Bijlage bij AM/SAM/05/40212
Arbeidsdeelname van arbeidsgehandicapten: landelijk en bij het Rijk
Sinds 2000 zijn in de Enquête beroepsbevolking van het CBS vragen opgenomen om de
arbeidssituatie van arbeidsgehandicapten van 15-64 jaar te monitoren. Deze vragen zijn door
het CBS, in samenwerking met TNO Arbeid, ontwikkeld. Arbeidsgehandicapt betekent
volgens deze monitoring dat sprake is van een langdurige aandoening, ziekte of handicap die
betrokkene belemmert in het verkrijgen of uitvoeren van werk. Of een aandoening als
belemmerend wordt gekwalificeerd hangt af van het subjectieve oordeel van de ondervraagde
persoon. Voor verdere methodologische toelichting zij verwezen naar de publicatie
"Arbeidsgehandicapten 2003"1.
Volgens de CBS-Monitor Arbeidsgehandicapten waren er in 2003 1.730 duizend mensen van
15-64 jaar arbeidsgehandicapt, waarvan 44 procent (760 duizend) werkzaam. Op een totale
werkzame beroepsbevolking van 7.114 duizend personen bedroeg het aandeel
arbeidsgehandicapten hiermee 10,7 procent in 2003. In de sector `Openbaar bestuur' werkten
in 2003 538 duizend personen, waarvan 9,5 procent arbeidgehandicapt. De sector `Openbaar
bestuur' omvat naast het Rijk ook defensie, politie, rechterlijke macht, gemeenten, provincies
en waterschappen.
Volgens cijfers van het UWV over werkende verzekerden en werkende arbeidsgehandicapten
in 2002 bedroeg het aandeel arbeidsgehandicapten in de totale werkgelegenheid 7,0 procent
(486 duizend op 6.968 duizend).
Voor de sector `Overheid: rijk, politie, rechterlijke macht' bedroeg het percentage 6,3 procent
(12 duizend op 184 duizend werkende verzekerden).Volgens de UWV-telling worden alleen
die verzekerde personen als arbeidsgehandicapt geteld die voldoen aan de criteria van de
arbeidsgehandicaptentoets2.
Op grond van beide bronnen (CBS en UWV) kan geconcludeerd worden dat het aandeel
werkende arbeidsgehandicapten op het totaal werkenden bij de genoemde sectoren "Openbaar
bestuur"(CBS) respectievelijk "Overheid: Rijk, politie, rechterlijke macht"(UWV), iets (1,2
respectievelijk 0,7 procentpunt) lager is dan het landelijk gemiddelde van 10,7 (CBS)
respectievelijk 7,0 (UWV) procent. Het verschil is echter wel (veel) kleiner dan eerder
becijferd in de bijlage van de brief van de Staatssecretaris van SZW van 2 december 2004
(`Vragen AO Arbeidsmarktbeleid - TK 29 544, nr. 10) waar abusievelijk het CBS-cijfer voor
het landelijk gemiddelde (10,7 procent) is afgezet tegen een cijfer op basis van het aantal
WAO-uitkeringen per 100 verzekerden bij het Rijk (7,1 procent volgens de BZK-publicatie
"Kerngegevens Overheidspersoneel 2003").
1 I. Beckers, B. van Gils, H. Lautenbach, "Arbeidsgehandicapten 2003. Arbeidssituatie van mensen met een
langdurige aandoening.", CBS, december 2004.
2 In het kader van de Wet Rea is de arbeidsgehandicaptentoets ontwikkeld. Met dit in het
Arbeidsgehandicaptenbesluit omschreven instrument kan worden vastgesteld of iemand arbeidsgehandicapt is.
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid