Gemeente Winterswijk
10 juli 2005
Bouwvergunning eerste fase bouw gemeentekantoor verleend
Winterswijk - Het college van burgemeester en wethouders heeft
besloten een bouwvergunning eerste fase te verlenen aan Victoria
Winterswijk b.v. voor het bouwen van een gemeentekantoor, ondergrondse
parkeergarage en 10 koopwoningen aan de Stationsstraat. In verband met
de te verlenen vrijstelling als bedoeld in artikel 19 lid 2 van de wet
op de Ruimtelijke Ordening heeft het bouwplan ter inzage gelegen.
Hierop zijn 2 zienswijzen ingediend. Het college heeft deze
zienswijzen ongegrond verklaard.
De bouwvergunningsprocedure verloopt in 2 fases. Bij de eerste fase
wordt getoetst aan het bestemmingsplan en aan redelijke eisen van
welstand. In deze eerste fase hoeven de technische gegevens nog niet
te worden uitgewerkt en ingediend. Een bouwvergunning eerste fase
betekent dus niet dat men al mag beginnen met bouwen, het is alleen
een uitspraak over de bestemmingsplantoets en de eisen van welstand.
Het bouwplan valt onder bestemmingsplan Sleeswijk en is bestemd voor
bedrijfs- en woondoeleinden. Dit bestemmingsplan is achterhaald.
Bedrijven zijn verhuisd en er zijn concrete plannen voor het gebied
langs de Stationsstraat en nabij de Goudvinkenstraat. De ruimtelijke
onderbouwing voor het gemeentekantoor is toegestuurd aan de provincie
en de inspectie VROM. Zij hebben ierder een verklaring afgegeven dat
een vrijstellingsprocedure artikel 19 lid 2 van de WRO gevolgd mag
worden. In verband met het voornemen vrijstelling en een reguliere
bouwvergunning eerste fase te verlenen heeft de aanvraag vier weken
ter inzage gelegen. Hierop zijn twee zienswijzen ingediend. De
zienswijzen hadden met name betrekking op de verplaatsing van
tankstation Mennink-Veldboom. Zo is onder andere gevraagd om de
bouwaanvraag niet los te zien van de bedrijfsverplaatsing en nog eens
te kijken naar de afstand tussen het bouwplan en de vulpunten van het
tankstation. Maar er is ook een opmerking gemaakt over het feit dat
provincie en VROM - inspectie medewerking hebben verleend met het oog
op de verplaatsing. Ook is aangegeven dat op basis van een in 1999
gesloten overeenkomst er een definitieve weg naar het centrum zou
worden gerealiseerd maar dat dit door het nieuwe bouwplan niet meer
mogelijk is. Er is in de nieuwe situatie geen sprake meer van een
zichtlocatie. Daarnaast zijn opmerkingen gemaakt over het ontbreken
van een paragraaf over luchtkwaliteit, dat het bouwwerk te hoog en te
massaal is en het feit dat er geen geluidsoverlast wordt verwacht
terwijl bij het taxibedrijf sprake is van avond- en nachtelijke
activiteiten. Het college heeft deze zienswijzen ongegrond verklaard.
In de argumentatie geeft de gemeente aan dat het inderdaad wenselijk
is dat het tankstation verplaatst wordt. De gemeente heeft in het
ontwerpbestemmingsplan Kom West een locatie hiervoor bestemd. Op dit
moment is er echter een verschil van mening over het financiële aspect
van de bedrijfsverplaatsing. Alhoewel alle partijen het wenselijk
vinden dat het tankstation wordt verplaatst is het niet noodzakelijk.
Het vulpunt van het tankstation zit op meer dan 30 meter afstand. Wat
de luchtkwaliteit betreft blijkt uit metingen dat het jaargemiddelde
van de Stationsstraat, Goudvinkenstraat en Spoorstraat ruim voldoet
aan de vereiste luchtkwaliteit. Op 10 mei 2005 heeft de
welstandscommissie aangegeven dat het bouwplan voldoet aan de
redelijke eisen van welstand. Met name de verticale openingen op de
bovenste bouwlaag maken het bouwplan niet te hoog en te massaal. De
overeenkomst uit 1999 verwijst naar een privaatrechtelijke
gronduitruil. De nieuwe weg waarnaar verwezen wordt was onderdeel van
de derde partiele herziening van het bestemmingsplan Sleeswijk. Dit
bestemmingsplan is echter nooit verder in procedure gebracht vanwege
een negatief advies van de provincie. Wat betreft de geluidsoverlast
geeft de Wet milieubeheer en de Wet geluidhinder aan dat kantoren geen
geluidsgevoelige objecten zijn. Voor de nieuwe woningen zijn de
bestaande afstanden tot de andere woningen van belang.