Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Indische wervels voorzien Atlantische Oceaan van warm water

27 september 2005
Water uit de Indische Oceaan bereikt de Zuid-Atlantische Oceaan niet continu, maar in afzonderlijke pakketten. Deze worden Agulhas-wervels genoemd, naar de stroming langs de oostkust van zuidelijk Afrika waar ze vandaan komen. NIOZ-promovenda Astrid van Veldhoven karakteriseerde de lotgevallen van deze snel draaiende, driehonderd kilometer brede en vijf kilometer diepe, warme wervels tijdens hun reis naar de Atlantische Oceaan. Zij promoveert op 3 oktober aan de Universiteit van Utrecht.

Het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) op Texel voerde in samenwerking met de Universiteiten van Utrecht en Kaapstad de afgelopen vier jaar een groot NWO-onderzoek uit naar de zogeheten Agulhas wervels, die zeewater transporteren van de Indische Oceaan naar de Zuid-Atlantische Oceaan. Hierbij werden het NIOZ-onderzoeksschip de 'Pelagia' en de 'Agulhas' van de Universiteit van Kaapstad op afstand aangestuurd door Utrechtse onderzoekers, die van achter hun computers satellietbeelden interpreteerden. De satellietbeelden toonden aan dat de warme Agulhas-wervels als heuveltjes van maximaal ongeveer één meter omhoogsteken uit de Atlantische Oceaan.

NIOZ-promovenda Astrid van Veldhoven bezocht bovendien de wervels driemaal met de boot. De Agulhas-wervels bleken grote warme ringen water uit de Indische Oceaan te zijn met een diameter van ongeveer driehonderd kilometer waarin het water met een snelheid van soms meer dan 3.6 kilometer per uur tegen de wijzers van de klok in ronddraait. Tot veler verrassing bleken de wervels helemaal van het oppervlak tot op de zeebodem op zo'n vijf kilometer diepte te reiken, de inhoud van zo'n wervel is dus ongeveer 350.000 kubieke kilometer.

Jonge wervels zijn aan het zeeoppervlak maximaal vijf graden Celsius warmer dan de omringende Atlantische Oceaan. Door het enorme volume van de wervels importeren zij enorme hoeveelheden warmte in de Atlantische Oceaan.

Van Veldhoven heeft in detail onderzocht hoe deze enorme wervels vervormen, steeds langzamer gaan draaien, en daarbij hun overschot aan warmte en zout langzaam afstaan aan de omringende koude Atlantische Oceaan en de lucht. De wervels blijken pas uit te doven als ze halverwege Zuid-Amerika zijn.

De kennis uit dit onderzoek zal worden gebruikt voor het verbeteren van computermodellen van de wereldwijde oceaancirculatie. Dergelijke modellen zijn nodig om de ontwikkeling van het klimaat en de mate van opwarming door het broeikaseffect steeds beter te kunnen voorspellen.