Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk: Viss. 2005/3425
datum: 22-07-2005

onderwerp: Pakket steunmaatregelen voor de zeevisserij

Bijlagen:

Geachte Voorzitter,
Naar aanleiding van de zorgwekkende economische situatie in de Nederlandse kottersector heb ik gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van de vissers, met de banken, met visserijcommissaris Borg en met collega's in het kabinet. De vangstmogelijkheden voor met name schol zijn de afgelopen jaren sterk verminderd en bovendien zijn de kosten van dieselolie fors gestegen. Ik realiseer mij dat de bedrijfsresultaten van de ondernemers in de platvissector dit jaar slecht zullen zijn. Op grond daarvan heb ik vorige week besloten tot een pakket steunmaatregelen voor de kottersector. Ik ben bereid om op korte termijn een saneringsregeling open te stellen voor ondernemers van de Nederlandse kottersector en daarvoor een bedrag van maximaal 38 miljoen euro beschikbaar te stellen. Met dit bedrag, dat deels bestaat uit Europese en Nederlandse middelen, kan naar schatting 20 % van de vangstcapaciteit van de Nederlandse kottervloot uit de vaart worden genomen. Voorwaarde is wel dat bijbehorende quota in handen komen van actieve vissers die daarmee een betere bedrijfseconomische basis krijgen, omdat de schol- en tongquota over minder schepen verdeeld zullen worden. De visserijsector heeft de afgelopen maanden aangedrongen op een nieuwe saneringsronde en baseerde zich daarbij op analyses in verschillende rapporten, zoals het rapport Nijpels en het scholbeheersplan die wezen op een aanzienlijke overcapaciteit. In de tweede plaats wil ik mij ook inzetten voor innovatie van vangsttechnieken. Naar mijn mening is innovatie van belang voor het lange termijnperspectief van de Nederlandse vloot en ik wil deze ontwikkeling steunen. Het is zaak om alternatieven, die resulteren in minder bodemberoering, grotere vangstselectiviteit en energie-efficiency, te ontwikkelen. Daarom wil ik de veelbelovende praktijkproef met de pulskor uitbreiden tot meer schepen en bezien of dit alternatieve tuig ook op andere vaartuigen, zoals de Eurokotter en het garnalenvaartuig, toepasbaar is. In de derde plaats heb ik de moeilijke situatie van de visserij besproken met de banken. Deze kennen de situatie in de visserij uiteraard goed en hebben zich bereid verklaard om in bijzondere individuele situaties de aflossing van bankleningen tijdelijk op te schorten. Tot slot heeft zeer recent overleg met visserijcommissaris Borg plaatsgevonden over de mogelijkheden om iets te doen aan de gevolgen van de hoge brandstofprijzen. De Commissaris beziet of versoepelingen van de Europese regels mogelijk zijn die wellicht enige lucht kunnen geven. Hij zal hierover volgende week met de Europese visserij-organisaties overleggen. Zijn maatregelen zullen mede afhankelijk zijn van besluitvorming binnen de Europese Commissie. De slechte situatie in de visserij (lage quota en hoge brandstofkosten) lijkt niet van de ene op de andere dag voorbij te zullen zijn. Met de sector zal daarom vooral moeten worden gestreefd naar het versterken van de structuur op middellange termijn. Daarom zet ik het pakket steunmaatregelen allereerst in ten behoeve van twee instrumenten: sanering en innovatie. De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman