Ministerie van Buitenlandse Zaken
geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen
van 18-19 juli 2005 (word)

Kamerbrief inzake geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en
Externe Betrekkingen van 18-19 juli 2005 (word)

Aan de Voorzitter van de Tweede EersteTweede Kamer derStaten-Generaal
Binnenhof4224
Den Haag Directie Integratie Europa

Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den HaagBezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den HaagBezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum81 julni 2005BehandeldGJ Bijl de Vroe
KenmerkDIE-243200/05Telefoon070 - 348 5005
Blad 1/75 Fax 070 - 348 6381
Bijlage(n)gj.bijl-de-vroe@minbuza.nl
Betreft Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 183-194 julni 2005

Graag bieden wij u hierbij, mede namens de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, de geannoteerde agenda aan van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 183-194 julni 2005.

De Minister De Staatssecretaris
van Buitenlandse Zaken, voor Europese Zaken,

Dr. B. Bot Mr. Drs. A. Nicolaï

Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB) van 183-194 julni 2005

Ter inleiding zij vermeld dat op de zondag voorafgaand aan de RAZEB een zogenoemd 'conclaaf' zal plaatsvinden op ministerieel niveau, waar over de Financiële Perspectieven gesproken zal worden. Daarop wordt hier nader ingegaan onder het agendapunt 'voorbereiding Europese Raad'.

Algemene zaken

NB. Het was bij het samenstellen van deze brief nog niet bekend hoe het Britse Voorzitterschap de aanslagen in Londen en de noodzaak van een actief anti-terrorisme beleid van de EU zou willen agenderen in Europees overleg, bijvoorbeeld de RAZEB.

Werkprogramma Voorzitterschap

Het Voorzitterschap zal naar verwachting een korte presentatie geven van het werkprogramma. Daarnaast zal het Voorzitterschap aan willen geven hoe de Financiële Perspectieven en de situatie rond de ratificatie van het Grondwettelijk Verdrag na de afgelopen Europese Raad ter hand zullen worden genomen.

Over de Financiële Perspectieven is geen inhoudelijke discussie voorzien. Het Brits Voorzitterschap zal het komend half jaar pogen om, na het vastlopen van de onderhandelingen tijdens de afgelopen Europese Raad, alsnog een akkoord te bereiken. Om de juiste weg daartoe te bepalen, zal het Brits Voorzitterschap vanaf september een consultatieproces starten met de (afzonderlijke) lidstaten. Tot die tijd zal een 'afkoelingsperiode' worden ingelast. Naar verwachting zullen de Britten tijdens hun Voorzitterschap de mogelijkheden willen bekijken om het beleid (met inbegrip van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid) en de daarbij behorende financiële enveloppen te herzien.

Met betrekking tot het Grondwettelijk Verdrag heeft het Voorzitterschap het voornemen een informele bijeenkomst te organiseren van staatshoofden en regeringsleiders over de toekomst van Europa. Mogelijk zal deze bijeenkomst in de plaats komen van de voor eind oktober geplande Europese Raad. Hierover zijn nog weinig bijzonderheden bekend; naar verwachting zal het Britse Voorzitterschap de Raad gebruiken om nadere gegevens te verstrekken.

Uitbreiding /

Turkije
De Europese Commissie zal het door haar voorgestelde kader voor de toetredingsonderhandelingen met Turkije aan de Raad presenteren. Het Britse Voorzitterschap Het Britse voorzitterschap voorziet daaropvolgend een (eerste) inhoudelijke discussie. De Britten willen zo ver mogelijk komen bij het bereiken van overeenstemming over de tekst van het kader, maar hvoorziet bespreking ouden van dit kaderer in de komende weken rekening mee dat de discussie daarover doorgaat in september, en indien nodig tot en met de RAZEB van 3 oktober.
De Kamer gaat een separate brief toe met een samenvatting en appreciatie van het voorgestelde onderhandelingskader.

