Ministerie van Buitenlandse Zaken

Beantwoording kamervragen over verhuizing ambassade VS naar Clingendael

Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag | |

|Datum |15 juli 2005                        |Behand|mr J.C.M. Groffen    |
|      |                                    |eld   |                     |
|Kenmer|DKP-2005/231                        |Telefo|070 - 348 47 23      |
|k     |                                    |on    |                     |
|Blad  |1/6                                 |Fax   |070 - 348 52 68      |
|Bijlag|1                                   |john.groffen@minbuza.nl      |
|e(n)  |                                    |                             |
|Betref|Beantwoording vragen van de leden   |                             |
|t     |Kruijsen, Eijsink en Koenders over  |                             |
|      |de verhuizing van de Amerikaanse    |                             |
|      |ambassade naar Clingendael          |                             |
Graag bied ik u hierbij, mede namens de ministers van LNV, VROM en BZK, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Kruijsen, Eijsink en Koenders over de verhuizing van de Amerikaanse ambassade naar Clingendael. Deze vragen werden ingezonden op 31 mei 2005 met kenmerk 2040515540.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de heer Veerman, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, mevrouw Dekker, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de heer Remkes, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, op vragen van de leden Kruijsen, Eijsink en Koenders (allen PvdA) over de verhuizing van de Amerikaanse ambassade naar Clingendael

Vraag 1
Heeft de Rijksoverheid, zoals wordt gemeld op de website van de gemeente Den Haag, ingestemd met de verhuizing van de Amerikaanse ambassade naar het landgoed Clingendael?

Antwoord
In beginsel is een ambassade vrij in haar locatiekeuze voor nieuwbouw. Zij is daarbij vanzelfsprekend wel gebonden aan de geldende wet- en regelgeving. Indien een verhuizing van de Amerikaanse ambassade conform de bestaande procedures kan worden gerealiseerd, verzet de Rijksoverheid zich daar niet tegen. Overigens is inmiddels door de gemeente Den Haag besloten dat de Amerikaanse ambassade niet naar Clingendael zal verhuizen.

Vraag 2
Zijn, behalve de groene locaties in de stadsrand van Den Haag, ook andere locaties (kazernecomplexen, vliegveld Valkenburg) in overweging genomen als alternatieven? Zo neen, waarom niet?

Antwoord
Ja.

Vraag 3
Wat waren de voorwaarden van de vorige eigenaars toen indertijd het landgoed werd overgedragen ten aanzien van natuurbehoud of andere te realiseren doelen?

Antwoord
De originele stukken ten aanzien van de overdracht van het landgoed Clingendael, tussen de erfgenamen en de gemeente Den Haag (via de N.V. Schipper), zijn niet in bezit van de gemeente Den Haag. Bij dossieronderzoek van de gemeente Den Haag is wel een afschrift van een niet-getekend voorstel van het college van B & W aan de gemeenteraad tot aankoop van Clingendael gevonden, gedateerd 4 juni 1954 (ag.nr. 1848). In dit voorstel wordt melding gemaakt van een Koninklijk besluit waarbij locaties, waaronder Clingendael, staan beschreven die dringend nodig zijn als recreatiegebieden voor de aangrenzende gemeente 's-Gravenhage en waar derhalve geen bebouwing is toegestaan.

In het toenmalige collegevoorstel is ook opgenomen dat om bovengenoemde reden grondaankopen moeten worden gemeld, ter toetsing van het Koninklijk besluit, aan de directeur van het Bureau voor de Rijksdienst voor het Nationale Plan.

Vraag 4
Welke gevolgen zal de plaatsing van de Amerikaanse ambassade op het landgoed Clingendael hebben voor de mogelijkheid het park te bezoeken, voor de stadsboerderij die kinderen uit heel Den Haag de mogelijkheid geeft kennis te maken met een echt boerenbedrijf, voor het Instituut Clingendael en voor het schooltuinencomplex?

Antwoord
Mede gezien de beperkingen die verhuizing van de Amerikaanse ambassade naar Clingendael zou hebben geïmpliceerd voor parkbezoek en de andere in de vraag genoemde aspecten, is afgezien van deze locatie.

