LEI - Landbouw Economisch Instituut

persbericht / nr. 1817

3-oktober-2005

Natuur op particuliere grond bespaart overheid kosten

Sinds 2003 volgt de overheid een nieuwe koers bij het inrichten van gronden voor natuur. Zij koopt zelf minder grond aan en steunt in plaats daarvan particulieren die hun grond een natuurbestemming geven. Iedere hectare met natuur die de overheid op deze manier niet zelf hoeft te kopen, levert haar per saldo een kostenbesparing op van ongeveer 450 euro per jaar. Omdat deze omslag in het beleid betrekking heeft op een oppervlakte van ruim 30.000 ha, loopt het kostenvoordeel uiteindelijk op tot bijna 14 miljoen euro per jaar. Dat blijkt uit een onderzoek dat het LEI (onderdeel van Wageningen UR) uitvoerde in opdracht van het Milieu- en Natuurplanbureau.

De overheid besloot in 2003 om bijna een kwart van de nog geplande grondaankopen voor de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) te laten vervallen, en in plaats daarvan meer natuur te realiseren op grond van particulieren. Dat betekent dat de overheid tijdens de ontwikkeling van de EHS (tot 2017) minder uitgeeft voor grondverwerving, maar meer subsidies betaalt aan particulieren om de waardedaling van hun grond te compenseren. De totale uitgaven voor verwerving, inrichting en beheer van gronden voor natuur gaan hierdoor per saldo omlaag.

Hoeveel een hectare met natuur jaarlijks kost, hangt onder meer af van de vraag wie de grond beheert. Door de overheid verworven grond die beheerd wordt door de grotere terreinbeheerders kost per jaar ongeveer
1.750 euro per hectare. Bij particulier en agrarisch natuurbeheer liggen de kosten lager. Als volgens het uitgestippelde beleid 75% van de 30.000 'schuivende' hectares komt te vallen onder het particulier natuurbeheer en 25% onder het agrarisch natuurbeheer bedraagt de gemiddelde kostenverlaging 450 euro per hectare. Bij particulier natuurbeheer krijgt de grond blijvend de hoofdfunctie natuur. De economische waarde van de grond vermindert daardoor. Bij agrarisch natuurbeheer blijft de hoofdfunctie landbouw, zij het met beperkingen. Na 6 jaar kan desnoods de normale agrarische activiteit weer worden hervat (al zal dat meestal niet gebeuren), waardoor de grond niet in waarde daalt. De overheid hoeft daarom alleen een vergoeding te geven voor de inkomensderving door de opgelegde beperkingen. Doordat de grond in dit geval landbouw als hoofdfunctie houdt, kunnen wel minder natuurdoelen worden gerealiseerd. De invloed van deze keus op de natuurwaarden wordt in dit onderzoek buiten beschouwing gelaten.

Behalve een blijvende vermindering van de kosten levert de wijziging in het aankoopbeleid ook een verschuiving op in het uitgavenpatroon van de overheid. Tot aan het eind van de EHS-periode (2017) hoeft zij 800 miljoen euro minder uit te geven. In de daarop volgende jaren wordt er geen EHS-grond meer aangekocht, en vervalt dus ook het voordeel van de verschuiving naar particulieren. De extra uitgaven voor subsidies worden vanaf dat moment groter dan de besparingen, en aan het eind van de eeuw is de opgebouwde besparing op de uitgaven helemaal weggelekt.

---

Uitgaven- en kosteneffect van een koerswijziging in het natuurbeleid van LNV. Het rapport bestellen 'rapport 6.05.20'.