Uitbreiding / Kroatië
Het Luxemburgs Voorzitterschap heeft een hernieuwde discussie over Kroatië tijdens de Europese Raad van 16-17 juni jl. kunnen voorkomen door Kroatië voor de eerstkomende Raad te agenderen. Op deze manier heeft het enigszins tegemoet willen komen aan een aantal lidstaten dat sterk voorstander is van het zo spoedig mogelijk openen van toetredingsonderhandelingen met dit land, in ieder geval vóór de opening van onderhandelingen met Turkije. De Raad zal zich buigen over Kroatië, als vervolg op bespreking in de Raad van juni jl. Toen besloot deDe Raad van juni jl. besloot dat enkele maanden nodig zullen zijn om vast te kunnen stellen of Kroatië inmiddels voldoende meewerkt met het Internationaal Strafhof (ICTY) Het advies van het ICTY, i.c. Del Ponte, zal daarbij wat de Nederlandse regering betreft van doorslaggevend belang zijn. De verwachting is derhalve dat de bespreking in de Raad kort zal zijn en zich zal beperken tot een bevestiging van hetgeen in juni reeds was overeengekomen.

Nederland, met het VK, heeft de aanpak van het Luxemburgs Voorzitterschap gesteund. De gemaakte afspraken over het openen van de onderhandelingen met Kroatië zoals gemaakt tijdens de Raad van juni, jl. dienen strikt te worden nageleefd en een nieuwe discussie hierover dient in de eerstkomende Raad zoveel mogelijk te worden vermeden Nederland beschouwt de besluitvorming over het openen van onderhandelingen met Turkije respectievelijk Kroatië als gescheiden trajecten, waarbij deze landen ieder op hun eigen merites zullen moeten worden beoordeeld. Op zijn vroegst kan een zinvolle discussie over Kroatië plaatsvinden na de zomer. Het advies van het ICTY zal daarbij wat de Nederlandse regering betreft van doorslaggevend belang zijn. Nederland beschouwt overigens de besluitvorming over het openen van onderhandelingen met Turkije respectievelijk Kroatië als gescheiden trajecten, waarbij deze landen ieder op hun eigen merites zullen moeten worden beoordeeld.
Het Brits Voorzitterschap heeft een spoedige bijeenkomst toegezegd van de Task Force die de samenwerking van Kroatië met het ICTY beziet, die op laag niveau zou moeten plaatsvinden.

Voorbereiding Europese Raad 16-17 juni

Financiële Perspectieven
Voor de Financiële Perspectieven staat een korte presentatie van het werkprogramma onder het Brits Voorzitterschap op de agenda. Er is geen inhoudelijke discussie voorzien. Het Brits Voorzitterschap zal het komend half jaar pogen om, na het vastlopen van de onderhandelingen tijdens de afgelopen Europese Raad, alsnog een akkoord te bereiken over de Financiële Perspectieven. Om de juiste weg daartoe te bepalen, zal het Brits Voorzitterschap vanaf september een consultatieproces starten met de (afzonderlijke) lidstaten. Tot die tijd zal een 'afkoelingsperiode' worden ingelast. Naar verwachting zullen de Britten tijdens hun Voorzitterschap de mogelijkheden willen bekijken om het beleid (met inbegrip van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid) en de daarbij behorende financiële enveloppen te herzien.
De Raad zal zich buigen over de ontwerp-conclusies voor de Europese Raad. Naar het zich laat aanzien denkt het Voorzitterschap aan agendering van de volgende onderwerpen voor de Europese Raad: evaluatie ratificatieprocedures Grondwettelijk Verdrag, Financiële Perspectieven, economische-, sociale- en milieukwesties (vaststelling van de geïntegreerde richtsnoeren voor groei en banen, verklaring inzake duurzame ontwikkeling), ruimte voor vrijheid, veiligheid en recht (Haags Programma en terrorismebestrijding), uitbreiding en externe betrekkingen.

