Gemeente Utrecht


2005 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
78 Vragen van de heer E.R. van Holthe
(ingekomen 27 juli 2005)


In 2001 en 2002 heeft de fractie van de SP tot viermaal toe schriftelijke vragen gesteld over de aankoop van grond van een particulier door de gemeente Utrecht (2001/54, 2001/68, 2001/73 en 2002/5). Nadien zijn de raadsleden (en het college van burgemeester en wethouders) met regelmaat door de verkopende partij per mail geïnformeerd over de nasleep van deze aankoop.

De VVD fractie wil zich in het algemeen niet publiekelijk mengen in particuliere aangelegenheden, maar dit dossier heeft althans de schijn van een onredelijke overheid tegenover een (inmiddels oud) inwoner.

Korte weergave van de bevindingen:
De vrijwillig verkopende partij van de Utrechtseweg 63 is indertijd na onderhandelingen verzocht om in de periode van 'passieve grondverwerving' eerder dan aanvankelijk afgesproken het koopcontract te tekenen. Direct na ondertekening is de gemeente voor de naastgelegen huizen (nummers 65 t/m 73) overgegaan tot 'actieve grondverwerving'. Financiële constatering toont aan dat hierdoor het vrijwel identieke buurhuis (2 onder 1 kap) iets later voor ongeveer EUR 172.000 meer is verkocht (een gemeentelijke bonus is daar wel uitgekeerd). Dat is een substantieel verschil. Hierbij waardeert de VVD de poging van het college van burgemeester en wethouders om een optimaal resultaat voor de gemeente te behalen, maar het is toch wrang dat een particulier er dan zoveel bij inschiet.

Daarnaast worden de argumenten van de grondaankoop door partijen verschillend wordt uitgelegd. Dit komt doordat nummer 63 precies in een bocht van de Utrechtseweg ligt en de plangrenzen van de verschillende vastgestelde ontwerpen, (stedenbouwkundige) programma's van eisen, eindrapportages van de Noordelijke Stadsas, Terweide deelgebied D, Het Zand (deelgebied B) en de spoorverdubbeling niet op elkaar aansluiten / aansloten. De grenzen lopen soms ook dwars door het perceel van de Utrechtseweg 63. Daarmee is het niet duidelijk of Utrechtseweg 63 net binnen of net buiten een risicogebied van de trein of dat het net binnen of buiten deelgebied Het Zand valt.

De VVD is van mening dat dergelijke verschillen van inzicht primair minnelijk opgelost moeten worden. Met een juridische strijd met hoge proceskosten is uiteindelijk niemand gebaat en bij duidelijkheid wel.

Dit leidt bij de fractie van de VVD tot de volgende vragen:

1. Deelt het college van burgemeester en wethouders de hierboven verkorte weergave van de bevindingen?
2. Kan het college van burgemeester en wethouders zich voorstellen dat de transactie en de nasleep ervan bij de verkopende partij een gevoel van onredelijkheid en onrechtvaardigheid veroorzaakt?
3. Hoe is het college het college van burgemeester en wethouders van plan zo spoedig mogelijk dit geschil tot een einde te brengen? Waarbij de voorkeur van de VVD gaat naar minnelijke schikking.
4. Wat doet het college van burgemeester en wethouders eraan om in de toekomst in een gebied waar meerdere plannen zich voordoen, dergelijke problemen met overlappende plangrenzen en grenzen dwars door percelen te voorkomen of te minimaliseren?


---- --