P E R S
1 813/ 5 (Presse 177) 1
NL
RAAD VAN
DE EUROPESE UN E
NL
1 813/ 5 (Presse 177)
(OR. en)
PERSMEDEDEL NG
2674e zitting van de Raad
Algemene Zaken en Externe Betrekkingen
Algemene Zaken
Brussel, 18 juli 2 5
Voorzitter de heer Ja k STRAW
minister van Buitenlandse Zaken en Gemenebestzaken van
het Verenigd Koninkrijk
* Voor de 2675e zitting van de Raad Externe Betrekkingen is er een aparte mededeling aan de
pers (1 815/ 5) . 18.VII.2 5
1 813/ 5 (Presse 177) 2
NL
Voornaamste resultaten van de Raadszitting
De Raad heeft de terrori ti che aan lagen veroordeeld die op 7 juli in Londen plaat vonden. Deze
aan lagen waren een belediging van alle waar de Europe e Unie voor taat.
De Raad heeft het groene licht gegeven voor een civiel-militair optreden van de EU ter
onder teuning van de mi ie van de frikaan e Unie in Sudan, en voor de benoeming van een
speciale ertegenwoordiger an de EU voor Sudan.
Hij heeft een nieuw tatuut va tge teld waarin de alari en en andere arbeid voorwaarden voor de
leden van het Europees Parlement worden geregeld.
De Raad heeft teven zijn goedkeuring gehecht aan de luiting van een nieuwe
a ociatieovereenkom t met Algerije, en aan de oprichting van een Europese eiligheids- en
defensieacademie.
(Zie teven de per mededeling inzake externe betrekkingen, 10815/05). . 18.VII.2 5
1 Wanneer de Raad verklaringen, conclusies of resoluties heeft aangenomen, wordt dat in de titel van het
betrokken punt vermeld. De aangenomen teksten staan tussen aanhalingstekens.
De documenten waarvan het nummer in de tekst wordt genoemd, staan op de internetsite van de Raad
http://ue.eu.int.
Besluiten ten aanzien waarvan verklaringen voor de Raadsnotulen zijn afgelegd die beschikbaar zijn voor
het publiek, zijn aangegeven met een asterisk; de tekst van de verklaringen staat op de bovengenoemde
internetsite van de Raad en is ook verkrijgbaar bij de Persdienst.
1 813/ 5 (Presse 177) 3
NL
NHOUD
1
DEELNEMERS.. 5
BESPROKEN PUNTEN
TERRORISME .... 7
UITBREIDING.... 8
WERKPROGRAMMA VAN HET VOORZITTERSCHAP ..............................................................
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
EXTERNE BETREKKINGEN/GEMEENSCH PPELIJK BUITENL NDS EN
VEILIGHEIDSBELEID
- EU-ondersteuning voor internationale vrede en veiligheid ................................................................................... 1
- Westelijke Balkan.................. 12
- Irak ........................................ 13
- Democratische Republiek Congo - Beperkende maatregelen ............................................................................... 15
- Sudan - Conflict in Darfur - Beperkende maatregelen .......................................................................................... 15
- Georgië - Conflict in Zuid-Ossetië ........................................................................................................................ 15
- Afghanistan ........................... 15
- Top EU-India......................... 16
- EU/Canada - Verwerking van op voorhand af te geven passagiersgegevens en persoonsgegevens van
passagiers *............................ 16
- Algerije - Euromediterrane associatie-overeenkomst ............................................................................................ 17
- Betrekkingen met het Middellandse-Zeegebied - Prioriteiten van het voorzitterschap ......................................... 17
- Nucleaire veiligheid en massavernietigingswapens * ........................................................................................... 18 . 18.VII.2 5
1 813/ 5 (Presse 177) 4
NL
- Roemenië - Staalindustrie...... 18
EUROPEES VEILIGHEIDS- EN DEFENSIEBELEID
- Sudan - Darfur - ondersteunende actie van de EU................................................................................................. 1
- Europese Veiligheids- en Defensieacademie......................................................................................................... 2
- Crisisbeheersing - Overeenkomst met Chili - Operatie Althea ............................................................................. 21
- EU-crisisbeheersingsoefening 2 6 ...................................................................................................................... 21
- Civiele crisisbeheersingsmissie van de Europese Unie in een gaststaat ................................................................ 21
- Versterking van de Europese vermogens op het gebied van civiele bescherming................................................. 21
- Civiele-crisisreactieteams...... 25
ONTWIKKELINGSS MENWERKING
- Buitenlandse hulp van de Gemeenschap ............................................................................................................... 25
- Deconcentratie van het externe-steunbeheer van de EU ten gunste van de delegaties van de Commissie............ 25
H NDELSPOLITIEK
- Anti-dumping - China - Bariumcarbonaat en handpallettrucks ............................................................................. 27
- Kazachstan - IJzer- en staalproducten ................................................................................................................... 27
INSTITUTIONELE NGELEGENHEDEN
- Statuut van de leden van het Europees Parlement * .............................................................................................. 28
- Gerecht van eerste aanleg - Wijziging van het reglement voor de procesvoering................................................. 28
LGEMENE Z KEN
- Besprekingen in de andere Raadsformaties ........................................................................................................... 2
BEGROTING
- Tsunami - Stormschade in Slowakije - Landbouw................................................................................................ 2
JUSTITIE EN BINNENL NDSE Z KEN
- Europol .................................. 3
- Europese Politieacademie *... 3
- EU/Noorwegen - Europees waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving ............................................... 3
TR NSP R NTIE
- Openbare beraadslagingen van de Raad ................................................................................................................ 31 . 18.VII.2 5
1 813/ 5 (Presse 177) 5
NL
DEELNEMERS
De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd:
België:
de heer Karel DE GUCHT minister van Buitenlandse Zaken
de heer Didier DONFUT staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de
minister van Buitenlandse Zaken
Tsje hië:
de heer Vladimír MÜLLER vice-minister van Buitenlandse Zaken, belast met EU-zaken
Denemarken:
de heer Friis A. PETERSEN staatssecretaris, Ministerie van Buitenlandse Zaken
Duitsland:
de heer Hans Martin BURY staatsminister van Buitenlandse Zaken
Estland:
de heer Urmas PAET minister van Buitenlandse Zaken
Griekenland:
de heer Petros MOLYVIATIS minister van Buitenlandse Zaken
Spanje:
de heer Miguel Angel MORATINOS CUYAUBÉ minister van Buitenlandse Zaken
de heer Alberto NAVARRO GONZÁLEZ staatssecretaris voor de Europese Unie
Frankrijk:
de heer Philippe DOUSTE-BLAZY minister van Buitenlandse Zaken
mevrouw Catherine COLONNA toegevoegd minister van Europese Zaken
erland:
de heer Dermot AHERN minister van Buitenlandse Zaken
talië:
de heer Gianfranco FINI vice-minister-president en minister van Buitenlandse
Zaken
Cyprus:
de heer George IACOVOU minister van Buitenlandse Zaken
Letland:
de heer Artis PABRIKS minister van Buitenlandse Zaken
Litouwen:
de heer Antanas VALIONIS minister van Buitenlandse Zaken
Luxemburg:
de heer Jean ASSELBORN vice-minister-president, minister van Buitenlandse Zaken
en Immigratie
Hongarije:
de heer Etele BARÁTH minister zonder portefeuille, belast met Europese Zaken
Malta:
de heer Michael FRENDO minister van Buitenlandse Zaken
Nederland:
de heer Bernard BOT minister van Buitenlandse Zaken
de heer Atzo NICOLAÏ minister voor Europese Zaken
Oostenrijk:
mevrouw Ursula PLASSNIK minister van Buitenlandse Zaken
Polen:
de heer Adam Daniel ROTFELD minister van Buitenlandse Zaken
de heer Jaros³aw PIETRAS staatssecretaris, dienstchef Comité voor Europese
Integratie . 18.VII.2 5
1 813/ 5 (Presse 177) 6
NL
Portugal:
de heer Diogo FREITAS DO AMARAL minister van staat, minister van Buitenlandse Zaken
de heer Fernando DE OLIVEIRA NEVES staatssecretaris van Europese Zaken
Slovenië:
de heer Dimitrij RUPEL minister van Buitenlandse Zaken
Slowakije:
de heer Eduard KUKAN minister van Buitenlandse Zaken
Finland:
de heer Erkki TUOMIOJA minister van Buitenlandse Zaken
Zweden:
mevrouw Laila FREIVALDS minister van Buitenlandse Zaken
Verenigd Koninkrijk:
de heer Jack STRAW minister van Buitenlandse Zaken en Gemenebestzaken
de heer Douglas ALEXANDER onderminister van Europese Zaken
Commissie:
de heer Olli REHN lid
Se retariaat-generaal van de Raad:
de heer Javier SOLANA secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger voor het
GBVB
De regeringen van de toetredende landen waren als volgt vertegenwoordigd:
Bulgarije:
de heer Solomon PASSY minister van Buitenlandse Zaken
mevrouw Meglena KUNEVA minister van Europese Zaken
Roemenië:
de heer Mihai-Razvan UNGUREANU minister van Buitenlandse Zaken . 18.VII.2 5
1 813/ 5 (Presse 177) 7
NL
BESPROKEN PUNTEN
TERROR SME
Het voorzitterschap heeft zijn erkentelijkheid betuigd aan zijn collega's voor hun blijken van
medeleven en solidariteit na de aanslagen in Londen van 7 juli 2 5. De Raad heeft hierover
conclusies aangenomen (zie hieronder) en de meest recente aanslagen in Turkije en Irak
veroordeeld.