In dit kader zal de RAZEB specifiek stilstaan bij het onderwerp terrorisme. De Europese Raad zal naar verwachting de voortgang van het EU-actieplan voor terreurbestrijding van 26 maart 2004 bespreken. In de conclusies van de Europese Raad van 17 december 2004 zijn onder Nederlands Voorzitterschap een aantal prioriteiten gesteld die door het Luxemburgs- en het Brits Voorzitterschap ter hand worden genomen. Deze betreffen vooral het tegengaan van radicalisering en rekrutering, informatie-uitwisseling en rechtshandhaving, financiering van terrorisme, civiele bescherming en externe betrekkingen. Resultaten zijn onder meer een eerste opzet voor een strategie om radicalisering en rekrutering tegen te gaan, de afronding van de derde richtlijn witwassen en een besluit over het toewerken naar een Europese index voor de uitwisseling van strafregisters. Nederland blijft inzetten op een zo strak mogelijke uitvoering van het actieplan en bijbehorende deadlines.

De Financiële Perspectieven zullen, zoals hierboven vermeld, separaat aan de orde komen tijdens het ministeriële 'conclaaf' op 12 juni a.s. Begin juni zal het Voorzitterschap een vierde versie laten circuleren van de 'negotiating box', het onderhandelingsdocument waarvan eerdere versies uw Kamer reeds op vertrouwelijke basis toegingen. Deze versie zal voor het eerst ook cijfers bevatten. Bij de derde versie van de 'negotiating box' waren de lidstaten met name kritisch over de paragrafen over cohesiebeleid, Eigen Middelen en in mindere mate landbouw. Voor de zes zogenoemde '1% landen' gaan de voorgestelde besparingen in de derde versie van de 'negotiating box' nog niet ver genoeg. Bij de Eigen Middelen wenst Nederland tezamen met Duitsland en Zweden een Generiek Correctiemechanisme om de problematiek van de excessieve netto-posities aan te pakken.

Externe betrekkingen

Syrië / Libanon Westelijke Balkan
Onder het agendapunt Westelijke Balkan zal de Raad spreken over Kosovo. De VN-Veiligheidsraad heeft op 27 mei jl. overeenstemming bereikt over de wenselijkheid deze zomer te beginnen met de evaluatie van de implementatie van de VN-standaarden door de Kosovaarse autoriteiten. De uitkomst van deze evaluatie zal bepalen of de statuskwestie ter tafel kan worden gebracht, waarbij de positie van de Kosovaarse regering ("onafhankelijkheid") nog ver verwijderd is van die van de Servische regering ("meer dan autonomie, minder dan onafhankelijkheid"). De internationale gemeenschap wil niet vooruitlopen op de evaluatie en de statuskwestie, maar heeft wel al een paar grondbeginselen neergelegd: geen terugkeer naar de situatie van vóór 1999, geen aansluiting van Kosovo bij buurlanden, geen opdeling van Kosovo en geen onmiddellijke en onvoorwaardelijke onafhankelijkheid. Nederland steunt deze uitgangspunten. Het wordt de komende tijd bovendien extra belangrijk dat ook de Kosovaarse economische ontwikkeling voldoende aandacht krijgt; de EU kan hier een belangrijke rol spelen door
De Raad zal in aanwezigheid van de Speciale Vertegenwoordiger van de SGVN, Terje Roed Larsen, de laatste ontwikkelingen in Libanon en Syrië bespreken. Op 19 juni vond de laatste ronde van de parlementsverkiezingen plaats. De verenigde "anti-Syrische" oppositie verkreeg een meerderheid in het parlement. Naar het oordeel van de Europese verkiezingswaarnemingsmissie zijn de verkiezingen, de eerste sinds het einde van de burgeroorlog die zonder Syrische aanwezigheid in Libanon plaatsvonden, relatief goed verlopen. De aloude sectarische en familietegenstellingen binnen het Libanese politieke bestel zijn echter opnieuw naar voren gekomen.

