Waterschap Vallei & Eem

Waterschap vreest voor gevolgen waterkwaliteit bij invoering nieuwe Waterwet

Waterschap Vallei & Eem is bevreesd minder grip te krijgen op de waterkwaliteit als de nieuwe Waterwet in werking treedt. De waterschappen zijn verantwoordelijk voor de waterkwaliteit, maar hebben straks geen directe invloed op de afvalwaterlozingen door bedrijven op de riolering. Ook maakt het waterschap zich zorgen over de personele gevolgen van de veranderende wetgeving. Dat schrijft het waterschap in een brief aan de Unie van Waterschappen. De Unie bundelt de reacties van alle waterschappen op het voorontwerp van de nieuwe Waterwet, dat eind juli is gepresenteerd. De nieuwe Waterwet vervangt 8 bestaande wetten, die zo worden geïntegreerd. Het gaat om de Wet op de waterhuishouding, de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, de Wet verontreiniging zeewater, de Grondwaterwet, de Wet droogmakerijen en indijkingen, de Wet op de Waterkering, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken en de Waterstaatswet 1900.

Voordelen

Het waterschap ziet ook de voordelen van de nieuwe Waterwet. De regelgeving wordt veel helderder, er komt straks één vergunning voor alle waterzaken en het uitvoerende grondwaterbeheer gaat naar de waterschappen. Nu is dat nog een taak van de provincies.

Volgend jaar wil de Staatssecretaris een wetsvoorstel indienen bij de Tweede Kamer. Wanneer de nieuwe wet van kracht wordt, hangt af van de behandeling in de Tweede en Eerste Kamer en de Raad van State. De regering streeft ernaar in de wet in 2008 in werking te laten treden.

De Waterwet maakt onderscheid tussen indirecte afvalwaterlozingen (via het riool) en directe lozingen. Die laatste categorie valt wel onder de Waterwet. De waterschappen blijven wel verantwoordelijk voor deze directe lozingen.

Als de nieuwe wet van kracht wordt, vallen (indirecte) afvalwaterlozingen op de riolering onder de zogeheten omgevingsvergunning. De gemeente (of provincie) geeft die vergunning straks af.

Het waterschap verwacht dat de waterkwaliteit van het afvalwater achteruit gaat, als het zelf geen voorschriften kan opleggen aan bedrijven die afval via het riool lozen. Er kunnen bovendien stoffen in het water zitten, die de werking van de rioolwaterzuiveringen verstoren. Ook kunnen er stoffen in het water zitten, die een rioolzuiveringsinstallatie er niet uit kan halen. Waterschappen moeten juist vervuiling door lozingen tegen te gaan. Dat staat in de Europese Kaderrichtlijn Water. De waterschappen hebben vergunningen nodig als instrument om dat te realiseren.

Persbericht 05/11 d.d. 30 augustus 2005