"De Raad heeft de terroristische aanslagen in Londen veroordeeld en aan de slachtoffers en hun
families zijn oprechte medeleven betuigd. De Unie stelt zich eensgezind op, zoals na de aanslagen
in Madrid vorig jaar. De aanslagen zijn een belediging van alles waar de Europese Unie voor staat.
De Unie is absoluut vastbesloten dat de terroristen niet in hun opzet zullen slagen. De Raad heeft
benadrukt dat ervoor moet worden gezorgd dat de Unie en haar lidstaten, waar nodig, de nodige
maatregelen kunnen nemen om aan deze dreiging het hoofd te bieden, hetzij door terroristen op te
sporen, mogelijke doelwitten te beschermen, zich op een aanslag voor te bereiden of te voorkomen
dat terrorisme mensen aantrekt. De Raad heeft een aantal maatregelen vastgesteld om het tempo van
de inspanningen ter zake op te voeren. De Raad heeft beklemtoond dat terrorismebestrijding,
overeenkomstig de Europese veiligheidsstrategie, centraal moet blijven staan in het buitenlands
beleid van de Unie, teneinde terroristen te bestrijden en te voorkomen dat zij internationaal
opereren.
De Raad heeft andermaal toegezegd andere landen te zullen bijstaan in de strijd tegen dit kwaad,
zowel collectief, als Unie, alsook nationaal. De Raad is overeengekomen terrorisme centraal te
blijven stellen in zijn dialoog met derde landen en heeft de Unie opgeroepen tegen november 2 5
haar inspanningen op te voeren om toezeggingen te doen inzake technische bijstand aan en
capaciteitsopbouw in belangrijke prioritaire landen, ook op het gebied van de bestrijding van de
radicalisering en van de financiering van het terrorisme door middel van passende financiële
middelen. De Raad heeft zich ertoe verbonden om uiterlijk in december een strategie vast te stellen
ter bestrijding van de radicalisering en van de recrutering door terroristische groeperingen, die zal
voortbouwen op onze huidige inspanningen om conflicten op te lossen, onderdrukking tegen te
gaan, armoede te bestrijden en behoorlijk bestuur te bevorderen. De Raad heeft ervoor gepleit de
sleutelrol van de VN te blijven ondersteunen en voorstellen voor een mondiale
terrorismebestrijdingsstrategie te steunen. Hij zal zich ervoor beijveren dat op de VN-top in
september andermaal uiting wordt gegeven aan de krachtige veroordeling door de internationale
gemeenschap van terroristische aanslagen, ongeacht het motief, en zal streven naar een akkoord
over een alomvattend verdrag ter bestrijding van internationaal terrorisme." . 18.VII.2 5
1 813/ 5 (Presse 177) 8
NL
U TBRE D NG
De Raad heeft de balans opgemaakt van de situatie met betrekking tot het verzoek van Kroatië om
toetreding tot de EU, met name aan de hand van door het voorzitterschap verstrekte nadere
informatie over een bijeenkomst van de werkgroep over dit onderwerp die vorige week heeft
plaatsgevonden en over de verdere werkzaamheden die deze werkgroep in september op de agenda
heeft staan. De onderhandelingen zullen van start gaan zodra de Raad heeft vastgesteld dat Kroatië
volledige medewerking verleent aan het Internationaal Oorlogstribunaal voor het voormalige
Joegoslavië.
De Raad nam nota van een presentatie door de Commissie van een kader voor de
toetredingsonderhandelingen met Turkije, waar de Europese Raad in december jl. om had verzocht
teneinde de onderhandelingen op 3 oktober te kunnen aanvangen.
De ministers zullen tijdens hun informele bijeenkomst op 1 en 2 september op dit vraagstuk
terugkomen. . 18.VII.2 5
1 813/ 5 (Presse 177)
NL
WERKPROGRAMMA VAN HET VOORZ TTERSCHAP
De Raad heeft nota genomen van de presentatie door het voorzitterschap van zijn werkprogramma
voor het tweede halfjaar van 2 5 en zijn voornemens met betrekking tot de volgende prioriteiten:
* verder werken aan een akkoord over het begrotingskader van de EU voor de periode 2 7-2 13;
* het vervolg op de discussies in de Europese Raad over de bekrachtiging van het grondwettelijk
verdrag van de EU;
* de uitbreiding van de EU.
Het voorzitterschap heeft de Raad tevens geïnformeerd over een in de herfst geplande informele
bijeenkomst van de staatshoofden en regeringsleiders. . 18.VII.2 5
1 813/ 5 (Presse 177) 1
NL
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
EXTERNE ETREKKINGEN/GEMEENSCHAPPELIJK UITENLANDS EN
VEILIGHEIDS ELEID
EU-ondersteuning voor internationale vrede en veiligheid
De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:
"De Raad heeft de Europese Veiligheidsstrategie in herinnering gebracht en de EU-ondersteuning
van internationale vrede en veiligheid in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en
veiligheidsbeleid (GBVB) en het Europees veiligheids- en defensiebeleid (EVDB) getoetst.
BOSNIË EN HERZEGOVINA
De Raad kwam in beginsel overeen dat een voortgezet EVDB-engagement ter ondersteuning van de
politie in Bosnië en Herzegovina nodig is na het verstrijken van het huidige mandaat van de EU-politiemissie
in december. Deze gecontinueerde inzet van de EU in de politiesector zal volledig
complementair zijn met andere componenten van het engagement van de EU in Bosnië en
Herzegovina, met name de militaire inspanningen in het kader van de operatie Althea, alsmede de
communautaire programma's. De Raad droeg zijn bevoegde instanties op de follow-upmissie van de
EUPM voor te bereiden.
GEORGIË
De Raad was ingenomen met de succesvolle afronding van de rechtsstaatmissie van de EU in
Georgië (EUJUST THEMIS). Hij ziet de onverkorte uitvoering van de strategie voor een
alomvattende hervorming van het strafrechtstelsel in Georgië hoopvol tegemoet. De Raad was
verheugd over de verdere versterking van het team van de speciale vertegenwoordiger van de EU,
zodat de ondersteuning van het strafrechtstelsel en de evaluatie van de Georgische grenssituatie
kunnen worden voortgezet, en samen met de Georgische grensautoriteiten werk kan worden
gemaakt van een hervormingsstrategie.
DRC
De Raad nam met voldoening nota van de positieve start van de SSR-missie in de DRC (EUSEC -
RD Congo) en verklaarde zich opnieuw bereid voorstellen voor meer operationele steun te
bespreken, te beginnen met assistentie ten behoeve van de bestuurlijke en financieringsketen van
het Congolese ministerie van Defensie, in overleg met de autoriteiten van de DRC. Deze niet
aflatende inzet voor de hervorming van de veiligheidssector in de DRC complementeert de
inspanningen van de EU op politiegebied in het kader van EUPOL Kinshasa. . 18.VII.2 5
1 813/ 5 (Presse 177) 11
NL
IRAK
De Raad was ingenomen met de start van de operationele fase van de rechtsstaatmissie van de EU
voor Irak (EUJUST LEX). Hij nam er met voldoening nota van dat in het kader van deze missie de
eerste twee geïntegreerde opleidingscursussen voor hogere Iraakse functionarissen van justitie,
politie en gevangeniswezen reeds van start zijn gegaan in Frankrijk.
SUDAN/DARFUR
De Raad nam het gemeenschappelijk optreden aan inzake het algemene civiel-militaire optreden
van de Europese Unie ter ondersteuning van de missie van de Afrikaanse Unie in Sudan (Amis II),
onder andere op het gebied van politie, planning, logistiek, strategisch en tactisch luchttransport,
opleiding en uitrusting. De Raad benoemde de heer Pekka Haavisto (Finland) tot speciale
vertegenwoordiger van de EU voor Sudan. De Raad nam met voldoening nota van de vorderingen
bij dit ondersteunende optreden dat wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking met andere
internationale actoren, met name de VN en de NAVO, en herhaalde zijn toezegging om steun te
verlenen aan de versterking van Amis II, met volledige eerbiediging van het beginsel van eigen
Afrikaanse inbreng.