Nederland en de EU zullen zich moeten inspannen om de voortzetting van het veranderingsproces in Libanon te stimuleren. Hiervoor vormt met name het Euro-Mediterrane proces het aangewezen instrument. In dit verband acht de Nederlandse regering het van belang het Associatieakkoord met Libanon op zeer korte termijn te ratificeren (op dit moment is Nederland de enige EU lidstaat die dit akkoord nog niet heeft geratificeerd).

De Syrische terugtrekking uit Libanon wordt door de Nederlandse regering positief beoordeeld. Echter, de voortdurende aanwezigheid in Syrië van Palestijnse extremistische organisaties, alsmede de relatie tussen Syrië en de Libanese Hezbollah maken het noodzakelijk de druk op Syrië gaande te houden. Hoewel Damascus zich meer dan voorheen lijkt in te zetten om de doortocht van strijders naar Irak te belemmeren geldt ook hier dat Syrië moet worden aangespoord zich sterker in te zetten voor veiligheid in de regio en zich aan te sluiten bij de inspanningen van de internationale gemeenschap daartoe.
onder andere financiële ondersteuning en technische assistentie bij de ontwikkeling en uitvoering van economisch beleid.

Midden-OostenIran
De Raad zal over Iran praten mede in het licht van de recente Presidentsverkiezingen in dat land. Op 24 juni jl. werd de conservatieve burgemeester van Teheran Mahmoud Ahmadinejad in een tweede stemronde met 62% van de stemmen tot nieuwe president gekozen. Op de voorbereiding van de verkiezingen valt het nodige aan te merken. Zo werden veel kandidaten, onder wie alle vrouwen, van deelname uitgesloten.

De regering is van mening dat de EU vooralsnog het huidige beleid van engagement van Iran zou moeten voortzetten, met bijzondere aandacht voor de door de EU geformuleerde vier zorgpunten: de nucleaire kwestie, mensenrechten, rol van Iran bij het MOVP en terrorisme.

Op nucleair gebied zet Nederland de steun aan de besprekingen tussen Duitsland, Frankrijk en het VK, bijgestaan door Hoge Vertegenwoordiger Solana, en Iran voort. Het is nog te vroeg om te speculeren over de toekomst van deze onderhandelingen, nu Ahmadinejad nog maar net verkozen is. Bovendien is de verwachting dat de regeringswisseling niet zal leiden tot grote verschuivingen in het buitenlandse beleid van Iran, aangezien dat in hoge mate door Geestelijk Leider Khamenei wordt bepaald.

De Raad zal onder andere terugblikken op het bezoek van de Palestijnse president Abbas aan Washington op 25 en 26 mei jl. In de daarbij door president Bush afgelegde persverklaring deed hij een aantal voor de Palestijnen belangrijke uitspraken en toezeggingen. Deze betreffen met name de aangekondigde directe financiële steun van USD 50 miljoen aan de Palestijnse Autoriteit (PA), het aangekondigde bezoek van minister Rice aan Israël en de PA voorafgaand aan de Gaza-terugtrekking en de oproep aan Israël geen activiteiten te ondernemen die indruisen tegen de verplichtingen van de Roadmap of vooruitlopen op permanente status-onderhandelingen ten aanzien van Gaza, de Westoever en Jeruzalem. Voorts stelde president Bush ook dat beide partijen met eventuele wijzigingen van de bestandslijn van 1949 dienen in te stemmen en wees hij op de noodzaak van territoriaal aansluitende Palestijnse gebieden op de Westoever en van betekenisvolle verbindingen tussen de Westoever en Gaza. Nederland verwelkomt deze boodschappen en is van mening dat de EU op de korte termijn een actieve, ondersteunende rol moet spelen bij de uitvoering van de Israëlische terugtrekking uit Gaza, die moet leiden tot een volledige, succesvolle implementatie van de Roadmap door beide partijen.

