086 - Excellent RUG-talent met subsidies beloond
VENI, VIDI, VICI voor 6 TOPONDERZOEKERS
Datum: 18 juli 2005
Maar liefst 6 topwetenschappers van de Rijksuniversiteit Groningen
hebben onlangs een zogenoemde Vidi-subsidie toegekend gekregen. Samen
met de Veni- en Vici-subsidie maakt deze deel uit van het programma
`Vernieuwingsimpuls'. Hiermee wil de Nederlandse Organisatie voor
Wetenschappelijke Onderzoek (NWO) talentvolle, creatieve onderzoekers
de kans bieden om een eigen, vernieuwende onderzoekslijn te
ontwikkelen en onderzoekers aan te stellen. De subsidie bedraagt
maximaal 600.000 euro.
De Vidi-subsidie is bedoeld voor wetenschappers die na hun promotie
een aantal jaren onderzoek hebben verricht en tot de beste 10 à 20
procent van hun vakgebied behoren. In totaal werden 307 aanvragen
beoordeeld, waarvan er uiteindelijk 79 met een subsidie zijn
gehonoreerd. De succesvolle kandidaten werden geselecteerd vanwege hun
opvallend en origineel talent voor het doen van onderzoek.
Dr. S.V. Albers - Moleculaire Microbiologie
De oerbacterie Sulfolobus groeit in hete, voedselarme bronnen bij 80
graden en een lage zuurgraad. Om hierin te kunnen overleven heeft deze
bacterie een soort hengel ontwikkeld waarmee hij effectief
grondstoffen kan vangen. Dit project onderzoekt hoe deze hengel in
elkaar wordt gezet en hoe hij functioneert.
Dr. G.R. Blake - Chemische Fysica
In bijna alle bekende magnetische materialen is het magnetisme
afkomstig van metaalatomen. In dit project wordt een nieuwe klasse
materialen gecreëerd die magnetische zuurstofionen bevat. Verwacht
wordt dat deze materialen bijzondere elektronische eigenschappen
zullen hebben en geschikt zijn voor applicaties in spin-elektronica.
Dr. C.S. Gooskens - Scandinavische Talen en Culturen
De drie Scandinavische talen Deens, Noors en Zweeds zijn zo nauw
verwant dat Scandinaviërs meestal met elkaar praten in hun eigen taal.
De communicatie verloopt echter niet altijd zonder problemen. In het
verleden zijn in Scandinavië meerdere onderzoeken uitgevoerd om te
inventariseren hoe goed Scandinaviërs elkaar kunnen verstaan. De
onderlinge verstaanbaarheid van talen is in principe afhankelijk van
drie factoren:
houding tegenover de taal, contact en ervaring met de taal,
linguïstische afstand tot de taal.
Tot nu toe was er vooral aandacht voor de eerste twee factoren. In dit
onderzoek wordt een computermodel ontwikkeld dat juist de laatste
factor, de relatie tussen linguïstische afstand en verstaanbaarheid in
kaart brengt.
Dr. L.V.E. Koopmans - Kapteyn Instituut
De meeste materie in het heelal is donker en van onbekende aard. In
dit onderzoek wordt de verdeling van deze 'donkere materie' in ver weg
staande sterrenstelsels bepaald door de zwaartekrachtwerking op
sterren en de afbuiging van licht. Dit heeft waarschijnlijk
consequenties voor bestaande theorieën en modellen van de vorming van
sterrenstelsels.
Dr. M. de Vries - Algemene Taalwetenschap
Zinnen worden opgebouwd uit verplichte onderdelen en eventuele franje,
zoals tussenzinnen en bijstellingen. Deze franje is tot nu toe
onderbelicht gebleven en vormt een relatief slecht begrepen onderdeel
van het taalsysteem. Een gewone grammaticale structuur is een
vertakkende figuur in een plat, tweedimensionaal vlak. Dit onderzoek
bestudeert deze complicerende toevoegingen echter vanuit het
perspectief van een ruimtelijk model, door ze als derde dimensie te
visualiseren. Daarbij wordt de zinsstructuur gezien als een
vertakkende boom, met de woorden als bladeren.
Dr. ir. C.H. van der Wal - Materialen Studie Centrum
Met kwantummechanica kan optische communicatie via een
glasvezelnetwerk fundamenteel veilig worden gemaakt. Dit is
bijvoorbeeld nuttig voor zeer veilige internetbetalingen. Wat hiervoor
nog ontbreekt, is de mogelijkheid een puls kwantumlicht op te slaan in
een geheugen. Dit project onderzoekt of een dergelijk geheugen kan
worden gemaakt met elektronen in kleine lichtkanaaltjes van
halfgeleidermateriaal.
Noot voor de pers
Informatie: afdeling Interne en Externe Betrekkingen, tel: 050-363
5446.
Rijksuniversiteit Groningen