De Raad was verheugd over de inhuldiging, op juli 2 5, van de president en de vice-president
van het nieuwe bewind van nationale eenheid in Sudan, overeenkomstig het alomvattend
vredesakkoord. Deze gebeurtenis luidt een nieuwe fase van de uitvoering van het akkoord in, met
gunstiger vooruitzichten voor een alomvattend vredesproces ter bevordering van vrede en
ontwikkeling in alle regio's van Sudan. De Raad riep de nieuwe Sudanese president en vice-president
op om binnen de gestelde termijn de regering van nationale eenheid te installeren. De
Raad juichte toe dat de noodtoestand in de meeste delen van Sudan is opgeheven en hij drong er bij
de regering op aan alle politieke gevangenen vrij te laten. De Raad verwelkomde tevens de
ondertekening, op 5 juli 2 5, van een Beginselverklaring door de partijen bij het conflict in Darfur.
Hij riep deze partijen op om te goeder trouw en zonder voorafgaande voorwaarden te blijven ijveren
voor een politieke oplossing van het conflict. De Raad blijft zich ernstig zorgen maken over de
zware en ernstige schendingen van de mensenrechten en het internationaal humanitair recht
waarvan de burgerbevolking in Darfur het slachtoffer is, en over het dwarsbomen van de
humanitaire organisaties, en hij herinnert de Sudanese regering eraan dat zij verantwoordelijk is
voor de veiligheid van de burgers en van diegenen die in hun belang werkzaam zijn.
VREDESPROCES IN HET MIDDEN-OOSTEN
De Raad was ingenomen met het ontwikkelingsprogramma voor de Palestijnse civiele politie en
kwam in beginsel overeen dat de EU steun moet blijven verlenen aan de Palestijnse civiele politie.
Deze steun moet de vorm krijgen van een EVDB-missie die, in samenwerking met alle betrokken
partijen, voortbouwt op de werkzaamheden van het EU-Bureau voor de coördinatie van de
ondersteuning van de Palestijnse politie. . 18.VII.2 5
1 813/ 5 (Presse 177) 12
NL
INDONESIË EN ATJEH
De Raad nam nota van het verslag van de EU-evaluatiemissie naar Indonesië/Atjeh. Hij was
ingenomen met de succesvolle afronding van de onderhandelingen van Helsinki en kwam overeen
dat de EU in beginsel bereid is waarnemers ter beschikking te stellen om toe te zien op de
uitvoering van het memorandum van overeenstemming. Hij verzocht de bevoegde instanties door te
gaan met de planning voor een monitoringmissie die in voorkomend geval op verzoek van de
partijen zal plaatsvinden, en om contacten te leggen met de ASEAN en de ASEAN-landen met het
oog op hun mogelijke medewerking.
SPECIALE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE EU
De Raad benoemde Jan Kubis tot speciale vertegenwoordiger van de EU voor Centraal-Azië.
De Raad verklaarde voornemens te zijn de mandaten te verlengen van zijn speciale
vertegenwoordigers in Afghanistan, Bosnië en Herzegovina, het gebied van de Grote Meren in
Afrika, Moldavië, de zuidelijke Kaukasus, alsmede van zijn speciale vertegenwoordiger voor het
Vredesproces in het Midden-Oosten."
Westelijke Balkan
De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:
"ALBANIË
De Raad is verheugd dat de verkiezingen op 3 juli in Albanië over het algemeen vreedzaam
verlopen zijn. Dit was een belangrijke test om te kijken of het land klaar is voor verdere integratie
in de EU. De Raad constateerde echter een aantal tekortkomingen, waar iets aan moet worden
gedaan om herhaling te voorkomen. De Raad sprak zijn waardering uit voor de OVSE/ODIHR en
ziet uit naar het eindrapport van die instelling. De Raad heeft alle politieke leiders en partijen
opgeroepen zich verantwoordelijk op te stellen en de Albanese grondwet, kieswet en gedragscode
tijdens het hele verkiezingsproces en bij de vorming van een nieuwe regering volledig na te leven.
De nieuw gevormde regering moet samen met het parlement onverwijld en met echte betrokkenheid
werken aan een duidelijke en degelijke hervormingsagenda met het oog op Europese integratie, met
name op het gebied van de rechtsstaat .
De Raad memoreerde dat de Commissie in het najaar haar jaarrapport over het stabilisatie- en
associatieproces voor Albanië zal uitbrengen. Dit zal worden aangegrepen om na te gaan of de
onderhandelingen over een stabilisatie- en associatieovereenkomst kunnen worden afgesloten,
gezien de algemene vooruitgang inzake democratische normen en essentiële hervormingen. De
Raad bevestigde Albanië te zullen blijven steunen in het zoeken van toenadering tot de EU, en
benadrukte dat de Albanese autoriteiten de sleutel tot verdere vooruitgang in handen hebben. . 18.VII.2 5
1 813/ 5 (Presse 177) 13
NL
HERDENKING VAN SREBRENICA
Bij de tiende verjaardag van het bloedbad in Srebrenica, veroordeelde de Raad nogmaals de begane
misdaden en sprak hij zijn medeleven uit met de slachtoffers en hun families. Srebrenica zal niet uit
de herinnering verdwijnen zolang degenen die de misdaden hebben begaan en de opdrachtgevers,
niet voor de rechter zijn gebracht.
De Raad was verheugd dat de leiders van Kroatië, Servië en Montenegro en de leiders van de drie
gemeenschappen van Bosnië en Herzegovina de herdenkingsplechtigheid op 11 juli in Srebrenica
hebben bijgewoond.
Voor de Raad was die verjaardag aanleiding om, indachtig de Resoluties 15 3 en 1534 van de VN-Veiligheidsraad,
eraan te herinneren dat volledige en onbeperkte samenwerking met het ICTY een
essentiële vereiste is voor verdere toenadering tot de EU. De overbrenging naar Den Haag van de
overblijvende voortvluchtige verdachten die nog steeds uit de greep van de internationale justitie
weten te blijven, in dit verband in het bijzonder Karadzic en Mladic, zou een passende eerbetuiging
aan de slachtoffers van Srebrenica zijn, en een belangrijke stap naar blijvende vrede, stabiliteit en
verzoening."
rak
De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:
"1. De Raad verwelkomde de internationale conferentie over Irak die op 22 juni in Brussel
plaatsvond, en door de EU en de VS was georganiseerd. De Raad feliciteerde het
Luxemburgse voorzitterschap met het vlotte en succesvolle verloop van de conferentie. De
Raad sprak opnieuw zijn krachtige steun uit voor de Iraakse overgangsregering en voor de
prioriteiten die de Iraakse premier Ja'afari, de minister van Buitenlandse Zaken Zebari, de
voorzitter van het nationale overgangsparlement al Hassani en andere ministers tijdens de
conferentie hebben gesteld. De Raad zegde toe dat hierop een effectief vervolg komt.
2. De Raad was verheugd dat alle delegaties tijdens de conferentie hun steun betuigden aan het
Iraakse volk en de Iraakse overgangsregering. Hij verwelkomde met name de steun voor de
verdergaande politieke transitie van Irak op basis van Resolutie 1546 van de VN-Veiligheidsraad,
inclusief het opstellen van een grondwet, het houden van een referendum
en het uitschrijven van verkiezingen voor een grondwettelijk gekozen regering vóór eind dit
jaar. De Raad herhaalde voorstander te zijn van de onafhankelijkheid, soevereiniteit, eenheid
en territoriale integriteit van Irak. De Raad onderstreepte dat alle delegaties belang hechten
aan een breed opgezet, transparant politiek proces. Alle geledingen van de Iraakse
samenleving moeten volledig worden betrokken bij het constitutionele proces en bij de
bevordering van een echte nationale dialoog en verzoening. De Raad riep de landen van de
regio op met Irak samen te werken om te voorkomen dat terroristen de grens over kunnen en
steun krijgen, goede nabuurschapsbetrekkingen te onderhouden, de veiligheid in de regio te
verbeteren en hun volle steun te geven aan het politieke proces in Irak. . 18.VII.2 5
1 813/ 5 (Presse 177) 14
NL
3. In zijn streven om bij de ondersteuning van de wederopbouw in Irak een alomvattende
aanpak te ontwikkelen, nam de Raad nota van de gebieden waarvoor, zoals door de Iraakse
overgangsregering tijdens de conferentie werd benadrukt, prioritaire actie is vereist. Hij
constateerde dat in de hele Iraakse administratie meer capaciteitsopbouw nodig is, meer hulp
inzake veiligheid, rechtsstaat, infrastructuur, energie en economische kwesties, en
schuldvermindering. In dit verband verwelkomde de Raad de bijeenkomst van de faciliteit
inzake een internationaal wederopbouwfonds voor Irak op 18-1 juli in Jordanië en drong
hij er bij de donoren op aan eerder toegezegde bedragen sneller uit te betalen en hun steun
waar mogelijk te verhogen. De Raad memoreerde dat de Commissie en de lidstaten hun
steun blijven verlenen aan het opstellen van een grondwet en het referendum daarover, de
verkiezingen in december en het verlenen van essentiële diensten, onder meer inzake
onderwijs en gezondheidszorg, meer werkgelegenheid en de opbouw van administratieve
capaciteit overeenkomstig de behoeften en prioriteiten van Irak. De Raad herhaalde zijn
steun voor de werkzaamheden van UNAMI, verwelkomde ook het besluit van de Iraakse
overgangsregering om in Bagdad met steun van de VN een mechanisme voor donor-coördinatie
in te stellen, en onderstreepte dat het van belang is dat dit spoedig operationeel
wordt.