MOVPCuba
De Raad zal de uitkomsten van het bezoek van Secretary of State Rice aan Israël en de Palestijnse Autoriteit (18-19 juni jl.) en de ontmoeting tussen premier Sharon en president Abbas (21 juni jl.) bespreken en door het Voorzitterschap en HV Solana worden geïnformeerd over de Kwartet-bijeenkomst van 23 juni jl. in Londen.

In de discussie zal de voorgenomen Israëlische terugtrekking uit de Gazastrook, die op 16 augustus as. zal aanvangen, centraal staan. De voorbereidingen voor de terugtrekking aan zowel Israëlische en Palestijnse kant lijken moeizaam te verlopen vanwege interne spanningen in zowel Israël als de Palestijnse Gebieden en het voortdurende gebrek aan goede afstemming tussen de Israëlische en de Palestijnse Autoriteiten (PA) terzake. Zorgwekkend zijn in dit verband in het bijzonder de onzekerheid over de capaciteit van de PA de orde en veiligheid in de Gazastrook tijdens en na de terugtrekking te handhaven, alsmede het gebrek aan voortgang in de besprekingen tussen Israël en de PA over (vrij) goederen- en personenverkeer tussen de Gazastrook en de Westoever, Israël en Egypte na de terugtrekking.

Nederland is van mening dat de EU en de VS op de korte termijn bij beide partijen moeten aandringen op intensievere coördinatie van de terugtrekking tussen beide partijen. De Israëlische terugtrekking dient op een geordende en vreedzame manier plaats te vinden en moet leiden tot een economisch levensvatbare Gaza-strook, inclusief open verbindingen met de buitenwereld. Voorts dient zij de opmaat te zijn tot een volledige, succesvolle implementatie van de Roadmap door beide partijen.

De Raad zal spreken over het Gemeenschappelijk Standpunt van de EU inzake Cuba en de in 2003 aangenomen 'juni-maatregelen'. In het bijzonder zal de Raad zich buigen over de vraag of de in januari van dit jaar overeengekomen tijdelijke opschorting van de 'juni-maatregelen' gehandhaafd moet worden. De 'juni-maatregelen', ingesteld als reactie op de hoge gevangenisstraffen voor 75 Cubaanse dissidenten, hielden onder meer in dat er geen hoog bezoek zijdens de EU-lidstaten aan Cuba zou plaatsvinden en dat dissidenten zouden worden uitgenodigd bij de viering van nationale feestdagen van de Lidstaten. Op 31 januari 2005 besloot de EU tot een tijdelijke opschorting van dit beleid, dat werd vervangen door een alternatief pakket van maatregelen gericht op het versterken van de steun aan de vreedzame politieke oppositie in Cuba. In reactie op dit besluit werd de diplomatieke boycot tegen de EU-vertegenwoordigingen in Havanna door Cuba beëindigd. Hierop vond een aantal bezoeken van hoge vertegenwoordigers vanuit de EU plaats, waarbij in Havanna op regeringsniveau de mensenrechtensituatie aan de orde werd gesteld en werd aangedrongen op vrijlating van alle politieke gevangenen. Eveneens werden in het kader van het nieuwe beleid de contacten met de dissidenten en het maatschappelijk middenveld geïntensiveerd. Op 20 mei jl. vond in Cuba een bijeenkomst plaats van dissidenten-groeperingen. In dat verband werd een aantal EU-parlementariërs en journalisten Cuba uitgezet danwel de toegang tot Cuba geweigerd. De EU heeft Cuba laten weten dit onacceptabel te vinden.
Nederland zet zich in voor een verdere verhoging van de effectiviteit van het EU-beleid, gezien de slechte mensenrechtensituatie en de belemmeringen waaronder de vreedzame oppositie moet functioneren. Dat houdt in dat de EU bij de Cubaanse overheid moet blijven aandringen op het respecteren van internationaal erkende mensenrechten, inclusief het vrijlaten van alle politieke gevangenen. De EU dient de vreedzame oppositie ter zijde te staan, door het verder aanhalen van de contacten met dissidenten en het maatschappelijk middenveld, en het waar mogelijk ondersteunen van op pluriformiteit gerichte activiteiten. Nederland is daarbij van mening dat een eensgezind optreden richting Cuba cruciaal is voor de effectiviteit van het beleid.