Vraag 5
Hoe beoordeelt u de veiligheidssituatie op de locatie Clingendael, gezien het feit dat in het naastgelegen gebouw (ANWB) duizenden mensen werken, honderden mensen elke dag het park bezoeken, en de plaatsing in een woonwijk, rekening houdend met het advies van de heer Van Wijk, terrorismedeskundige van Instituut Clingendael, die voorspelt dat terrorisme in Nederland zich zal richten op Amerikaanse doelen en die burgerslachtoffers niet uitsluit?

Antwoord
De Amerikaanse ambassade is op haar huidige locatie kwetsbaar in die zin dat niet het gewenste niveau van beveiliging kan worden gerealiseerd zonder ingrijpende maatregelen in de infrastructuur. Door een verhuizing naar een locatie waar wel maatregelen zoals ruime afstand tot de openbare weg kunnen worden gerealiseerd, ontstaat een veiliger situatie voor de ambassade. Aldus wordt het object minder aantrekkelijk als doelwit, waardoor per saldo het risico van terroristische activiteiten voor het object en de naaste omgeving vermindert.

Vraag 6
Betekent het feit dat de Amerikanen twee ingangen eisen, dat nog een deel van het park moet worden opgeofferd voor een toegangsweg?

Antwoord
Idealiter streven de Amerikanen naar een locatie met twee ingangen. Op de Clingendaellocatie had gebruik kunnen worden gemaakt van de bestaande calamiteitenverbinding zoals die aanwezig is ten behoeve van de kazerne van de Koninklijke Marechaussee aan de zijde van de Van Alkemadelaan.

Vraag 7
Staan de grondwatersituatie in het gebied en de daarvan afhankelijk natuur het toe om (meer) ondergrondse verdiepingen aan te leggen?

Antwoord
Hiervoor had grondonderzoek dienen te worden uitgevoerd op basis van vooraf opgestelde uitgangspunten, waarvoor gegevens zoals de afmetingen van de kelder, het bouwpeil en het aanlegniveau van de kelder beschikbaar moeten zijn. Omdat de planvorming omtrent verhuizing naar Clingendael nooit in deze fase is beland, kan geen antwoord op deze vraag worden gegeven.

Vraag 8
Klopt de mededeling van burgemeester Deetman aan de bewoners, dat het Rijk 5 miljoen euro aan natuurcompensatie beschikbaar stelt? Waar is dit in de begroting opgenomen? Waarvan gaat dit bedrag ten koste? Waarom worden deze kosten bij de belastingbetaler gelegd en niet bij de initiatiefnemer? Waar zal deze natuurcompensatie plaatsvinden en is er een garantie dat deze compensatie ook daadwerkelijk gelijktijdig gerealiseerd gaat worden in het toch al overvolle Zuid-Holland, waar met moeite het programma GIOS (Groen In en Om de Stad) gerealiseerd kan worden?

Antwoord
Het klopt dat het Rijk bereid was bij verhuizing van de ambassade naar Clingendael op basis van een onderbouwd voorstel de gemeente in financiële zin tegemoet te komen tot een maximum van E5 miljoen. Verhuizing van de ambassade naar een beter beveiligbare locatie is ook in het belang van de Rijksoverheid; het wordt tegen die achtergrond niet billijk geacht om de financiële lasten voor natuur/groencompensatie alleen voor rekening van de gemeente Den Haag te laten komen. Indien definitieve besluitvorming over de verhuizing naar Clingendael had plaatsgevonden, dan was het parlement over de budgettaire verwerking van een natuur/groencompensatie door het Rijk geïnformeerd via de reguliere begrotingcyclus.

Vraag 9
Wie neemt het uiteindelijke besluit als óf de gemeenteraad van Den Haag óf de gemeenteraad van Wassenaar zich verzet tegen deze locatie, aangezien de grond van de gemeente Den Haag is, maar het bewuste terrein ligt op het grondgebied van de gemeente Wassenaar? Overweegt u een art. 37 WRO-procedure om een aanwijzing te geven?

Antwoord
Gezien het vervallen van Clingendael als locatie voor de nieuwe Amerikaanse ambassade is het antwoord op deze vraag niet langer relevant.


---- --