4. De Raad herhaalde dat hij de terreurdaden, de moorden en de gijzelnemingen in Irak ten
stelligste veroordeelt. Hij betreurde dat de terreurcampagne in Irak het lijden van het
Iraakse volk verlengt, en de politieke vooruitgang en wederopbouw in Irak belemmert.
5. De Raad verheugde zich over de start van de rechtsstaatmissie van de EU voor Irak (EU
JUST LEX) en de toezegging van de Commissie om te beginnen met de voorbereidingen
van de aanvullende werkzaamheden op dit gebied. De Raad constateert welke de behoeften
zijn van Irak, met name op het gebied van de rechtsstaat en de mensenrechten, en verzoekt
de betrokken Raadsinstanties te bezien welke vervolgactie de EU kan nemen om Irak te
helpen in deze behoeften te voorzien.
6. Na het bezoek van de ministeriële trojka aan Bagdad op juni, herhaalde de Raad dat hij
vastbesloten is zijn inspanningen voort te zetten om de betrekkingen tussen de EU en Irak
aan te halen, ten einde een regelmatige politieke dialoog tot stand te brengen. Herinnerend
aan de mededeling van de Commissie "De EU en Irak - een raamwerk voor engagement" die
de Europese Raad in juni 2 4 heeft goedgekeurd, is Raad van mening dat de politieke
dialoog op gebieden van gemeenschappelijk belang via een gezamenlijke politieke
verklaring moet worden voortgezet. Hij verzocht de betrokken Raadsinstanties die
verklaring op te stellen, zodat ze tijdens de bijeenkomst van de ministeriële trojka van de EU
in Irak in de marge van de ministeriële week van de AVVN kan worden gepubliceerd. De
Raad was van mening dat de trojka tijdens een vervolgbezoek aan Bagdad op het niveau van
de politieke directeuren in het najaar een dialoogronde zou kunnen houden.
7. De Raad verwelkomde het voornemen van de Commissie om in de nabije toekomst in
Bagdad een delegatie te vestigen. Ook is hij verheugd dat de Commissie bereid is
contractuele handels en samenwerkingsbetrekkingen aan te knopen met Irak en met de
Iraakse overgangsregering samen te werken aan gerichte bijstandsprogramma's die de
voorwaarden moeten scheppen voor een overeenkomst daaromtrent." . 18.VII.2 5
1 813/ 5 (Presse 177) 15
NL
Demo ratis he Republiek Congo - Beperkende maatregelen
De Raad heeft een verordening aangenomen tot vaststelling van beperkende maatregelen tegen
personen die handelen in strijd met het wapenembargo tegen de Democratische Republiek Congo
(10602/1/05).
Doel van de verordening is de opneming in de communautaire wetgeving van de beperkende
maatregelen die de VN-Veiligheidsraad in Resolutie 15 6 (2 5) heeft vastgesteld ter bevriezing
van tegoeden en economische middelen tegen door het sanctiecomité van de Verenigde Naties
aangewezen personen die handelen in strijd met het wapenembargo tegen de Democratische
Republiek Congo.
Sudan - Confli t in Darfur - Beperkende maatregelen
De Raad heeft een verordening aangenomen tot vaststelling van beperkende maatregelen tegen
sommige personen die het vredesproces belemmeren en het internationaal recht overtreden in het
conflict in de Sudanese regio Darfur (10603/1/05).
Doel van de verordening is de opneming in de communautaire wetgeving van de beperkende
maatregelen die de VN-Veiligheidsraad in Resolutie 15 1 (2 5) heeft vastgesteld ter bevriezing
van tegoeden en economische middelen tegen door het sanctiecomité van de Verenigde Naties
aangewezen personen.
Georgië - Confli t in Zuid-Ossetië
De Raad heeft een gemeenschappelijk optreden vastgesteld waarbij de financiële steun van de EU
ter versterking van het proces voor een regeling van het conflict in Georgië/Zuid-Ossetië met een
jaar wordt verlengd (10317/05 + COR 1).
Met dit vervolg op het op 3 juni voltooide huidige optreden wordt beoogd bij te dragen tot het
scheppen van de voorwaarden die Georgië en Zuid-Ossetië in staat moeten stellen om politieke
vooruitgang te boeken in de richting van een duurzame en vreedzame regeling van hun geschillen.
Afghanistan
De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:
"De Raad is ingenomen met de geplande inzet van een verkiezingswaarnemingsmissie van de EU in
Afghanistan eind juli. De parlements- en provinciale verkiezingen op 18 september 2 5 vormen
een nieuwe mijlpaal in de democratische ontwikkeling van Afghanistan en de EU zal al het
mogelijke doen om toe te zien op en steun te verlenen aan het succesvolle verloop van de
verkiezingen in een veilig klimaat. In dit verband zullen enkele lidstaten van de EU met
toestemming van de VN en onder bevel van de NAVO militairen inzetten. . 18.VII.2 5
1 813/ 5 (Presse 177) 16
NL
De EU handhaaft haar verbintenis tot langetermijnsteun voor de regering en het volk van Afghanistan om
veiligheid, stabiliteit en duurzame wederopbouw te bereiken. De EU is bereid steun te blijven verlenen aan
inspanningen om een duurzaam democratisch stelsel op te zetten en aan de bevordering van de
mensenrechten in Afghanistan, met inbegrip van gendergelijkheid, ten behoeve van de duurzame veiligheid
van de Afghaanse bevolking. Zij benadrukt in dit verband het belang van de eigen Afghaanse inbreng in dit
proces.
De EU bevestigt opnieuw dat zij streeft naar het opvoeren van de verbintenissen ter ondersteuning van de
institutionele opbouw in Afghanistan, waaronder inspanningen die zijn gericht op versterking van de
rechtsstaat, de overheidsadministratie, de politie en het gerechtelijk apparaat. In dit kader steunt zij met name
het uitvoeringsplan voor drugsbestrijding 2 5 en de nationale strategie voor drugsbestrijding, vooral de
maatregelen om alternatieve middelen bestaan te bevorderen.
De Raad verzoekt de hoge vertegenwoordiger en de Commissie, met de hulp van SVEU Vendrell,
voorstellen in te dienen voor een alomvattend kader voor de betrekkingen EU-Afghanistan na de
verkiezingen van september 2 5."
Top EU- ndia
De Raad nam nota van de voorbereidingen van de top tussen de EU en India die op 7 september in Delhi zal
plaatsvinden. Tijdens de top zal gediscussieerd worden over een aantal punten van gemeenschappelijk
belang, namelijk:
* bilaterale betrekkingen, inclusief een strategisch partnerschap en goedkeuring van een gemeenschappelijk
actieplan;
* mondiale vraagstukken, zoals de Wereldhandelsorganisatie en klimaatverandering;
* regionale ontwikkelingen in Zuid-Azië, onder meer in Nepal, Pakistan, Bangladesh en Afghanistan;
* recente ontwikkelingen in Europa.
EU/Canada - Verwerking van op voorhand af te geven passagiersgegevens en persoonsgegevens van
passagiers *
De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan een overeenkomst inzake de verwerking van op voorhand af te
geven passagiersgegevens (Advance Passenger Information - API) en persoonsgegevens van passagiers
(Passenger Name Record - PNR) (9811/05).
Deze overeenkomst heeft ten doel te waarborgen dat bij de verstrekking van API/PNR-gegevens van
personen op relevante vluchten (vluchten die worden verzorgd door luchtvaartmaatschappijen vanuit het
grondgebied van een partij naar het grondgebied van de verzoekende partij) de fundamentele rechten en
vrijheden, met name het recht op privacy, ten volle worden geëerbiedigd. De overeenkomst verplicht
luchtvaartmaatschappijen die vluchten naar Canada verzorgen API/PNR-gegevens over te dragen aan de
Canadese grensautoriteiten. Daartegenover staat de garantie van die autoriteiten dat deze gegevens conform
de EU-wetgeving inzake gegevensbescherming zullen worden behandeld. . 18.VII.2 5
1 813/ 5 (Presse 177) 17
NL
Algerije - Euromediterrane asso iatie-overeenkomst
De Raad heeft een besluit aangenomen betreffende de sluiting van een nieuwe Euromediterrane
associatieovereenkomst met Algerije (11082/05 + DD 1 + DD 2).
