Politiebond ACP

ABP brief zorgt voor verwarring
In 2004 wilde het kabinet Balkenende de regels rondom het (pre)pensioen zodanig wijzigen dat er sprake was van afschaffing. Iedereen moest doorwerken tot zijn 65^e jaar. Bestaande rechten op dit gebied werden aan de kant geschoven, althans in de oorspronkelijke plannen van het kabinet. Daarom was er eind 2004 een grote vakbondsmanifestatie op het Amsterdamse Museumplein, wat een vervolg kreeg in het zogeheten Sociaal Akkoord, ook wel het Museumpleinakkoord genoemd.

In het Sociaal Akkoord staat beschreven op welke manier de belastingdienst moet omgaan met de financiële regelingen rondom het vervroegd pensioen. Het prepensioen bleef daardoor mogelijk. In het Sociaal Akkoord staat dat de premie die nodig is om met vervroegd pensioen te gaan mag worden afgetrokken van de belasting. Deze belastingaftrek maakt het mogelijk om tegen een aanvaardbare premie vervroegd uit te treden. Meer van de belasting aftrekken dan de maximaal toegestane premie is niet toegestaan. De kosten zouden dan namelijk bijna verdubbelen.

Wie gaat er over

Het ABP gaat niet over de regels rondom de (pre)pensioenregelingen, zij voeren ze alleen maar uit. Over de regels en de premie van het (pre)pensioen onderhandelen werkgevers en werknemers met elkaar. Momenteel geldt voor alle overheidssectoren dezelfde pensioenregeling, namelijk pensioen vanaf 65 jaar.

Ook voor het prepensioen geldt in alle overheidssectoren een basisregeling, namelijk de Flexibele Pensioen Uitkering (FPU). Naast deze regeling hebben bepaalde sectoren nog aparte afspraken gemaakt die ook door het ABP uitgevoerd worden. Ook over de inhoud en de premie van die regelingen onderhandelen werkgevers en werknemers in de betreffende sector. Dat is ook gebeurd in de politiesector.

Prepensioen, de bouwstenen

Het Sociaal Akkoord regelt dus de maximale fiscale ruimte voor het prepensioen. Het gaat hierbij om het deel dat voor het 65^ste levensjaar kan worden opgenomen. De basis hiervoor is op dit moment 62 jaar, tegen 70% van het laatste loon (FPU). Boven op deze regeling kent de sector politie de zogenaamde Aanvullende Flexibele Uittredingsregeling Politie (AFUP). We kennen de AFUP-algemeen en de AFUP-specifiek regeling.

De AFUP-algemeen regeling brengt de leeftijd van 62 jaar met een jaar terug naar 61, tegen 70% van het laatste loon. Deze regeling geldt voor iedereen die bij de politie werkt. De premie hiervoor wordt betaald door werkgever en werknemer.

Daar bovenop kennen we de AFUP-specifiek. Deze regeling is van toepassing op iedereen die een zware functie vervult. De leeftijd voor uittreden gaat daarbij nog verder terug, namelijk van 61 naar 60 jaar, tegen 80% van het laatst verdiende loon. Om hiervoor in aanmerking te komen moet een deelnemer tenminste 35 politiedienstjaren hebben en 25 zogenaamde "zware" jaren (mix van onregelmatige dienst, specifiek werk, etc).

Verandering in de FPU

Uit het bovenstaande blijkt dat het prepensioen niet een zak met geld is die zo maar wordt verdeeld, maar uit verschillende bouwstenen bestaat. De FPU is daarbij het fundament voor het prepensioen. En als er wijzigingen in het fundament worden aangebracht, dan is het logisch dat het ook gevolgen heeft voor het huis dat er op wordt gebouwd. Als je dat niet doet, stort het huis vanzelf in en zit u met de gebakken peren.

Over het gebouw op het fundament (AFUP en AFUP-specifiek) onderhandelt de ACP samen met de NPB en de VMHP met minister Remkes als werkgever van de politie. Hierover gaat ook een deel van het conflict dat we nu hebben met minister Remkes. Maar, hierover later meer.

Zoals gezegd: alle bestaande prepensioensystemen moeten worden ingepast in de beschikbare belastingregels, de zogeheten fiscale ruimte. Dit om te voorkomen dat de kosten voor u torenhoog worden. Deze onderhandelingen worden niet door de ACP gevoerd. Hiervoor zijn wij aangesloten bij de CCOOP. Dit is een vakcentrale waarin alle overheidssectoren vertegenwoordigd zijn, ook de politie.

De CCOOP onderhandelt namens de werknemers met de werkgever. In de afgelopen maanden zijn er intensieve en zware onderhandelingen gevoerd. De uitkomst is vastgelegd in een principe-akkoord en daarover bent u door het ABP geïnformeerd.

Gevolgen voor de politie

De brief van het ABP zegt nog niets over de gevolgen die dat voor de sector politie heeft. Het enige wat duidelijk is, is dat met de vaststelling van dit principe-akkoord de FPU verdwijnt. Hier komt een nieuwe flexibele pensioenregeling voor in de plaats. De basisleeftijd om uit te treden gaat bij alle overheidssectoren van 62 jaar omhoog naar 62 jaar en 9 maanden, tegen 70% van het laatste loon. Voor bepaalde groepen is er daarnaast nog overgangsrecht bedongen. De premie voor deze nieuwe regeling blijft in principe gelijk. Het bondsbestuur van de ACP zal in september over het principe-akkoord praten en er haar mening over geven.

Gebruik maken van "levensloop"

In het principe-akkoord is ook opgenomen dat bij het gebruik van een beperkt deel van de nieuwe levensloopregeling de leeftijd voor uittreding in de buurt van 62 jaar kan komen te liggen tegen, tegen 70% van het laatst verdiende loon. Hierover moeten dan echter nog per sector nadere afspraken worden gemaakt.

AFUP en AFUP-specifiek

De gevolgen voor de sector politie zijn groot. Zoals gezegd: er is een beperkte hoeveelheid fiscale ruimte om het prepensioen "fiscaal vriendelijk" op te bouwen. Met het principe-akkoord is alle fiscale ruimte benut. Gevolg is dat er geen fiscale ruimte meer beschikbaar is voor een AFUP-algemeen en AFUP-specifiek. Hiermee is tegelijk zichtbaar hoe groot dit probleem is in de politiesector. De kosten om het mogelijk te maken om niet pas na 62 jaar en 9 maanden tegen 70% er uit te treden, maar op 60 jaar tegen 80%, zijn enorm hoog. Daarom wezen de ACP-leden het Sociaal Akkoord eind 2004 al als eerste politiebond af. Wat goed is voor Nederland, is niet altijd goed voor de politiesector.

Positie ACP

Voor de ACP is de beschikbare fiscale ruimte niet leidend. De omstandigheden waaronder politiemensen hun zware en risicovolle werk moeten doen zijn de afgelopen jaren eerder slechter geworden dan beter. Er zijn daarom ook geen redenen om af te zien van de huidige aanspraken. De Politievakorganisatie ACP is van mening dat de leeftijd voor uittreding 60 jaar moet blijven tegen 80%. Wijziging van fiscale spelregels brengt hierin geen verandering. Hiermee is ook duidelijk hoe groot het verschil van mening is met minister Remkes. Hij wil niet verder gaan dan de beschikbare fiscale ruimte om eerder uittreden mogelijk te maken. Hij heeft geen cent méér voor u over. Eind augustus is duidelijk of een oplossing over dit onderwerp mogelijk is zonder harde acties.

Terug naar index