PERSCOMMUNIQUE nr. 66/05
12 juli 2005
Arrest van het Hof van Justitie in de gevoegde zaken C-154/04 en C-155/04
Alliance for Natural Health, National Association of Health Stores e.a. / Secretary of State for
Health
HET HOF BEVESTIGT DE GELDIGHEID VAN DE COMMUNAUTAIRE
RICHTLIJN INZAKE VOEDINGSSUPPLEMENTEN
Een systeem van "positieve lijsten" is geschikt om het vrije verkeer van voedingssupplementen
én de bescherming van de menselijke gezondheid te waarborgen
In juni 2002 hebben het Europees Parlement en de Raad een richtlijn betreffende
voedingssupplementen vastgesteld.1 Deze richtlijn is gebaseerd op artikel 95 EG, op grond
waarvan de Gemeenschap de maatregelen kan nemen die nodig zijn voor de werking van de
interne markt.
De richtlijn heeft tot doel de verschillende nationale voorschriften betreffende deze producten
te harmoniseren om het vrije verkeer ervan te verzekeren en, tegelijkertijd, een hoog
beschermingsniveau voor de consumenten te waarborgen. Daartoe stelt de richtlijn een
systeem van "positieve lijsten" in, waarbij enkel het op de markt brengen in de Gemeenschap
is toegestaan van producten met stoffen die in de bij de richtlijn gevoegde lijsten zijn
opgenomen. De lidstaten mogen het op de markt brengen van deze producten niet verbieden
noch belemmeren. Als een stof geen gevaar voor de volksgezondheid inhoudt, kan zij in de
lijsten worden opgenomen bij besluit van de Commissie, bijgestaan door een Comité en de
Europese Autoriteit voor de voedselveiligheid. Volgens de richtlijn moeten de lidstaten,
uiterlijk vanaf 1 augustus 2003, de handel toestaan in producten met stoffen die op deze
lijsten staan, en, uiterlijk vanaf 1 augustus 2005, de handel verbieden in producten die niet aan
de richtlijn voldoen.
Alliance for Natural Health (Europese vereniging van fabrikanten, groothandelaren,
distributeurs, detailhandelaren en consumenten van voedingssupplementen), Nutri-Link Ltd
(kleine distributeur-detailhandelaar) evenals National Association of Health Stores en Health
1 Richtlijn 2002/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 juni 2002 betreffende de
onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake voedingssupplementen (PB L 183, blz. 51).
Food Manufacturers Ltd (beroepsverenigingen die ongeveer 580 ondernemingen
vertegenwoordigen die in het Verenigd Koninkrijk dieetproducten distribueren) hebben bij de
Britse High Court of Justice de geldigheid betwist van de Britse regelingen waarbij de
richtlijn is omgezet. Zij zijn van mening dat de bepalingen van de richtlijn die het op de markt
brengen van niet-richtlijnconforme producten verbieden, verschillende beginselen van
gemeenschapsrecht schenden en op basis van een onjuiste rechtsgrondslag zijn vastgesteld.
De High Court heeft het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verschillende
vragen gesteld.
In zijn arrest van vandaag wijst het Hof verzoeksters' argumenten van de hand en bevestigt
het de geldigheid van de richtlijn.
Het Hof herinnert eraan dat vóór de vaststelling van de richtlijn voor voedingssupplementen
uiteenlopende nationale voorschriften golden, die het vrije verkeer ervan en de werking van
de interne markt konden belemmeren. Deze situatie wordt hierdoor bevestigd dat bij het Hof
verschillende zaken aanhangig zijn gemaakt waarin marktdeelnemers moeilijkheden hadden
ondervonden om in een bepaalde lidstaat wettig op de markt gebrachte voedingssupplementen
ook in een andere lidstaat op de markt te brengen, en dat de Commissie een groot aantal
klachten heeft ontvangen wegens verschillen in de nationale voorschriften. In deze
omstandigheden luidt de conclusie van het Hof dat de richtlijn terecht op artikel 95 EG is
gebaseerd.
Verzoeksters hebben verder aangevoerd dat de bepalingen van de richtlijn onverenigbaar zijn
met het vrije verkeer van goederen. Het Hof herinnert eraan dat bepaalde beperkingen uit
hoofde van de bescherming van de volksgezondheid gerechtvaardigd kunnen zijn en oordeelt
dat de betrokken maatregelen noodzakelijk en passend zijn om dit doel te bereiken.
Een systeem van een negatieve lijst volstaat immers wellicht niet om dit doel te bereiken. De
toepassing van een dergelijk systeem zou tot gevolg kunnen hebben dat een stof bij de
vervaardiging van voedingssupplementen vrij wordt gebruikt, hoewel zij, bijvoorbeeld omdat
het een nieuwe stof betreft, nog niet aan enige wetenschappelijke beoordeling is onderworpen
die waarborgt dat zij geen enkel risico voor de menselijke gezondheid inhoudt.
Het Hof stelt verder dat een systeem van positieve lijsten tevens moet voorzien in een
procedure die het mogelijk maakt een bepaalde stof alsnog op deze lijsten te laten plaatsen en
die voldoet aan de beginselen van behoorlijk bestuur en rechtszekerheid. Een dergelijke
procedure moet toegankelijk zijn, dit wil zeggen dat zij uitdrukkelijk moet zijn vermeld in een
besluit met algemene strekking dat de betrokken autoriteiten bindt, binnen een redelijke
termijn worden afgesloten, en een verzoek om inschrijving van een stof kan slechts worden
afgewezen op basis van een uitgebreid risico-onderzoek dat berust op de meest betrouwbare
wetenschappelijke gegevens die beschikbaar zijn en de meest recente resultaten. Verder moet
tegen een weigering in rechte kunnen worden opgekomen. Hoewel de richtlijn geen enkele
bepaling bevat die zelf kan waarborgen dat de fase voor de raadpleging van de Europese
Autoriteit voor de voedselveiligheid doorzichtig en binnen een redelijke termijn wordt
afgesloten, brengt het ontbreken van dergelijke bepalingen het deugdelijke verloop van de
procedure voor wijziging van de positieve lijsten toch niet in gevaar. Het Hof benadrukt
evenwel dat het aan de Commissie staat de maatregelen te nemen en voor de betrokken
partijen toegankelijk te maken, die noodzakelijk zijn om in het algemeen de transparantie en
de redelijke duur van deze fase te waarborgen.
Voor de media bestemd niet-officieel stuk, dat het Hof van Justitie niet bindt.
Beschikbare talen: CS, DE, EN, EL, ES, FR, IT, NL, PL, SK
De volledige tekst van het arrest is op de dag van de uitspraak te vinden op de internetpagina
van het Hof
http://curia.eu.int/jurisp/cgi-bin/form.pl?lang=nl
vanaf ongeveer 12.00 uur.
Voor nadere informatie wende men zich tot de heer Stefaan Van der Jeught.
Tel: 00 352 4303 2170 Fax: 00 352 4303 3656
Beelden van de uitspraak van het arrest zijn beschikbaar op "Europe by Satellite",
Europese Commissie, Directoraat-generaal Pers en Voorlichting, L-2920 Luxemburg
Tel: 00 352 4301 35177 Fax: 00 352 4301 35249,
of B-1049 Brussel, Tel: 00 32 2 2964106 Fax: 00 32 2 2965956
European Union