Doel van de in 2 2 ondertekende overeenkomst is de bilaterale betrekkingen te versterken door de
samenwerking op politiek, economisch en sociaal vlak in een institutioneel kader te plaatsen. De
overeenkomst verplicht beide partijen de bilaterale handel in goederen, diensten en kapitaal verder
te liberaliseren, en zal ertoe bijdragen dat de Europese en Algerijnse zakenwereld en consumenten
de vruchten zullen plukken van de verdere uitbreiding van de internationale handel en
investeringen.
De overeenkomst treedt op 1 september 2 5 in werking.
De onderhandelingen tussen de EU en Algerije gingen in 1 7 van start en werden in 2 1
afgerond. De nieuwe overeenkomst vervangt een eerdere samenwerkingsovereenkomst uit 1 76.
Betrekkingen met het Middellandse-Zeegebied - Prioriteiten van het voorzitters hap
De Raad nam nota van de prioriteiten van het voorzitterschap met betrekking tot de uitvoering van
de gemeenschappelijke strategie van de EU voor het Middellandse-Zeegebied (10993/05).
Het voorzitterschap wil vooruitgang in de betrekkingen bewerkstelligen door zich toe te leggen op
de volgende prioriteiten:
* samen met Spanje op 27-28 november een top organiseren om de 1 e verjaardag van de
Euromediterrane samenwerking te vieren;
* vorderingen maken met de uitvoering van het Europees nabuurschapsbeleid;
* de onderhandelingen over de ontwerp-verordening inzake een Europees nabuurschaps- en
partnerschapsinstrument afronden;
* bijdragen tot de uitvoering van het mediterrane deel van het strategisch partnerschap van de EU
met het Middellandse-Zeegebied en het Midden-Oosten;
* de bekrachtiging van alle reeds getekende Euromediterrane associatie-overeenkomsten
bespoedigen;
* de discussies over de aanvraag van Mauretanië inzake toetreding tot EuroMed voorthelpen;
* de Libische autoriteiten aansporen de nodige stappen te ondernemen om tot de EuroMed
partnerschap toe te treden; . 18.VII.2 5
1 813/ 5 (Presse 177) 18
NL
* blijven ijveren voor de vrijlating van de Bulgaarse en Palestijnse medische hulpverleners in
Libië.
De gemeenschappelijke strategie van de EU inzake het Middellandse-Zeegebied is in juni 2
door de Europese Raad aangenomen.
Nu leaire veiligheid en massavernietigingswapens *
De Raad heeft een gemeenschappelijk optreden vastgesteld ter ondersteuning van de activiteiten
van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA) op het gebied van nucleaire veiligheid
en verificatie (9338/05 en 10030/05).
De EU zal bijna 4 miljoen euro uittrekken ter ondersteuning van vier categorieën projecten van de
IAEA in landen die hulp nodig hebben op de volgende gebieden:
- verbetering van de fysieke bescherming van kernmateriaal en andere radioactieve stoffen tijdens
gebruik, opslag en vervoer, alsmede van kerninstallaties,
- verbetering van de beveiliging van radioactieve stoffen in niet-nucleaire toepassingen,
- vergroting van het vermogen om illegale handel op te sporen en te bestrijden,
- opstellen van de noodzakelijke wetgeving ter uitvoering van de verplichtingen van landen die
voortvloeien uit overeenkomsten met de IAEA.
Dit gemeenschappelijk optreden is een nieuw initiatief waarmee uitvoering wordt gegeven aan de
ondersteuning door de EU van multilaterale instellingen in het kader van de strategie tegen de
verspreiding van massavernietigingswapens die in december 2 3 door de Europese Raad was
vastgesteld.
In mei 2 4 had de Raad een eerste gemeenschappelijk optreden vastgesteld ter ondersteuning van
IAEA-projecten in het kader van haar programma inzake nucleaire veiligheid.
Roemenië - Staalindustrie
De Raad heeft een besluit aangenomen ter verlenging van de overgangsperiode voor overheidssteun
aan de staalsector in Roemenië, teneinde Roemenië te helpen te voldoen aan de voorwaarden voor
toetreding tot de EU (10591/05).
Roemenië mag overheidssteun aan de staalsector blijven verstrekken omdat de overgangsperiode
met acht jaar is verlengd (te rekenen vanaf 1 8). . 18.VII.2 5
1 813/ 5 (Presse 177) 1
NL
In een protocol bij de associatieovereenkomst tussen de EU en Roemenië wordt bepaald dat
Roemenië bij wijze van uitzonderingsmaatregel ten behoeve van ijzer- en staalproducten
overheidssteun voor herstructurering mag verlenen, mits dit ertoe leidt dat de begunstigde
ondernemingen aan het einde van de herstructureringsperiode onder normale marktvoorwaarden
levensvatbaar zijn, het bedrag en de intensiteit van de steun strikt beperkt blijven tot hetgeen voor
dit herstel van de levensvatbaarheid absoluut noodzakelijk is, en dit bedrag en deze intensiteit
geleidelijk worden verminderd, en het herstructureringsprogramma gepaard gaat met een algemene
rationalisering en vermindering van de capaciteit in Roemenië.
Roemenië heeft in december 1 7 verzocht om verlenging van deze periode en hiertoe bij de
Commissie een herstructurerings- en bedrijfsplan ingediend.
EUROPEES VEILIGHEIDS- EN DEFENSIE ELEID
Sudan - Darfur - ondersteunende a tie van de EU
De Raad heeft het Gemeenschappelijk Optreden van de Raad inzake het civiel-militaire optreden
van de Europese Unie ter ondersteuning van de missie van de Afrikaanse Unie in de regio Darfur in
Sudan aangenomen. Doel van het ondersteunend optreden AMIS- EU is het waarborgen van
effectieve en tijdige bijstand van de EU ter ondersteuning van de versterking van AMIS II.
- De militaire component van het EU-optreden ter ondersteuning van AMISII omvat: het verlenen
van plannings- en technische bijstand op alle niveaus van de commandostructuur van AMISII,
met inbegrip van de coördinatiestructuur voor de logistieke steun; de beschikbaarstelling van
militaire waarnemers, in het kader van het plan ter versterking van AMISII; voorzover nodig, de
opleiding van Afrikaanse troepen en waarnemers die deel uitmaken van de versterking van
AMIS II; strategisch en tactisch vervoer; voorzover de Afrikaanse Unie daarom verzoekt,
observatie vanuit de lucht.
- De civiele politiecomponent (CIVPOL) van AMIS II verleent: steun voor de
politiecommandostructuur van AMIS II, door aan de AU zeer ervaren hoge politieadviseurs op
alle niveaus van de commandostructuur ter beschikking te stellen; steun voor de opleiding van
CIVPOL-personeel, door een capaciteit voor opleiding tijdens de missie ter beschikking te
stellen in de vorm van een groep EU-opleiders; steun voor het opzetten van een politie-eenheid
bij het secretariaat van de AU.
In het kader van het gemeenschappelijk optreden zet de EU de nauwe en effectieve coördinatie met
alle institutionele en bilaterale donoren die betrokken zijn bij de ondersteuning van AMIS II voort.
De EU blijft ook in nauwe coördinatie met de VN werken, alsmede, wat de militaire component van
het ondersteunend optreden betreft, met de NAVO.
De Raad heeft de heer Pekka Haavisto tot speciale vertegenwoordiger van de EU voor Sudan
benoemd (zie ook de bovenstaande conclusies van de Raad betreffende EU-ondersteuning van
internationale vrede en veiligheid in het kader van het GBVB en het EVDB). . 18.VII.2 5
1 813/ 5 (Presse 177) 2
NL
Europese Veiligheids- en Defensiea ademie
De Raad heeft een Gemeenschappelijk Optreden tot oprichting van een Europese veiligheids- en
defensieacademie (EVDA) aangenomen, een netwerk van nationale instituten, hogescholen,
academies en instellingen in de EU die zich bezighouden met vraagstukken inzake veiligheids- en
defensiebeleid, en het Instituut voor veiligheidsstudies van de Europese Unie.
Het EVDA zal banden onderhouden met de EU-instellingen en verstrekt opleidingen op strategisch
niveau in het kader van het Europees Veiligheids- en Defensiebeleid (EVDB), teneinde bij militair
en burgerpersoneel een gemeenschappelijke visie op het EVDB te ontwikkelen en te bevorderen,
alsmede om door middel van haar opleidingsactiviteiten beste praktijken voor diverse EVDB-onderdelen
te inventariseren en uit te dragen. Ook zal zij professionele contacten en contacten
tussen deelnemers aan de opleidingen helpen bevorderen.
