Groen!
Brussel, 27 juli 2005
Groen! eist oprichting Fonds voor Asbestslachtoffers
Groen! wil dat België een Fonds voor Asbestslachtoffers opricht. Zo
kunnen ook mensen die buiten het werkmilieu aan asbest werden
blootgesteld schadevergoeding krijgen. Elk jaar sterven in België 240
mensen als gevolg van asbest. Maar in België worden totnogtoe enkel
mensen vergoed via het Fonds voor Beroepsziekten. Wie met asbest in
aanraking komt, kan tot 20 jaar later met asbestkanker worden
geconfronteerd. De huidige discussie over de financiering van de
gezondheidszorg is geen argument om manifest onrecht aangedaan aan
mensen in het verleden niet te vergoeden, stelt Johan Malcorps
(Groen!). De paarse regering moet via een Fonds voor
Asbestslachtoffers de asbestslachtoffers tegemoet komen.
In Italië zoekt het gerecht naar de verantwoordelijken voor 1300
asbestdoden, o.m. bij de Belgische firma Eternit. In België zelf
vallen jaarlijks nog altijd een 240-tal doden door asbest. Tussen 2000
en 2004 werden meer dan 3000 aanvragen gedaan voor een
schadeloosstelling door asbestslachtoffers.
De samenleving heeft in het verleden zware fouten gemaakt door geheel
zorgeloos om te springen met een gevaarlijke stof als asbest. De band
tussen asbest en kanker werd aangetoond in de jaren 60. Maar tot 1995
werd asbest nog veelvuldig toegepast ook in ons land, » stelt Johan
Malcorps van Groen !
De bedrijven die asbest produceerden en toepasten, dragen hierin
ongetwijfeld een grote verantwoordelijkheid. Maar ook de overheid die
veel te laat verbodsbepalingen instelde.
Uit recente epidemiologische studies leren we dat er een constante
toename mag verwacht worden van het aantal kankers door blootstelling
aan asbest, van nu tot 2020, en dat ondanks het feit dat asbest in
Europa inmiddels verboden is. De latentietijd tussen blootstelling en
ziekte bedraagt meer dan 20 jaar. Maar eens ziekten als mesothelioom
of andere asbestkankers uitbreken, hebben ze een verwoestende
uitwerking op korte termijn.
Het probleem van het toenemend aantal kankerdoden door asbest verdient
alle aandacht. De internationaal vermaarde specialist Julian Peto
publiceerde in The British Journal of Cancer (nr. 79, 1999) een
prognose van maar liefst een kwart miljoen doden door
asbestgerelateerde kankers in West-Europa de komende 35 jaar. In
Nederland werd in een officiële studie (Burdorf e.a., 1997) in
opdracht van het Ministerie Van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een
schatting gemaakt van 40.000 asbest-gerelateerde ziekten onder
Nederlandse mannen tegen het jaar 2030. In België wordt het probleem
nauwelijks onderkend. Toch is België, het land van Eternit, het
asbestland bij uitstek.
In de meeste westerse landen groeit het bewustzijn van de gevolgen van
de asbestbesmetting voor de volksgezondheid. Verschillende landen
zoals Frankrijk en Nederland hebben specifieke vergoedingsprocedures
op touw gezet.
In België worden enkel loontrekkenden van werkgevers die bijdragen aan
het Fonds voor Beroepsziekten, vergoed. De vergoedingen liggen laag en
dekken enkel de kost voor het feit dat men niet meer kan werken. Het
gaat geenszins om een vergoeding van het morele leed van het
slachtoffer zelf of de nabestaanden. Cynisch genoeg wordt de
vergoeding ook in heel wat gevallen geweigerd. Andere groepen van
slachtoffers (zelfstandigen of mensen die buiten het werkmilieu aan
asbest zijn blootgesteld) hebben geen enkele mogelijkheid om een
schadevergoeding te krijgen. De Vereniging van Asbestslachtoffers
ABEVA dringt daarom al enkele jaren aan op een billijke vergoeding.
Om die reden diende Groen! vroeger een wetsvoorstel in om de rechten
van asbestslachtoffers te doen erkennen. Door de oprichting van een
Fonds voor Asbestslachtoffers. Een soortgelijk voorstel werd nu
opnieuw ingediend door ECOLO. De geleden schade dient mee vergoed te
worden via een systeem van nationale solidariteit. Daardoor erkent de
gemeenschap de fouten die ze begaan heeft ten aanzien van de
asbestslachtoffers. Groen! vraagt dat dit debat federaal dringend
terug geopend wordt.
Concludeert Johan Malcorps (Groen!): De discussie over de financiering
van de gezondheidszorg is geen argument om manifest onrecht aangedaan
aan mensen in het verleden niet te vergoeden.