Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bied ik u hierbij, mede namens de Minister van Justitie, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door Kamerlid Van der Laan (D66) over een Nederlander in een Marokkaanse gevangenis. Deze vragen werden ingezonden op 14 juni 2005 met kenmerk 2040516540.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de heer Donner, minister van Justitie, op vragen van het lid Van der Laan (D66) over een Nederlander in een Marokkaanse gevangenis

Vraag 1
Bent u bekend met de zaak van Y. O. die onlangs in Marokko in hoger beroep werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 jaar?

Antwoord
Ja. In het kader van gedetineerdenbegeleiding ontvangt betrokkene de gebruikelijke consulaire bijstand.

Vragen 2 en 3
Hoe reageert u op de mededeling van zijn advocaat dat er bij deze veroordeling ernstige fouten zijn gemaakt?

Welke stappen heeft u genomen om Y.O. vrij te krijgen? Welke stappen zult u nog nemen?

Antwoord
Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de Nederlandse ambassade in Rabat verzocht er op toe te zien dat de rechtsgang in Marokko regelmatig verloopt en dat betrokkene alle mogelijkheden krijgt die de Marokkaanse wetgeving kent.

Bij de behandeling van het hoger beroep zijn vertegenwoordigers van de Nederlandse ambassade in Rabat aanwezig geweest. Deze vertegenwoordigers hebben geen aanwijzingen dat de geldende rechtsregels niet zijn gevolgd.

De Nederlandse overheid kan zich niet mengen in de rechtsgang zelf, de schuldvraag, het bewijs of de te bepalen strafmaat. De belangen van betrokkene in de rechtsgang worden behartigd door de advocaat. De advocaat van betrokkene heeft inmiddels cassatie ingesteld.


---- --