De voornaamste taken van de EVDA bestaan in het organiseren en uitvoeren van
opleidingsactiviteiten op EVDB-gebied. De opleidingsactiviteiten op EVDB-gebied bestaan uit:
a) een EVDB-cursus op hoog niveau; en b) een EVDB-oriënteringscursus
De volgende organen worden in het kader van de EVDA ingesteld:
- een bestuur dat is belast met de algemene coördinatie en de leiding van de opleidingsactiviteiten
van de EVDA. Het bestuur is samengesteld uit één vertegenwoordiger per lidstaat.
- een uitvoerende academische raad die belast is met de uitvoering van de opleidingsactiviteiten en
zorg draagt voor de kwaliteit en de samenhang van de opleidingsactiviteiten.
- een permanent secretariaat voor de EVDA, dat met name het bestuur en de uitvoerende
academische raad bijstaat. Het secretariaat-generaal van de Raad treed op als secretariaat.
EVDA-opleidingsactiviteiten staan open voor deelname door onderdanen van alle lidstaten en
toetredende staten (de opleidingsactiviteiten staan in beginsel open voor deelname door onderdanen
van kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, derde landen). De deelnemers zijn militair en
burgerpersoneel dat zich bezighoudt met strategische aspecten op EVDB-gebied.
Vertegenwoordigers van onder meer niet-gouvernementele organisaties, academische instellingen
en de media, alsook mensen uit het bedrijfsleven, kunnen worden uitgenodigd om deel te nemen
aan EVDA-opleidingsactiviteiten. . 18.VII.2 5
1 813/ 5 (Presse 177) 21
NL
Crisisbeheersing - Overeenkomst met Chili - Operatie Althea
De Raad heeft een besluit aangenomen tot goedkeuring van de een overeenkomst met Chili
betreffende de deelname van dat land aan de militaire crisisbeheersingsoperatie van de Europese
Unie in Bosnië en Herzegovina (Operatie ALTHEA). (10475/05 + DD 1, 9843/05).
EU- risisbeheersingsoefening 2006
De EU heeft de oefeningspecificaties voor de EU-crisisbeheersingsoefening 2 6 (CME 6)
goedgekeurd.
CME 6, dat onderdeel is van het oefenprogramma van de EU, vindt plaats van 25 september tot en
met 6 oktober 2 6.
Civiele risisbeheersingsmissie van de Europese Unie in een gaststaat
De Raad heeft het voorzitterschap, waar nodig bijgestaan door de secretaris-generaal/hoge
vertegenwoordiger, gemachtigd in geval van toekomstige door de EU geleide civiele
crisisbeheersingsmissies onderhandelingen met de gaststaten te openen met het oog op de sluiting
van overeenkomsten inzake de status van de civiele crisisbeheersingsmissie van de Europese Unie.
Versterking van de Europese vermogens op het gebied van iviele bes herming
De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:
"DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
1. GEZIEN:
- de conclusies van de Raad van 7 januari 2 5 over de zeebeving en tsunami in de
Indische Oceaan
1
;
- het actieplan van de Europese Unie van 31 januari 2 5 naar aanleiding van de
zeebeving en tsunami in de Indische Oceaan
2
;
- de conclusies van de Raad van 4 oktober 2 4 over de versterking van de algemene
capaciteit op het gebied van civiele bescherming in de Europese Unie
3
;
1
5187/ 5.
2
5788/ 5.
3
1154 / 4. . 18.VII.2 5
1 813/ 5 (Presse 177) 22
NL
- de conclusies van de Raad van 25 november 2 4 inzake preventie, paraatheid en reactie op
terroristische aanslagen
1
;
- de mededeling van de Commissie van 2 april 2 5 "Verbetering van het communautair
mechanisme voor civiele bescherming"
2
;
- de mededeling van de Commissie van 2 april 2 5 "Het reactievermogen van de EU op
rampen en crisissituaties in derde landen versterken"
3
;
- de nota van de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger van 2 april 2 5 over de follow-up
van het actieplan van de EU naar aanleiding van de zeebeving en de tsunami's in de Indische
Oceaan
4
;
- de nota van het voorzitterschap van 2 mei over de follow-up van het actieplan van de Europese
Unie naar aanleiding van de zeebeving en de tsunami's in de Indische Oceaan.
5
- de conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Brussel van 16 en
17 juni 2 5, volgens welke in het tweede halfjaar van 2 5 prioriteit moet worden gegeven aan
de versterking van de vermogens op het gebied van civiele bescherming, met name wat betreft
de beschikbare medische middelen om het hoofd te bieden aan een biologische terreuraanval, en
aan de ontwikkeling van een snelle-reactiecapaciteit op basis van de modules voor civiele
bescherming van de lidstaten
6
.
2. INDACHTIG HET FEIT dat de financiële implicaties van de voorgestelde verbeteringen en in het
bijzonder van het voorstel tot instelling van een instrument voor snelle respons en paraatheid bij
ernstige noodsituaties moeten passen binnen het financiële kader voor de periode 2 7-2 13 en in
overeenstemming moeten zijn met het subsidiariteitsbeginsel.
3. BEVESTIGT de noodzaak om een "snelle-reactievermogen van de Europese Unie" te ontwikkelen om
te kunnen reageren op natuurlijke of door mensenhand veroorzaakte rampen binnen of buiten de Unie,
dat steunt op nationale middelen en op teams die getraind zijn om samen te werken.
4. IS VERHEUGD OVER de algemene strekking van de mededeling van de Commissie "Verbetering
van het communautair mechanisme voor civiele bescherming", waarin voor de korte en middellange
termijn voorstellen worden gedaan om de Europese samenwerking in het kader van het mechanisme
voor civiele bescherming te versterken.
1
15232/ 4.
2
843 / 5 - COM(2 5) 137 def.
3
8382/ 5 - COM(2 5) 153 def.
4
82 4/ 5.
5
8 61/1/ 5 REV 1.
6
1 255/ 5. . 18.VII.2 5
1 813/ 5 (Presse 177) 23
NL
5. VERZOEKT de Commissie om, samen met de lidstaten en binnen de eigen bevoegdheden, de
Europese samenwerking bij civiele bescherming te verbeteren en daarbij het mechanisme
voor civiele bescherming van de Gemeenschap te versterken, om te waarborgen dat de
Europese Unie bij alle soorten noodsituaties binnen en buiten de Unie snel en doeltreffend
bijstand kan verstrekken op het gebied van civiele bescherming.
6. BENADRUKT de algemene rol en verantwoordelijkheid van de Verenigde Naties bij het
coördineren, in voorkomend geval, van internationale hulp bij civiele bescherming in derde
landen. De EU moet de vermogens van de VN bij het coördineren van acties op het gebied
van civiele bescherming in derde landen ondersteunen. In dat opzicht zou het Europese snelle-reactievermogen
ertoe kunnen bijdragen dat de VN over meer capaciteit beschikt om snel
actie te ondernemen wanneer zich humanitaire rampen voordoen.
7. SPOORT de Commissie aan om, samen met de lidstaten en binnen de eigen bevoegdheden,
verder te werken aan een modulaire aanpak middels een programma met scenario's,
vermogensevaluatie, operationele plannen, opleiding en oefeningen en gemeenschappelijke
methoden voor risicobeoordeling, gebundeld in een alle risico's omvattende aanpak, die zowel
natuurlijke als door mensenhand veroorzaakte rampen, met inbegrip van terrorisme, bestrijkt.
Dit programma moet aanzetten tot actie op basis van het subsidiariteits- en complemen-tariteitsbeginsel
en het beginsel van optreden onder de nationale verantwoordelijkheid. De
aangegeven modules voor civiele bescherming maken deel uit van een reeks sterke troeven in
het snelle-reactievermogen van de EU en zullen onafhankelijk of samen met of ter onder-steuning
van andere organen van de EU of internationale instellingen kunnen functioneren.
8. BENADRUKT dat evaluaties, waarin risicobeoordelingen worden verwerkt, analyses van de
tekortkomingen en de in noodsituaties opgedane ervaringen, de basis vormen voor besluiten
over de verbetering van het reactievermogen van de EU.
