WAKKER DIER ROEPT GEMEENTE DIEREN UIT TOT WAKKER DIEREN TIJDENS VEGETARISCHE DIERENDAGACTIE
Persbericht - 03 oktober 2005
Het Worldwatch Institute in Washington wijst de bio-industrie aan als
de aanjager van dierziektencrises die wereldwijd de gezondheid van
mens en dier bedreigen. In het rapport "Happier Meals: Rethinking the
Global Meat Industry" stelt onderzoeker Danielle Nierenberg dat de
grootschalige verwerking van veevoeders en de intensieve veehouderij
ons niet alleen goedkoper vlees gebracht hebben, maar ook een snel
stijgend aantal dierziektencrises. Na de varkenspest, BSE en
voorgaande vogelpestepidemieën vrezen deskundigen nu voor een
vogelgrieppandemie die volgens dr. David Nabarro , vogelgriep expert
van de Verenigde Naties, tot 150 miljoen mensen wereldwijd het leven
zou kunnen kosten.
Volgens het gezaghebbende Worldwatch Institute doorbreekt de
bio-industrie de kringloop tussen kleine boeren, hun dieren en de
leefomgeving met grote bijkomende schade voor de volksgezondheid en
lokale gemeenschappen. Om die reden bepleit Worldwatch een
heroriëntatie op de wijze waarop dieren in de veehouderij worden
gehouden. Danielle Nierenberg stelt dat consumenten een bijdrage aan
deze omslag kunnen leveren door biologische producten te kopen van
dieren die grasgevoed zijn en die komen van kleinere producenten. Nog
directer zou de consument kunnen bijdragen door een vleesloos dieet te
omarmen.
Voor Stichting Wakker Dier is de oproep van het World Watch Institute
mede aanleiding om zich meer te gaan richten op een
mentaliteitsverandering onder consumenten ten aanzien van dierlijke
producten. In het kader daarvan zal Stichting Wakker Dier de Gelderse
plaats Dieren op werelddierendag, 4 oktober, voor één dag uitroepen
tot `Wakker Dieren'. De gehele bevolking wordt via deurhangers
uitgenodigd tot een vegetarisch diner op het Callunaplein in Wakker
Dieren, van 15.00-17.00 uur. Ook de pers is daarbij van harte
uitgenodigd.
De bio-industrie groeit explosief in de omgeving van grote steden in
Azië, Afrika en Latijns-Amerika. Nu de milieuregels in de VS en Europa
strenger worden, verplaatsen steeds meer multinationals hun dierlijke
productie naar landen met minder strenge regels in
ontwikkelingslanden.
Waar de bio-industrie ontwikkeld werd om dieren zo snel en goedkoop
mogelijk op de markt te kunnen brengen, is ze uitgegroeid tot een
kweekvijver van problemen op het gebied van milieu, dierenwelzijn en
volksgezondheid. "Opeengepakte, inhumane en onhygiënische
omstandigheden vormen een voedingsbodem voor de verspreiding van
ziekten zoals vogelgriep, BSE en Mond en klauwzeer", aldus Nierenberg.
Bovendien stelt Nierenberg dat vlees en vis uit de bio-industrie een
arsenaal aan onnatuurlijke ingrediënten bevatten zoals chemische en
andere vervuiling, arsenicum en groeihormonen. De prijzen van
rundvlees zijn in de afgelopen 30 jaar met 25% gedaald en de
vleesconsumptie groeit explosief in ontwikkelingslanden.
De productiegroei en de versmalling van de erfelijke variatie die de
bio-industrie via kunstmatige inseminatie met zich meebrengt zorgen
voor grotere vatbaarheid voor dierziekten. De maatschappelijke kosten
die de vleesproductie op deze wijze met zich meebrengt maken geen
onderdeel uit van de kostprijs in de winkel.
De Wereldbank heeft al besloten zich terug te trekken van de
financiering van grootschalige veeteeltprojecten in
ontwikkelingslanden en in juni hebben 167 landen aangesloten bij de
World Organisation for Animal Health besloten tot het stellen van
strengere normen aan het vervoer en het slachten van dieren. De
bio-industrie produceert inmiddels wereldwijd 74% van alle
kipproducten, 50% van alle varkensvlees, 43% van alle rundvlees en 68%
van alle eieren.
Veel bedrijven proberen met doorstraling van hun vleesproducten of via
genetische veranderingen de veiligheid van hun producten bij te
stellen, maar Worldwatch is van mening dat deze maatregelen wel
innovatief zijn, maar voorbij gaan aan het echte probleem:"de
bio-industrie is ineffectief, ontwrichtend voor de ecologie,
gevaarlijk en dieronvriendelijk als productiemethode voor vlees".
Verder noemt het instituut het massale gebruik van antibiotica en
andere geneesmiddelen in de stallen een ondermijning van effectief
gebruik van medicijnen voor mensen.