Vereniging Nederlandse Gemeenten

VNG WEERLEGT KRITIEK VERENIGING EIGEN HUIS

De Vereniging Eigen Huis heeft ook dit jaar de hoogte van bouwleges in een aantal gemeenten onderzocht. Wederom worden verschillen in hoogte van de tarieven tussen de verschillende gemeenten geconstateerd.

Algemeen De Vereniging van Nederlandse Gemeenten wil nogmaals benadrukken dat legestarieven nooit meer dan kostendekkend mogen zijn. Daarnaast zijn gemeenten autonoom in het vaststellen van hun tarieven. Die autonomie leidt ertoe dat gemeenten er ook voor kunnen kiezen om niet kostendekkend te werken. Gemeenten hebben er in het verleden meer dan eens voor gekozen om niet-kostendekkende tarieven te berekenen. Er werd dus minder dan de kostprijs doorberekend, terwijl de resterende kosten uit andere inkomsten (bijv. uitkering van het Rijk) werden gedekt. Als een gemeente de dienstverlening niet achteruit wil laten gaan terwijl andere inkomsten teruglopen (bezuinigingen door het Rijk terwijl de taken van de gemeenten wel toenemen), betekent dit dat tarieven kostendekkend moeten worden gemaakt en dus verhoogd moeten worden.

Ook zorgt de ingewikkelde bouwregelgeving ervoor dat er een veelheid aan varianten aan vergunningen bestaat. Gemeenten hebben deze op verschillende wijze in de heffing verwerkt. Bij de ene gemeente zitten de kosten van bijv. de welstandscommissie in het tarief verwerkt terwijl een andere gemeente hiervoor een aparte heffing kent. Vergelijking op basis van tarieven vertelt in dit soort gevallen slechts het halve verhaal.

Uniform Rekenmodel Ook de VNG is voorstander van een uniform rekenmodel voor het berekenen van de hoogte van de bouwleges. De modelverordening van de VNG zal nog dit jaar worden aangepast om meer uniformiteit bij de berekening te stimuleren. De VNG wil er echter voor waarschuwen dat één uniform rekenmodel niet zal leiden tot gelijke tarieven in heel Nederland. Ook bij een uniform rekenmodel zullen de kosten die worden doorberekend in de diverse gemeenten verschillen vertonen als gevolg van verschillen in bijvoorbeeld bouwintensiteit en bouwkosten in gemeenten.

In een groeigemeente met een grote stroom bouwaanvragen is de gemiddelde prijs van een aanvraag lager. Daarnaast blijven gemeenten de vrijheid houden om ervoor te kiezen niet de volledige kosten door te berekenen. Dus, wanneer de duurste gemeente de kosten volledig doorberekend en de goedkoopste gemeente besluit dit maar voor bijv. 75% te doen, blijven de verschillen in hoogte van bouwleges ook bij een uniform rekenmodel nog groot. Voor het opstellen van het uniform rekenmodel heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het voortouw genomen.