VN-Top / Transatlantische betrekkingen
De Raad zal worden geïnformeerd over het verloop van de EU-VS ministeriële bijeenkomst op 2 juni en vooruitblikken op de EU-VS Top op 20 juni. Op de agenda van deze Top staat onder andere de bevordering van vrijheid, mensenrechten en democratie, vrede en veiligheid, conflictpreventie en crisisbeheer, VN-hervormingen en versterking van de economische relatie. Daarnaast zal worden gesproken over actuele ontwikkelingen, onder andere in Irak en het Midden-Oosten. Over een aantal van deze onderwerpen zal een verklaring worden aangenomen. De verklaring inzake democratie en mensenrechten zal stilstaan bij ontwikkelingen in met name de voormalige Sovjet-Unie en het Midden-Oosten en de gemeenschappelijke waarden van de EU en de VS herbevestigen. De verklaring inzake vrede en veiligheid zal gaan over de dreigingen van de 21e eeuw: proliferatie, terrorisme, falende staten en grensoverschrijdende misdaad. Op het terrein van conflictpreventie en crisisbeheersing zullen afspraken worden gemaakt over verbeterde samenwerking en coördinatie en het versterken van internationale capaciteiten. Ten aanzien van het economische partnerschap zal een verklaring worden aangenomen met acties op de terreinen van 'regulatory cooperation', handel, veiligheid, en kennis en innovatie. Mogelijk zullen ook verklaringen inzake het Midden-Oosten en Afrika worden overeengekomen. Nederland hecht grote waarde aan goede transatlantische betrekkingen en is voorstander van een brede, strategische agenda voor de Top.

VN-Top 2005
De Raad zal zich nader buigen over de EU-bijdrage aan de VN-Top dit jaar. In de Algemene Vergadering van de VN (AVVN) hebben in april/mei besprekingen plaatsgevonden over het rapport van de SGVN dat als basis dient voor de Top 2005. Daarbij is uitgegaan van de door de SGVN gehanteerde clusterindeling (ontwikkeling, veiligheid, 'rule of law'/mensenrechten/democratie en institutionele hervorming). Op basis van de resultaten van deze besprekingen zal er begin juni een ontwerp-slotdocument door de voorzitter van de AVVN onder de lidstaten worden verspreid. In de periode juni/juli zullen verdere intensieve discussies worden gevoerd. Het beeld dat uit de besprekingen naar voren kwam is niet zonder meer geruststellend en Nederland zal zich er samen met de EU-partners sterk voor moeten inzetten om te voorkomen dat er uiteindelijk slechts bescheiden compromisteksten over de diverse onderwerpen worden aangenomen. De Raad is op 23 mei jl. een goed pakket over de 'Millenium Development Goals' overeengekomen als bijdrage aan het ontwikkelingsdeel van de Top. Deze EU-bijdrage kan worden gebruikt om andere ontwikkelde landen tot meer inspanningen met betrekking tot het ontwikkelingscluster te bewegen, maar ook om in de andere clusters betere resultaten te bereiken.

