Opnieuw veroordelingen in Victoriepark-zaak
Twee jongens van 16 en 17 jaar zijn vandaag veroordeeld voor hun
aandeel in een reeks van uiterst gewelddadige incidenten in december
en januari in Alkmaar. De rechtbank acht de 17-jarige schuldig aan
één poging tot moord in vereniging, twee pogingen tot doodslag in
vereniging, afpersing en vernieling in vereniging. Hij is veroordeeld
tot 18 maanden jeugddetentie, waarvan zes voorwaardelijk met een
proeftijd van twee jaren met als bijzondere voorwaarde contact met de
jeugdreclassering.
De deskundigen en de Raad voor de Kinderbescherming hadden geadviseerd
de maatregel PIJ (plaatsing in een inrichting voor jeugdigen) op te
leggen, en de officier van justitie had die maatregel ook geëist. De
rechtbank is echter van oordeel dat niet is voldaan aan alle criteria
voor het opleggen van die maatregel. Wel kan in het kader van het
contact met de jeugdreclassering eventueel verplicht een behandeling
plaatsvinden.
De 16-jarige krijgt voor het medeplegen van afpersing een taakstraf,
bestaande uit een werkstraf en een leerstraf sociale vaardigheden, van
in totaal honderddertig uren en vier maanden voorwaardelijk met een
proeftijd van twee jaren. Gedurende de proeftijd moet hij zich houden
aan de aanwijzingen van de jeugdreclassering.
De reeks gewelddadigheden ving aan op 18 december toen iemand op de
Rekerdijk in Alkmaar werd beroofd. De verdachten en medeverdachten
hadden die avond het plan iemand te beroven. Het slachtoffer werd
bedreigd en de verdachten gebruikten grof geweld. Zij omsingelden het
slachtoffer en sloegen hem meerdere keren met hun vuisten en met een
knuppel. Alleen bij dit misdrijf was naast de 17-jarige ook de
16-jarige betrokken.
In de nacht van 2 op 3 januari vonden twee pogingen tot doodslag
plaats, aan de Molenkade. Op 7 januari was de 17-jarige betrokken bij
een poging tot moord in het Victoriepark.
Moord en doodslag
Volgens de rechtbank werkten verdachte en zijn medeverdachten bij de
geweldsuitbarstingen dusdanig bewust en nauw samen dat van medeplegen
gesproken kan worden. Bij de poging tot moord handelden verdachten
niet uit een opwelling; zij gaven uitvoering aan een eerder genomen
besluit iemand 'te pakken'. De verdachten wisten wat er zou gebeuren.
Zij waren immers steeds gewapend en wisten van elkaar dat zij in staat
en bereid waren die wapens te gebruiken.
Bij de slachtoffers is lichamelijk en psychisch leed veroorzaakt. Zij
liepen zwaar lichamelijk letsel op. Dat zij overleefden, is een
gelukkige omstandigheid die geenszins aan de twee verdachten of hun
medeverdachten is te danken, aldus de rechtbank. Daarnaast hebben de
gebeurtenissen een golf van ontzetting in de samenleving
teweeggebracht. Vele inwoners van Alkmaar voelden zich niet meer
veilig in hun eigen woonplaats.
Einde bericht
Bron: Rechtbank Alkmaar
Datum actualiteit: 22 juli 2005 Naar boven
Gerechtelijke organisatie