Grotere bewegingsvrijheid dankzij meer politie
Leiderdorp 18-07-2005 - Dankzij de toename van politiepersoneel in de
afgelopen jaren zijn mensen zich vrijer gaan bewegen.
Mensen rijden of lopen minder vaak om, met het doel onveilige plekken
te mijden en laten minder vaak waardevolle eigendommen thuis uit angst
voor diefstal op straat. Dankzij de betere politiebescherming krijgen
kinderen beneden de 15 jaar ook eerder toestemming van hun ouders om
ergens naar toe te gaan. De grotere bewegingsvrijheid vormt een extra
bate van meer politiepersoneel die niet tot uitdrukking komt in lagere
criminaliteitscijfers.
Effect toename politiepersoneel
Dit concludeert het Centraal Planbureau (CPB) in het verschenen CPB
Discussion Paper 'Estimating police effectiveness with individual
victimisation data', 13 juli jl. Meer informatie hierover is te vinden
op de website van het cpb. Het CPB analyseert in deze publicatie het
effect van de sterke toename van politiepersoneel in de afgelopen
jaren op slachtofferschap van criminaliteit, ervaring van overlast en
vermijdingsgedrag. De analyse is gebaseerd op gegevens uit de
Politiemonitor Bevolking, een uitgebreide telefonische enquête die
gericht is op veiligheid en de beleving daarvan onder de Nederlandse
bevolking.
Meer blauw , minder criminaliteit en overlast
Het rapport vormt een vervolgstudie op het eerder dit jaar verschenen
CPB Document 'Police numbers up, crime rates down'. In deze nieuwe
studie dalen de auteurs af van het regioniveau naar het individuele
niveau van respondenten van de Politiemonitor Bevolking. Hierdoor
hebben zij beter rekening kunnen houden met verschillen die bestaan in
de veiligheidssituatie binnen politieregio's. Deze nieuwe studie
bevestigt de bevinding uit het eerdere CPB-onderzoek dat 'meer blauw'
resulteert in minder criminaliteit en overlast. De bijdrage ligt
vooral in een preciezere inschatting van de effectiviteit van de
politie en het schatten van het effect van meer politie op
preventiemaatregelen, zoals omlopen om onveilige plekken te mijden.
In 1995 liet 18,5 procent van de bevolking vaak waardevolle spullen
thuis uit angst voor diefstal. In 2003 was dit percentage gedaald naar
15,8 procent. Van deze daling is 1,9 procentpunt ofwel tweederde te
danken aan extra politie-inzet, 0,8 procentpunt is het resultaat van
andere factoren. Vaak omlopen of omrijden om onveilige plekken te
mijden daalde in de periode 1995-2003 van 9,9 procent naar 8,2 procent
van de bevolking. Van de totale daling van 1,7 procentpunt is 1,2
procentpunt ofwel tweederde te danken aan 'meer blauw', 0,5
procentpunt is het resultaat van andere factoren. Kinderen niet
toestaan ergens naar toe te gaan vanwege onveiligheid kwam in 1995 in
20,8 procent van de huishoudens met kinderen beneden de 15 jaar vaak
voor; in 2003 was dit gestegen tot 23,1 procent. De toename in
politiepersoneel had in deze periode een drukkend effect van 2,1
procentpunt op deze preventiemaatregel van ouders, maar andere
factoren deden het met 4,4 procentpunt stijgen. Zonder het extra
politiepersoneel van de laatste 10 jaar zouden ouders de
bewegingsvrijheid van hun jonge kinderen dus nog verder hebben
beperkt.
CPB Discussion paper 47, 'Estimating police effectiveness with
individual victimisation data', ISBN 90-5833-227-6 is te bestellen
bij:
Bibliotheek Centraal Planbureau
Postbus 80510
2508 GM Den Haag
Telefax: 070-3383350
e-mail: bibliotheek@cpb.nl
Prijs: 9,- euroInlichtingen: Ben Vollaard (tel.: 070-3383384) of Dick
Morks (tel.: 070-3383410).
Bron: persbericht Centraal Planbureau, 13 juli 2005.