Nieuwe indeling werkzoekenden stap achteruit
De nieuwe indeling voor werkzoekenden bij de centra voor werk en
inkomen is een stap achteruit. Dat concludeert FNV Bondgenoten na een
enquête onder vijfhonderd cliënten in de proefregio's Amsterdam,
Apeldoorn, Alphen aan de Rijn, Utrecht en Hoorn.
Wie nu bij het CWI aanklopt, wordt ingedeeld in fase 1 (kansrijk) tot
en met 4 (onbemiddelbaar). Volgens de nieuwe indeling moet een
werkzoekende het eerste halfjaar in fase A op eigen gelegenheid aan de
slag zien te komen. Pas in fase B komt er zicht op begeleiding. Dat
kan in de vorm van een sollicitatietraining, coaching of een
reïntegratietraject.
De nieuwe methode moet mensen vlotter aan een baan helpen. De praktijk
in de proefregio's wijst echter uit dat mensen slecht op de hoogte
zijn van hun rechten. Werkzoekenden die niet meteen zelf aan de slag
komen, mogen gebruik maken van een individueel reïntegratietraject en
een onafhankelijke adviseur.
Volgens FNV Bondgenoten lijkt het er echter rop dat de nieuwe
fasenindeling vooral de CWI's moet ontlasten. De vakbond vindt juist
dat werkzoekenden zoveel mogelijk informatie en ondersteuning op maat
moeten krijgen.
"Het CWI zou zich meer moeten inspannen voor de mensen maar is nu
nodeloos bezig met hen nieuwe etiketjes op te plakken", vindt
vakbondsbestuurder Joyce Westhoek. "De eerste zes maanden laten
ze iedereen zwemmen. Het gaat er juist om dat mensen meteen de
ondersteuning krijgen waar ze recht op hebben. Door informatie
selectief of laat aan te bieden werpt het CWI extra obstakels bij het
vinden van een baan."
De vakbond gaat de resultaten van haar enquête aanbieden aan de CWI's
en aan het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en blijft
aandringen op passende ondersteuning van werkzoekenden.
De uitkomsten van de enquête samengevat.
Van de 537 ondervraagden in de vakbondsenquête weet 54 procent niet
dat ze in een fase worden ingedeeld en dat die fase hun afstand tot de
arbeidsmarkt en de mate van ondersteuning bepaalt. Daarnaast is 72
procent van de mensen niet op de hoogte dat zij onder een nieuw
systeem (A-B) vallen.
Acht op de tien werkzoekenden zijn weliswaar akkoord met het traject
waarin ze zijn ingedeeld, maar weten meestal niet dat ze in beroep
kunnen gaan (72 procent).
Het reïntegratietraject is bekend bij 43 procent van de ondervraagden.
Als de mensen op de hoogte zijn van de mogelijkheden van het
reintegratietraject, maken ze er soms gebruik van (57 procent).
Daarvan heeft 82 procent matig tot slechte ervaringen. Het kleine deel
dat bekend is met de nieuwe A-B indeling (28 procent) kent meestal (85
procent) ook zijn eigen indeling via de contactpersoon van het CWI.
Wie het individuele registratieovereenkomst niet kent geeft meestal
(78 procent) aan dat ze er wel gebruik van willen maken. Wie de
regeling wel kent, is meest positief (in Hoorn 71 procent). Ook de
onafhankelijke arbeidsadviseur van het CWI is een relatief onbekend
fenomeen: slechts 24 procent weet dat ze zo'n adviseur kunnen
inschakelen.
FNV