Rechtbank Leeuwarden
Verzoek pleegouders baby Donna afgewezen
6 juli -
Op 5 juli 2005 is bij de rechtbank Utrecht een kort geding behandeld
over baby Donna. In de uitspraak van diezelfde dag heeft de Utrechtse
rechtbank het verzoek afgewezen.
Beslissing in kort geding:
De Nederlandse pleegouders hebben in kort geding gevorderd om de Raad
voor de Kinderbescherming te gelasten een verzoek tot het voortzetten
van de voorlopige voogdij te doen. Dit verzoek is afgewezen. Zij
hebben hierbij namelijk geen belang omdat de voorlopige voogdij
doorloopt zolang nog geen beslissing is genomen op het verzoek van 30
juni 2005.
Voorgeschiedenis:
Bij beschikking van 25 mei 2005 was baby Donna door de Nederlandse
rechter onder voorlopige voogdij van de stichting Bureau Jeugdzorg
geplaatst en zijn de draagouders in de uitoefening van het ouderlijk
gezag geschorst. Een dergelijke voorlopige voogdij geldt voor de duur
van zes weken, tenzij voor afloop van de termijn een bodemprocedure is
gestart.
Op 27 en 28 juni 2005 heeft overleg plaatsgevonden tussen een
Nederlandse en een Belgische rechter.
Vervolgens heeft de Belgische rechter op 29 juni 2005 de baby bij
wijze van voorlopige maatregel onder toezicht gesteld van de Sociale
Dienst van de Vlaamse Gemeenschap bij de Jeugdrechtbank.
De Nederlandse pleegouders hebben op 30 juni 2005 de Nederlandse
rechter verzocht om de Belgische draagouders het ouderlijk gezag te
ontzeggen en de pleegouders als voogd te benoemen.
De beslissing in kort geding van 5 juli wordt nog op schrift gesteld.
Bron: Rechtbank Utrecht
Datum actualiteit: 6 juli 2005 Naar boven