Gemeente Rotterdam

Nr. 124
28 juli 2005

Actueel beeld van Rotterdamse thuisloze jongeren

Thuisloze jongeren in Rotterdam zijn voor bijna tweederde jongens, maar de groep thuisloze meisjes wordt steeds groter. De meeste thuisloze jongeren zijn tussen de 18 en 20 jaar. Autochtone jongeren vormen met 47% een minderheid. De maatschappelijke positie van thuisloze jongeren is zwak. Er is sprake van afgebroken opleidingen of geen enkele afgeronde opleiding na de basisschool. Ze hebben weinig werkervaring, vaak weinig of geen inkomsten en veel schulden.

Dat zijn enkele belangrijke conclusies in het rapport "Bandieten, dissidenten, weglopers of verschoppelingen? - Profielen van thuisloze jongeren in Rotterdam" dat in opdracht van wethouder Van den Anker (Veiligheid en Volksgezondheid) is gemaakt door de Sociaal-wetenschappelijke Afdeling (SWA) van de gemeentelijke dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Met de resultaten van dit onderzoek beschikt de gemeente Rotterdam over een actueel beeld van de groep thuisloze jongeren in de stad. Over de omvang van het probleem thuisloze jongeren in het algemeen bestaat veel onduidelijkheid. Onder wetenschappers bestaat brede overeenstemming dat het aantal thuisloze jongeren de afgelopen jaren is toegenomen. De groep laat zich getalsmatig echter moeilijk in kaart brengen. Zij wisselen veelvuldig van verblijfplaats en hebben vaak geen enkel contact met instanties. Voor Rotterdam kwam de laatste schatting uit op een aantal van tussen de 300 en 700 thuisloze jongeren. Voor het nu beschikbaar gekomen "profielenonderzoek" zijn de dossiers bestudeerd van de jongeren - 251 personen in totaal - die in 2003 met één of meer van de grootste instellingen contact hebben gehad die zich in Rotterdam met de opvang en begeleiding bezighouden. Voor iedere individuele jongere is een 'CV van de thuisloosheid' gemaakt. Daarmee zijn algemene profielen gemaakt voor groepen thuisloze jongeren.

Resultaten
Het onderzoek onderschrijft de veronderstelde problemen bij thuisloze jongeren. Voorbeelden zijn een problematische thuissituatie, scheiding van de ouders, traumatische ervaringen zoals mishandeling, verwaarlozing en seksueel misbruik. Een groot deel van de jongeren heeft contact gehad met de jeugdhulpverlening en heeft een ondertoezichtstelling gehad. Ook zijn zij opgevangen in meerdere internaten en pleeggezinnen. Een kwart van de jongeren heeft te kampen met een psychiatrische problemen. Driekwart van de jongeren gebruikt verdovende middelen, de helft gebruikt dagelijks softdrugs.

Preventie, opvang en hulpverlening
Bij de preventie en opvang van en hulpverlening aan thuisloze jongeren zijn verschillende partijen betrokken. Veel van de problemen waarmee thuisloze jongeren kampen, vinden hun oorsprong in de thuissituatie. Preventie is daarom primair een taak van ouders. Voor een betere opvang en hulpverlening gaan maatschappelijk werkers de straat op en proberen zij thuisloze jongeren in een vroeg stadium op te sporen, te coachen en een traject aan te bieden. De gegevens van de jongeren worden in het registratiesysteem opgenomen dat de gemeente Rotterdam op dit moment opzet. Zo ontstaat een veel duidelijker beeld van de omvang van de groep. Het registratiesysteem wordt ondergebracht in een meldpunt, dat tegelijkertijd zorgdraagt voor plaatsing in een opvanginstelling. Jongeren kunnen zo sneller worden opgevangen en de hulpverlening kan eerder op gang komen. Het onderzoek toont aan dat thuisloze jongeren erg van elkaar kunnen verschillen. Ze worden ingedeeld in vier categorieën: 'bandieten', 'dissidenten', 'weglopers' en 'verschoppelingen'. De grootste verschillen tussen deze groepen doen zich voor op het gebied van justitiële contacten en contacten met de jeugdhulpverlening. Met de opgestelde profielen kunnen instanties voor opvang en hulpverlening beter op de vraag van de jongeren inspelen. In het onderzoek wordt geconstateerd dat langduriger residentiële opvang met intensieve begeleiding op meerdere levensgebieden het beste werkt. De instellingen die aan dit onderzoek hebben meegewerkt, bieden deels dit soort hulpverlening maar kampen vaak met capaciteitsproblemen. Rotterdam werkt op dit moment aan uitbreiding van de capaciteit en variëteit van voorzieningen voor zwerfjongeren.

Reactie wethouder
Wethouder Van den Anker (Veiligheid en Volksgezondheid) laat in een eerste reactie weten blij te zijn met de gegevens uit het onderzoek. Zij erkent dat thuisloosheid onder jongeren een probleem is, waarvoor de laatste jaren terecht meer aandacht is. Rotterdam loopt daarin landelijk voorop. Met het rapport beschikt de gemeente over meer inzicht in de aard van de problematiek. "Wij kunnen hiermee meer maatwerk leveren", aldus Van den Anker.

noot voor de redactie/