Ingezonden persbericht


Nijmegen 27 juli 2005

PERSBERICHT

Orgelbewerkingen door Nijmeegse organist Joost Langeveld in Sint Stevenskerk

Orgel = piano + koor + orkest

NIJMEGEN ­ Op dinsdag 16 augustus geeft de Nijmeegse stadsorganist Joost Langeveld een concert op zijn 'eigen' Königorgel in de Sint Stevenskerk te Nijmegen. Langeveld componeerde en selecteerde orgelbewerkingen, vertalingen van pianocomposities, kamermuziek, opera, missen of cantates voor orgel. Het concert begint om 20.30 uur. De toegang bedraagt respectievelijk ¤5,- en ¤ 4,- voor houders van 65+ pas, CJP en studentenkaart. De zomerconcertserie van de Nijmeegse Orgelkring loopt tot en met 6 september.

De orgelwereld trok lange tijd de neus op voor transcripties, wellicht vanuit de gedachte de 'vertalingen' niet origineel waren. Dat mag zo zijn, maar daarbij wordt even vergeten dat transcripties een hele belangrijke functie voor de muziekcultuur hebben (gehad). Zij dienden onder meer om kwaliteitsmuziek en de naam van goede componisten uit te dragen naar een breder publiek. Vooral in de tijd dat er nog geen geluidsdragers waren en de vereiste bezetting voor de uitvoering van een orkestwerk, opera of oratorium ergens niet voorhanden was, kon de bevolking toch kennis maken met de betreffende muziek als musici een transcriptie naar een kleinere bezetting of een solo-instrument zoals een orgel, maakten. Componisten werkten ook zelf volgens deze praktijk. Zo herschreef Bach zijn eigen vocale muziek om naar orgel. De Schübler Choräle zijn daar een bekend voorbeeld van. De componist veroverde met deze werkwijze een veel grotere markt. Maar musici maakten ook transcripties vanuit een soort collegiaal eerbetoon. Vooral in de tijd van Bach gold bewerken van andermans compositie als een ultiem compliment aan de collega-componist. Zelfs Bach in eigen persoon bewerkte werken van Vivaldi (Concerto's) en Buxtehude. Met transcripties konden en kunnen musici tenslotte ook zwakke plekken in het orgelrepertoire opvullen. Vooral de eerste helft van de negentiende eeuw en de eerste helft van de twintigste eeuw was het volgens Langeveld armoe troef in de orgelwereld, terwijl er vele meestercomponisten rondliepen die prachtige muziek creëerden voor orkest en piano, zoals Ravel en Bartok. "Het is natuurlijk heel jammer dat dergelijke grootheden niet voor orgel gecomponeerd hebben."

Langeveld nam zelf de pen ter hand en 'vertaalde' de Preludium und Fuga in D op. 35,2, van Felix Mendelssohn, drie dansen in Bulgaarse ritmes uit Microkosmos van Bela Bartók en Forlane uit Le Tombeau de Couperin van Maurice Ravel naar orgel. Ook herschreef hij vier koralen die Bach oorspronkelijk voor een kamerkoor heeft geschreven, voor orgel. Langeveld speelt tevens een arrangement van de grootmeester Bach in eigen persoon, het Concerto in G van Johann Ernst von Sachsen-Weimar en een orgelbewerking die Frank Martin maakte van de eerder door hemzelf gecomponeerde Mis voor dubbelkoor.

Joost Langeveld kent als stadorganist van de Sint Stevenskerk het Königorgel als geen ander. Hij geniet landelijke bekendheid als improvisator en begeleider van stomme films. Hij won tweemaal de eerste prijs op het Internationaal Orgelimprovisatieconcours en geeft regelmatig concerten in binnen- en buitenland. Naast zijn loopbaan als uitvoerend musicus is hij docent muziekgeschiedenis en muzieksociologie aan de universiteiten in Nijmegen en Utrecht.
---

Noot voor de pers,