Actuele berichten
11 juli 2005
Ook in hoger beroep 18 maanden en TBS voor in brand steken
ex-vriendin
Het gerechtshof te Leeuwarden heeft de thans 17-jarige Awa
A.A. veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden en
TBS. Hij heeft in de zomer van 2004 een ex-vriendin
mishandeld door haar met een kettingslot te slaan. Korte
tijd later heeft hij haar met voorbedachte raad zwaar
mishandeld door terpentine over haar bovenlichaam te
gieten en in brand te steken. Zij heeft daardoor zeer
zware brandwonden opgelopen. Een andere ex-vriendin is in
dezelfde periode door hem meerdere malen ernstig bedreigd,
zelfs nog toen hij al in voorlopige hechtenis zat. Ook zij
is door hem meer dan eens met een kettingslot geslagen.
Eind vorig jaar had de rechtbank te Leeuwarden A.A. tot
dezelfde straf veroordeeld. Zowel A.A. als de officier van
justitie waren van dat vonnis in hoger beroep gekomen.
Vanwege de jeugdige leeftijd van A.A. heeft de behandeling
van de zaak in hoger beroep met gesloten deuren
plaatsgevonden.
A.A. heeft er bezwaar tegen gemaakt dat de rechtbank niet
het sanctierecht voor jeugdigen heeft toegepast. Het hof
is aan dat bezwaar voorbijgegaan en heeft eveneens gebruik
gemaakt van het sanctierecht voor volwassenen. Bij die
keuze heeft het hof in belangrijke mate laten meewegen dat
volgens geraadpleegde deskundigen A.A. in geestelijk
opzicht het stadium van de puberteit is ontgroeid en dat
op pedagogisch gebied geen verdere ontwikkeling valt te
verwachten.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt
gesteld dat het met terpentine overgieten en in brand
steken van het slachtoffer moet worden beschouwd als een
poging haar van het leven te beroven en niet, zoals de
rechtbank had geoordeeld, als zware mishandeling.
Het hof heeft het openbaar ministerie daarin niet gevolgd.
Het hof heeft niet bewezen geacht dat A.A. het opzet heeft
gehad op de dood van het slachtoffer, maar wel op het
veroorzaken van zwaar lichamelijk letsel.
Het hof is van oordeel dat door de ernst van de bewezen
verklaarde gedragingen, maar ook vanuit een oogpunt van
vergelding, in beginsel een langdurige onvoorwaardelijke
gevangenisstraf is aangewezen. Het hof volgt de conclusie
van de deskundigen dat door de bij A.A. geconstateerde
persoonlijkheidsstoornis de feiten hem slechts in
verminderde mate kunnen worden toegerekend. Het hof heeft
daarmee rekening gehouden bij het vaststellen van de duur
van de opgelegde gevangenisstraf. Daarin heeft het hof ook
betrokken dat volgens de deskundigen door een intensieve
behandeling in een TBS-instelling actief in de
ontwikkeling van A.A. moet worden ingegrepen om herhaling,
waarop een duidelijk verhoogde kans bestaat, te voorkomen.
Het hof gaat er daarbij van uit dat die behandeling niet
te lang op zich moet laten wachten en bij voorkeur moet
plaatsvinden in de speciaal op de behandeling van
jongvolwassenen gerichte afdeling van de Dr. Henri van der
Hoevenkliniek in Utrecht. Het hof adviseert daarom
uitdrukkelijk dat de TBS-behandeling in die kliniek zo
spoedig mogelijk na afloop van de gevangenisstraf zal
beginnen.
Vonnis rechtbank
Bron: Rechtspraak.nl
Openbaar Ministerie