. MOEDIGT de Commissie en de lidstaten AAN om op korte termijn voort te werken aan de
volgende prioritaire terreinen:
1) voor alle categorieën grote rampen nader inventariseren welke civiele-beschermings-vermogens
de lidstaten aan elkaar ter beschikking kunnen stellen;
2) een snelle-reactievermogen ontwikkelen op basis van de civiele-beschermingsmodules
van de lidstaten en met dat doel een programma samenstellen op basis van het
subsidiariteits- en het complementariteitsbeginsel, waarbij de modules als
onafhankelijke autonome eenheden onder nationale verantwoordelijkheid opereren en
afzonderlijk of samen met andere bijdragen kunnen worden ingezet;
3) opleidingsactiviteiten, oefeningen en uitwisseling van deskundigen verder ontwikkelen
teneinde het vermogen tot samenwerking te stimuleren en interoperabiliteit te
bevorderen;
4) uiterlijk 31 december 2 5 voor personeel dat aan interventies en evaluaties/coördinatie
ter plaatse deelneemt naast de nationale onderscheidingstekens gemeenschappelijke
EU-onderscheidingstekens ontwikkelen; . 18.VII.2 5
1 813/ 5 (Presse 177) 24
NL
5) de civiel-militaire samenwerking met de militaire staf van de EU, in het bijzonder de
civiel-militaire cel, uitbreiden;
6) de behoeftenevaluatie ter plaatse verbeteren door gemeenschappelijke beoordelings-methoden,
waar mogelijk op basis van bestaande internationaal overeengekomen
methoden, te ontwikkelen en de evaluatiecapaciteit te vergroten;
7) de capaciteit versterken om zowel ter plaatse als in het hoofdkwartier de coördinatie te
vergemakkelijken, zowel in EU-verband als met de betrokken internationale
organisaties;
8) de banden tussen het mechanisme en de systemen voor vroegtijdige waarschuwing op
EU- en VN-niveau versterken;
) het vervoer van middelen voor bijstandsverlening op het gebied van civiele
bescherming verder vergemakkelijken.
1 . NEEMT MET BELANGSTELLING KENNIS van het aanbod van de Commissie om het
waarnemings- en informatiecentrum (WIC) beschikbaar te stellen voor de Europese
consulaire samenwerking met het oog op bijstand aan EU-burgers die in derde landen
slachtoffer van rampen zijn geworden.
11. VERZOEKT de Commissie zo spoedig mogelijk meer uitgewerkte voorstellen in te dienen
over versterking van het preventief optreden, en zich daarbij te laten inspireren door het
Actieprogramma civiele bescherming
1
, het Actiekader van Hyogo 2 5-2 15
2
en het
Actieplan van de Europese Unie met betrekking tot de zeebeving en de tsunami in de Indische
Oceaan
3
, en verbetering van de systemen voor opsporing en vroegtijdige waarschuwing, in
het bijzonder met betrekking tot de Middellandse Zee en de Atlantische Oceaan.
12. VERZOEKT de Commissie zo spoedig mogelijk en uiterlijk in oktober 2 5 verdere
wetgevingsvoorstellen in te dienen voor de verbetering van de samenwerking bij civiele
bescherming, met inbegrip van het communautair mechanisme, waarin met bovenstaande
conclusies rekening wordt gehouden.
13. KOMT vóór eind 2 5 terug op het hele vraagstuk van het Europese snelle-reactievermogen."
1
Beschikking 1 /847/EG van de Raad van december 1 betreffende een communautair actieprogramma
voor civiele bescherming (PB L 327 van 21.12.1 , blz. 53), gewijzigd bij Beschikking 2 5/12/EG van de
Raad van 2 december 2 4 (PB L 6 van 8.1.2 5).
2
Resolutie over het Actiekader van Hyogo 2 5-2 15: Voortbouwend op de veerkracht van naties en
gemeenschappen na rampen, op 22 januari 2 5 aangenomen door de Wereldconferentie voor
rampenpreventie (A.CONF.2 6/6).
3
5788/ 5. . 18.VII.2 5
1 813/ 5 (Presse 177) 25
NL
Civiele- risisrea tieteams
De Raad heeft nota genomen van een verslag over geïntegreerde multifunctionele civiele-crisisbeheersingsmiddelen -
civiele-crisisreactieteams.
In het rapport wordt het concept van de civiele-crisisreactieteams (CRT) in detail uiteengezet, met speciale
aandacht voor de rol die het CRT kan spelen bij het vroegtijdig onderkennen van een crisissituatie, het indien
nodig helpen opzetten van een civiele EVDB-missie, waar nodig het tijdelijk steun verlenen aan een SVEU
of een lopende civiele-crisisbeheersingsoperatie.
Het (CRT) is een snellereactievermogen voor civiele-crisisbeheersing, met flexibele omvang en
samenstelling, bestaande uit nationale deskundigen en deelnemers uit het Raadssecretariaat.
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Buitenlandse hulp van de Gemeens hap
De Raad heeft een politiek akkoord bereikt over een voorstel voor een verordening inzake de toegang tot
buitenlandse hulp van de Gemeenschap. De verordening, die een bestaand wetgevingsbesluit over
buitenlandse hulp van de EU wijzigt, zal na bijwerking van de tekst (11 / 5) zonder bespreking worden
aangenomen.
Doel van de verordening is de doeltreffendheid van de steun te vergroten en de transactiekosten voor de
implementatie van de buitenlandse hulp van de Gemeenschap te verlagen. Zij stelt regels vast voor de
toegang van belanghebbenden tot de uit de EU-begroting gefinancierde communautaire instrumenten voor
buitenlandse hulp.
Verschillende punten moeten bekeken worden in verband met de toegankelijkheid van de communautaire
buitenlandse hulp. De voorschriften voor het in aanmerking nemen die bepalen welke personen toegang
hebben, de oorsprongsregels die de toegang bepalen van goederen en materialen die worden aangekocht door
personen die voor hulp in aanmerking komen, een bepaalde categorie personen kan op voorwaarde van
wederkerigheid toegang krijgen, de definitie van wederkerigheid en de wijze waarop deze wederkerigheid
wordt toegepast, afwijkingen, bepalingen inzake operaties die door een internationale organisatie worden
gefinancierd en bepalingen inzake humanitaire hulp en NGO's.
De verordening heeft ook tot doel de toezegging van de EU inzake het ontkoppelen van de steun om de
doeltreffendheid ervan te vergroten. Koppeling van de steun betekent dat het verlenen van steun gebonden is
aan de aanschaf, met die steun, van goederen en diensten in het donorland.
De on entratie van het externe-steunbeheer van de EU ten gunste van de delegaties van de Commissie
De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:
"DE RAAD . 18.VII.2 5
1 813/ 5 (Presse 177) 26
NL
INGENOMEN met speciaal verslag nr. 1 /2 4 van de Rekenkamer over de deconcentratie van het
externe-steunbeheer van de EG ten gunste van de delegaties van de Commissie,
1. VERWELKOMT met voldoening het feit dat het deconcentratieproces op bevredigende wijze
is verlopen en dat vrijwel alle delegaties erin zijn geslaagd sedert de zomer van 2 4 in het
kader van een systeem van gedeconcentreerd beheer te werken;
2. COMPLIMENTEERT de Commissie met de deconcentratie van verantwoordelijkheden op
het gebied van het steunbeheer ten gunste van 78 delegaties, waardoor een sneller en
doeltreffender projectbeheer is bevorderd. De delegaties beschikken thans over een beter
probleemoplossend vermogen en beter inzicht in de omstandigheden, risico's en mogelijk-
heden op plaatselijk niveau. Daarnaast zijn de contacten met de begunstigden of andere
betrokken partijen geïntensiveerd;
3. CONSTATEERT desondanks dat in het verslag van de Rekenkamer verscheidene
moeilijkheden worden genoemd bij de verwezenlijking van het nagestreefd sneller en
doeltreffender projectbeheer, met name als gevolg van de problemen bij de werving van
personeel met relevante expertise en bij de optimale benutting van deze expertise, van
moeilijkheden op het hoofdkantoor bij de ondersteuning van de delegaties, en van de
ontoereikende financiële-informatiesystemen alsook de gecompliceerde procedures;
4. HECHT ZIJN GOEDKEURING AAN de door de Rekenkamer voorgestelde aanbevelingen,
namelijk:
* invoering van geschikte indicatoren, die betrekking hebben op de snelheid en de kwaliteit
van de steun;
* invoering van toetsing van de feitelijke deconcentratiekosten aan de geraamde kosten;
* instelling van aanwervingsprocedures en overige arbeidsvoorwaarden die personeel kunnen
aantrekken met de gewenste expertise;
* ontwikkeling van de toezichthoudende en ondersteunende rol van het hoofdkantoor
* opvoering van de inspanningen om de vertragingen bij de projectuitvoering te beperken,
vooral de vertragingen bij het doen van betalingen die zich buiten de delegatie voordoen;
* meer aandacht voor de vereenvoudiging, harmonisering en verduidelijking van financiële en
contractprocedures.
5. IS INGENOMEN met het feit dat de Commissie de mening van de Rekenkamer grotendeels
deelt en dat zij reeds is begonnen bepaalde maatregelen te nemen om aan de aanbevelingen
van de Rekenkamer gevolg te geven; . 18.VII.2 5
1 813/ 5 (Presse 177) 27
NL
6. VERZOEKT de Commissie in dit kader:
* verder te gaan met de ontwikkeling van aanvullende indicatoren waarmee de verbetering
van de snelheid en de kwaliteit van de afhandeling van de hulp kan worden gemeten;
* na voltooiing van het deconcentratieproces de feitelijke deconcentratiekosten aan de
geraamde kosten te toetsen;
* haar inspanningen voort te zetten ter verbetering van aanwervingsprocedures en
-voorwaarden bij delegaties, met name manieren te vinden om beter te voorzien in de
vacatures in als moeilijk bekend staande landen;
* de toezichthoudende en ondersteunende rol van EuropeAid te versterken;
* meer aandacht aan de vereenvoudiging, harmonisering en verduidelijking van financiële en
contractprocedures te besteden."