Irak
De Raad zal bij zijn bespreking van Irak met name aandacht besteden aan de internationale conferentie die op 22 juni a.s. in Brussel zal worden gehouden. Hieraan zal vanuit de EU, VN, VS, Japan, Irak en de buurlanden van Irak worden deelgenomen. De conferentie zal door de EU en de VS gezamenlijk worden voorgezeten. Doel van de bijeenkomst is de internationale steun voor de nieuwe Iraakse regering en het wederopbouwproces in Irak tot uiting te brengen. De nadruk zal komen te liggen op de drie sporen zoals neergelegd in VNVR-resolutie 1546: politiek, veiligheid en economie. Nederland verwelkomt deze conferentie, die op Iraaks verzoek wordt georganiseerd.
UN Millennium Review Summit
De Raad zal op basis van de conclusies van de Europese Raad van 17 juni jl. kort spreken over de EU-inzet voor de VN-Top dit jaar. Ook zal de Commissie haar Mededeling voor de Top presenteren. De EU heeft zich positief uitgelaten over het op 3 juni verschenen ontwerpslotdocument. In het algemeen is de indruk van het in de Algemene Vergadering van de VN gevoerde debat over dit document gematigd positief. De EU-inzet is erop gericht de daarin vervatte ambitie en balans te handhaven en op punten aan te scherpen. Deze positie zal de EU moeten volhouden om te voorkomen dat pogingen van met name ontwikkelingslanden resulteren in afzwakking van de tekst. Vanwege de overeengekomen EU-bijdrage aan het behalen van de MDG's verkeert de EU overigens in een gunstige positie in de dialoog met ontwikkelingslanden. Voor Nederland is sterkere tekst vooral van belang op onderwerpen als financiering van ontwikkeling, focus op Afrika, terrorismebestrijding, ontwapening/non-proliferatie, mensenrechten, en stroomlijning van het VN-ontwikkelingssysteem en van de internationale milieuarchitectuur.

EU-China Top
Het Brits Voorzitterschap zal de Raad informeren over de voorbereidingen van de EU-China Top, die op 5 september 2005 aanstaande in Peking zal plaatsvinden. Tijdens de Top zullen de wederzijdse betrekkingen worden besproken, zowel op politiek terrein (waaronder mensenrechten) als op economisch terrein (waaronder de Chinese wens tot toekenning van de status van markteconomie). Ook zal het starten van de onderhandelingen om te komen tot een nieuwe samenwerkingsovereenkomst ter spraka komen. Daarnaast komen migratie-aangelegenheden (inclusief readmissie) aan de orde en zal worden gesproken over regionale kwesties en het VN-hervormingsproces. Ook zal een aantal praktische vormen van samenwerking tijdens de Top worden bezegeld, onder andere op het gebied van milieu en transport.

Naar verwachting zal in de Raad geen discussie plaatsvinden over het EU-wapenembargo tegen China. Mocht het onderwerp alsnog aan de orde komen, dan is de Nederlandse inzet op dit punt niet verder te gaan dan de uitkomsten van de Europese Raad van 16-17 juni 2005.

Oezbekistan
Tijdens de Raad van 13 juni jl. heeft de EU Oezbekistan opgeroepen voor 30 juni 2005 een onafhankelijk internationaal onderzoek toe te staan naar de gebeurtenissen in Andizjan op 13 mei jongstleden. Tevens werd daarbij gemeld dat de EU zich beraadt op de mogelijkheden voor het instellen van maatregelen.

Nu Oezbekistan zijn positie niet heeft willen herzien en de termijn van 30 juni verstreken is, zal de Raad een besluit moeten nemen over concrete maatregelen die de EU tegen Oezbekistan kan nemen.
Nederland heeft tijdens eerdere besprekingen gepleit voor een duidelijke boodschap van de EU richting Oezbekistan, waarbij een veroordeling van het optreden van de Oezbeekse autoriteiten gestaafd zou moeten worden met tastbare maatregelen. In dit licht is Nederland voorstander dat thans een gefaseerde afkondiging van maatregelen plaatsvindt, te beginnen met het inroepen van het Moskou-mechanisme van de OVSE, het reduceren van ministeriële contacten en het opschorten van verdieping van de Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst met Oezbekistan. Verdere stappen, zoals bijvoorbeeld de instelling van visumrestricties, zouden dan afhankelijk zijn van de reactie van Oezbeekse zijde.

