Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Contactpersoon

-
Datum
3 oktober 2005
Ons kenmerk
DCO 2005/801
Doorkiesnummer

-
Bijlage(n)

-
Uw kenmerk

-
Onderwerp
Kamervragen

Geachte voorzitter,

Hierbij ontvangt u de antwoorden op vragen van het lid Hermans over de campagne
'I love verkeersregels'.


1. Bent u bekend met de berichten over de nieuwe verkeerscampagne 'I love verkeersregels'?


1. Ja.


2. Deelt u de mening dat de campagne averechts zou kunnen werken? Zo neen, waarom niet?


2. Nee. Het doel van de campagne is onder meer weggebruikers op een positieve manier te laten zien hoe ze door hun eigen rijgedrag en houding in het verkeer een bijdrage kunnen leveren aan het verminderen van irritaties en agressie in het verkeer. 'Wie goed doet, goed ontmoet.' De sleutel daartoe is een consequente naleving van de verkeersregels en fatsoensregels in het algemeen. In deze fase van de campagne gaat het er met name om het onderwerp op de agenda te zetten, verkeersdeelnemers bewust te maken van hun gedrag en hun mentaliteit te beïnvloeden. Dat eerste is buitengewoon goed gelukt. De campagne heeft ontzettend veel aandacht gekregen.
Op basis van onderzoek is gekozen voor een positieve vorm van communicatie. In het artikel 'Niet shockeren, wel op het goede spoor zetten' (Verkeerskunde jaargang 2004, nr. 7) concluderen prof. G. Kok en dr. R. Ruiter van de Universiteit van Maastricht dat angstaanjagende en confronterende voorlichting een averechts effect heeft op weggebruikers. Campagnes die met een positieve toonzetting een concreet handelingsperspectief aanbieden, geven de meeste kans op duurzame houdings- en gedragsverbetering.
De campagne omvat een breed scala van middelen: radio- en tv spots, mottoborden langs de snelwegen, vrachtwagenreclame, posters langs provinciale en lokale wegen, internet en stickers. De stickers vormen slechts een klein onderdeel van de campagne en het effect daarvan moet niet overschat worden. Er is geen enkele wetenschappelijke aanwijzing dat het gebruik van stickers met een dergelijke boodschap een escalerende, negatieve uitwerking heeft op bepaalde weggebruikers zoals geschetst in het betreffende artikel in de Telegraaf van

11 september 2005. Ik ontvang juist ook veel positieve reacties, omdat deze campagne weggebruikers motiveert om respectvol en tolerant met elkaar om te gaan
De campagne richt zich daarbij op de grote middengroep van verkeersdeelnemers die incidenteel verkeersregels overtreedt. De kleine groep van notoire regelovertreders is nauwelijks vatbaar voor communicatie en zal dus vooral via handhaving moeten worden aangepakt. Zoals gebruikelijk bij verkeersveiligheidscampagnes, gaat ook deze campagne gepaard met een verhoogde inzet van handhaving. Wie niet luisteren wil, moet tenslotte voelen. Het KLPD heeft onlangs bekend gemaakt het aantal controles op bumperkleven door middel van elektronisch verkeerstoezicht en staandehouding uit te breiden.


3. Is er een pre-test uitgevoerd op deze campagne? Is het concept van de campagne aan een testpanel voorgelegd? Zo ja, wat was hiervan het resultaat? Zo neen, waarom niet?

3. De afgelopen 2 jaar heeft het ministerie door middel van onder andere focus-groepen gekeken hoe het thema 'agressie in het verkeer' het best kan worden benaderd. Op basis van deze onderzoeken zijn uitgangspunten geformuleerd die uiteindelijk tot het concept 'I love verkeersregels' hebben geleid. De ruwe versies van de tv-spots zijn aan de hand van diepte-interviews voorgelegd aan 15 mensen van verschillende leeftijd, geslacht en opleiding. Bovendien hebben wij de campagne vooraf laten zien aan onze partners zoals de Regionale Organen Verkeersveiligheid (ROV's), Bureau Verkeershandhaving, ANWB en 3VO. Ook zij waren enthousiast.

Conclusies uit de pretest zijn (Bron: onderzoeksbureau MARE, 31 augustus 2005):

1. De communicatiedoelstellingen worden gehaald. Men wordt zich meer bewust van het belang van goed gedrag in het verkeer en men wordt aangespoord positief te denken over respectvol met elkaar omgaan in het verkeer. (.) Per saldo zijn de tv-commercials vaker wel dan niet in staat om het mentaliteitsissue te agenderen.
2. De tv-commercials zijn op geen enkele wijze betuttelend wat vooral te danken is aan de humoristische tone-of-voice.
3. Het creatieve concept en de grappige situaties worden in de tv- commercials herkend en gewaardeerd. De commercials zijn hiermee nadrukkelijk anders dan de gebruikelijke waarschuwende/gebiedende campagnes.

4. De pay-off (slogan) leidt niet tot wezenlijke interpretatieproblemen en roept ook geen negatieve associaties op. (.) De pay-off vormt geen versterking van de boodschap van de getoonde beelden. Tegelijkertijd doet de pay-off er geen afbreuk aan. Te meer dat men ook na het zien van de beelden soms nog op het niveau van sec verkeersregels zit.
In de pretest werd het begrip verkeersregels door de respondenten ruim opgevat in de zin van spel- en omgangsregels voor het verkeer.


4. Hoe gaat u monitoren of de campagne de juiste resultaten bereikt?


4. Deze Postbus 51 campagne wordt uitgevoerd door de RVD. De effecten van deze campagne worden via een gestandaardiseerde evaluatiemethode onderzocht. Deze onderzoeksmethode is verplicht gesteld voor Postbus 51 campagnes en omvat voor-, tussen- en nametingen onder een representatieve steekproef van de

Nederlandse bevolking. Er wordt gemeten op kennis-, houding- en gedragsintentiedoelstellingen.


5. Bent u bereid om de campagne te beëindigen als de resultaten hiervan haaks staan op het te bereiken doel?


5. Ik ben ervan overtuigd dat de campagne voldoet aan het doel dat vooraf is gesteld. Voor wat betreft discussie op gang brengen kan niemand zeggen dat dit niet lukt. Het is in zijn algemeenheid niet de bedoeling om campagnes die geen effect sorteren, voort te zetten.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

Karla Peijs