HANDELSPOLITIEK
Anti-dumping - China - Barium arbonaat en handpallettru ks
De Raad heeft twee verordeningen aangenomen inzake tot instelling van een definitief
antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op de invoer van
bariumcarbonaat, respectievelijk handpallettrucks uit de Volksrepubliek China (10701/05 en
10677/05).
Kaza hstan - Jzer- en staalprodu ten
De Raad heeft een besluit aangenomen inzake de goedkeuring van een overeenkomst tussen de
Europese Gemeenschap en Kazachstan betreffende de handel in bepaalde ijzer- en staalproducten
(9362/05 + COR 1 + COR 2) en een verordening betreffende bepaalde beperkingen op de invoer
van bepaalde ijzer- en staalproducten uit de Kazachstan (10701/05 en 10677/05).
In deze nieuwe overeenkomst worden kwantitatieve beperkingen vastgesteld voor de invoer in de
EU van bepaalde ijzer- en staalproducten. De overeenkomst is van toepassing van de datum van
inwerkingtreding totdat Kazachstan toetreedt tot de WTO, echter uiterlijk tot en met
31 december 2 6.
De verordening voorziet in uitvoeringswetgeving en strekt tot intrekking van verordening (EG)
nr. 2265/2 4. . 18.VII.2 5
1 813/ 5 (Presse 177) 28
NL
INSTITUTIONELE AANGELEGENHEDEN
Statuut van de leden van het Europees Parlement *
De Raad heeft een ontwerp-besluit van het Europees Parlement dat nieuwe regels en algemene
voorwaarden vaststelt die van toepassing zijn op de uitoefening van het mandaat van hun leden
(10483/05 en 9737/05).
Het nieuwe statuut bevat bepalingen met betrekking tot:
- de vrijheid en onafhankelijkheid van EU-afgevaardigden,
- de uitoefening van het initiatiefrecht,
- de inzage van dossiers,
- taalverscheidenheid,
- salarissen, vergoedingen, pensioenen, belasting, verzekeringen en reiskosten van de leden,
- assistentie door persoonlijke medewerkers,
- logistieke voorzieningen,
Het statuut treedt in werking bij het begin van de zittingsperiode in 2 .
Gere ht van eerste aanleg - Wijziging van het reglement voor de pro esvoering
De Raad heeft wijzigingen goedgekeurd van het reglement voor de procesvoering van het Gerecht
van eerste aanleg met het oog op:
* verduidelijking van de werkingssfeer van sommige bepalingen, of aanpassing ervan aan de
vereisten van het procesverloop;
* aanpassing van de bepalingen betreffende de rechtsbijstand; en . 18.VII.2 5
1 813/ 5 (Presse 177) 2
NL
* regeling van de hogere voorziening tegen de beslissingen van het Gerecht voor
ambtenarenzaken van de Europese Unie.
Krachtens het verdrag stelt het Gerecht van eerste aanleg het reglement voor de procesvoering vast
in overeenstemming met het Hof van Justitie. De Raad moet het reglement goedkeuren. (10665/05).
ALGEMENE ZAKEN
Besprekingen in de andere Raadsformaties
De Raad nam nota van een verslag van het voorzitterschap over de besprekingen in de andere
Raadsformaties (11017/05 + DD 1).
EGROTING
Tsunami - Storms hade in Slowakije - Landbouw
De Raad heeft de volgende besluiten aangenomen (11185/05):
- herstel en wederopbouw in door de tsunami getroffen landen
Via het flexibiliteitsinstrument wordt 15 miljoen EUR aan vastleggingskredieten gebruikt
voor de financiering van de steun voor herstel en wederopbouw in door de
aardbeving/tsunami getroffen landen in Azië.
Het Europees Parlement en de Raad hebben ermee ingestemd de behoeften inzake herstel en
wederopbouw in de getroffen landen (vooral Indonesië, Sri Lanka en de Maldiven) te
financieren voor een totaalbedrag van 35 miljoen EUR, waarvan 17 miljoen EUR in 2 5.
Een deel van de benodigde middelen zal ter beschikking worden gesteld door indicatieve en
nog niet vastgelegde programma's voor de regio in overeenstemming met de betrokken
regeringen opnieuw te definiëren, via een herschikking van de kredieten (72 miljoen EUR)
en door het mobiliseren van de reserve voor noodhulp (7 miljoen EUR). 15 miljoen EUR
zal worden gefinancierd door nogmaals een beroep te doen op het flexibiliteitsinstrument.
Over nog eens 13 miljoen EUR wordt in het najaar een besluit genomen.
- beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds ten behoeve van Slowakije
Voor de begroting voor het begrotingsjaar 2 5 wordt uit het Solidariteitsfonds
5,7 miljoen euro aan vastleggingskredieten beschikbaar gesteld om de bevolking in
Slowakije die afgelopen november door stormschade is getroffen, te helpen. . 18.VII.2 5
1 813/ 5 (Presse 177) 3
NL
- Herziening van de financiële vooruitzichten voor 2 -2 6
De financiële vooruitzichten voor het jaar 2 6 wordt gewijzigd door 655 miljoen euro aan
vastleggingskredieten over te dragen van subrubriek 1a "Gemeenschappelijk
landbouwbeleid" over te dragen naar subrubriek 1b "Plattelandsontwikkeling", om rekening
te houden met het effect van de modulatie voor het jaar 2 6. Deze overdracht binnen
rubriek 1 "landbouw" is budgettair neutraal.
JUSTITIE EN INNENLANDSE ZAKEN
Europol
De Raad heeft nota genomen van een Activiteitenverslag van het Gemeenschappelijk
Controleorgaan van Europol (november 2 2 - oktober 2 4) (7170/1/05).
Europese Politiea ademie *
De Raad heeft ingestemd met het jaarverslag van de Europese Politieacademie voor het jaar 2 4
(9132/05), haar werkprogramma voor 2 6 (9133/05) en haar begroting voor 2 6 (9493/05,
10520/05 + COR 1).
EU/Noorwegen - Europees waarnemings entrum voor drugs en drugsverslaving
De Raad heeft de Commissie gemachtigd om onderhandelingen te openen met Noorwegen over een
herziening van het bedrag van de bijdrage van Noorwegen dat is vastgesteld in de overeenkomst
betreffende de deelneming van Noorwegen aan de werkzaamheden van het Europees
Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving. . 18.VII.2 5
1 813/ 5 (Presse 177) 31
NL
TRANSPARANTIE
Openbare beraadslagingen van de Raad
De Raad heeft een lijst aangenomen van openbaar te houden beraadslagingen van de Raad over
besluiten die in de tweede helft van 2 5 volgens de medebeslissingsprocedure moeten worden
aangenomen (10101/1/05).
De lijst ziet er als volgt uit:
Raad Datum Dossier
Vervoer, Telecommunicatie
en Energie
6/1 / 5 Voorstel voor een verordening van het Europees
Parlement en de Raad inzake de rechten van
luchtreizigers met beperkte mobiliteit
Justitie en Binnenlandse
Zaken
12-13/1 / 5 Richtlijn inzake minimumnormen voor terugkeer
Onderwijs, Jeugdzaken en
Cultuur
14-15/11/ 5 Voorstel voor een verordening van het Europees
Parlement en de Raad inzake het jaar van de
interculturele dialoog 2 8
Concurrentievermogen 28-2 /11/ 5 Voorstel voor een besluit van het Europees
Parlement en de Raad tot vaststelling van een
kaderprogramma voor concurrentievermogen en
innovatie (2 7-2 13)
Milieu 2/12/ 5 Voorstel voor een verordening van het Europees
Parlement en de Raad betreffende het financieel
instrument voor het milieu
ECOFIN 6/12/ 5 Verordening betreffende informatie bij girale
overmakingen
Werkgelegenheid, Sociaal
Beleid, Volksgezondheid en
Consumentenzaken
8- /12/ 5 - Voorstel voor een besluit betreffende het
Europees Jaar van gelijke kansen voor
iedereen (2 7)
- Richtlijn inzake de overdraagbaarheid van
aanvullende pensioenen
We t s t r a a t 1 7 5 B - 1 4 8 B R US S E L T e l . : + 3 2 ( ) 2 2 8 5 6 8 3 / 6 3 1 F a x : + 3 2 ( ) 2 2 8 5 8 2 6
press.office@consilium.eu.int http://ue.eu.int/Newsroom
European Union