Zimbabwe
De Raad zal spreken over de situatie in Zimbabwe. Deze was al precair door de governance crisis, veroorzaakt door het economisch en humanitair wanbeleid van de Zimbabwaanse regering, maar is nog verder verslechterd door de operaties Restore Order and Get rid of Trash, die de Zimbabwaanse regering de afgelopen weken heeft uitgevoerd. Bij deze operaties zijn tienduizenden personen, voornamelijk informele handelaren, gearresteerd en is van meer dan 300.000 arme Zimbabwanen hun woning vernietigd. De EU heeft hierover op 8 juni een verklaring gepubliceerd, waarin de Zimbabwaanse autoriteiten werden opgeroepen deze operaties, die de mensenrechten schenden, te stoppen. Toch zijn de Zimbabwaanse autoriteiten hiermee doorgegaan.

In het licht van de verslechterde omstandigheden is Nederland voorstander van het zetten van extra stappen tegen de Zimbabwaanse autoriteiten. Een van de mogelijkheden hiertoe is aanscherping en uitbreiding van de gerichte sancties tegen het Zimbabwaanse regime en het aannemen van verdere maatregelen die het Zimbabwaanse regime onder druk zullen zetten om hun desastreuze beleid te veranderen. Daarbij blijft van belang dat de Zimbabwaanse bevolking door deze maatregelen niet negatief zal worden getroffen.

WTO / DOHA
Mogelijk zal de Raad van gedachte wisselen over de voortgang in de WTO onderhandelingen. En marge van de RAZEB vindt op 18 juli aanstaande in Brussel een informeel diner plaats voor de EU-handelsministers. De gedachtenwisseling zal zich concentreren op de voorbereidingen voor de 6e Ministeriële WTO Conferentie in Hongkong (december 2005). Eind juli zullen de voorzitters van de verschillende onderhandelingsgroepen aan de WTO-leden de eerste contouren ('first approximations') van mogelijke besluitvorming in Hongkong presenteren. Het gaat daarbij om notities op persoonlijke titel van de desbetreffende voorzitters; besluitvorming is voor het zomerreces niet aan de orde.

De besluiten in Hongkong moeten de basis leggen voor afronding van de onderhandelingen in 2006. Kern van die besluiten, en daarmee van de "first approximations", betreft:
· de modaliteiten voor de liberalisering van de handel in landbouwproducten, vermindering van handelsverstorende binnenlandse steun en parallelle afschaffing van alle vormen van exportsteun;
· de modaliteiten voor de liberalisering van de handel in industrieproducten, vis en hout;
· aanbiedingen ter verruiming van de markttoegang in de dienstensector;
· verbetering van de speciale en gedifferentieerde behandeling van ontwikkelingslanden;
· verbetering van de WTO-regels inzake antidumping, handelsgerelateerde subsidies en regionale handelsakkoorden, alsmede handelsfacilitatie.

Te Hongkong dient tevens recht te worden gedaan aan de ontwikkelingsdimensie van de ronde op specifieke punten, zoals bijvoorbeeld ten aanzien van een snelle, ambitieuze en specifieke uitkomst voor katoen, maar ook in bovengenoemde hoofddossiers met name vergroting van markttoegang.
Nederland blijft het streven naar succesvolle en spoedige afsluiting van de Doharonde ten volle ondersteunen. Hiertoe zullen op de Ministeriële Conferentie in Hongkong in december 2005 modaliteiten moeten worden vastgesteld inzake landbouw (inclusief katoen) en industrieproducten. Daarnaast dient voortgang te worden geboekt bij de overige onderdelen van de onderhandelingen, met name bij diensten, handelsfacilitatie en ontwikkelingsaspecten.