanleiding om van zijn onderzoeksbevoegdheden gebruik te maken. Van schending van artikel 6, eerste lid, van het EVRM in de zin van het recht op een eerlijk proces is geen sprake.

LJ Nummer

AT7174

Bron: Centrale Raad van Beroep
Datum actualiteit: 6 juli 2005 Naar boven