Tom Coronel


---

2 Oktober 2005: Tom Coronel houdt zicht op WTCC Privateer Trophy.

Het ruim 4 kilometer lange circuit in het Spaanse Valencia ontving het voorlaatste raceweekend van het FIA World Touring Car Championship 2005. Op dit relatief korte en bochtige circuit voelden de WTCC SEATs zich als een vis in het water. Voor de LEONs van het fabrieksteam resulteerde dat in een 1-2 op de startgrid van de eerste race en Tom Coronel wist zich met de door GR-Asia ingezette Toledo Cupra van SEAT Team Holland als elfde te klasseren. Echter, na de motorwissel tijdens de vorige race werd onze landgenoot tien startplaatsen teruggezet en begon zijn eerste race als 21ste. Die race eindigde voortijdig door een botsing met een andere deelnemer. De tweede race leverde een 13e plaats algemeen en een derde plaats in het Privateer-kampioenschap op. In die strijd bezet Coronel nu de derde plaats en heeft nog steeds zicht op de titel.

foto: FIA WTCC - FIA WTCC

Het zag er allemaal heel goed uit, opent Coronel zijn relaas. Zowel in de vrije trainingen als tijdens de kwalificatie zat ik er meer dan goed bij. Ik reed voor het eerst met een 16-kleppen motor. Voorheen was dat een twintigklepper en het verschil voel je met name bij het accelereren uit bochten. En die zijn hier ruimschoots aanwezig, dus die extra trekkracht kwam prima van pas. Verder had SEAT Sport weer voor de nodige onderdelen gezorgd. Naast de voorbumper en alles wat daar bij hoort, hadden we de juiste schokdempers en een aƫrodynamicapakket. Het enige dat nog niet gelijk is aan de fabrieksautos is de versnellingsbak.

Gesteund door die goede auto behaalde Tom regelmatig tijden die zoals hij zelf aangeeft- in het eerste rijtje stonden. Hij mengde zich met de Toledo Cupra in de strijd rond de Top 10. Dan wordt je vervolgens eigenlijk dubbel gestraft door wat er in Istanbul is gebeurd. Daar scoorde ik niet door het voortijdig stukgaan van de motor. En nu wordt je om die reden nog eens tien plaatsen teruggezet. Dat is naar mijn idee redelijk dubbel. In de eerste race kwam ik goed weg, maar moest natuurlijk wel buiten de klappers zien te blijven. Dat lukte heel goed. Ik reed vanaf de start al voor mijn grootste concurrent in het Privateerkampioenschap en wist dat ik op winst stond. In die beginfase reed ik bij de anderen vandaan en dat resulteerde ook nog eens in een snelste raceronde binnen mijn klasse. Er leek geen vuiltje aan de lucht tot het moment dat Stefano DAste zich verremde en op mijn achterwiel zijn snelheid terugbracht. Het enige dat ik kon doen was naar de pits rijden. Daar hadden de mannen nauwelijks 10 minuten nodig voor de montage van een volledig nieuwe achteras. Klasse dus! Ik kon ook nog een ronde uitgaan, maar dat was niet voldoende voor een klassificatie in die race. Heel jammer, want mijn directe concurrenten waren op dat moment ook uitgevallen. Aan de andere kant een voordeel, want zij scoorden daarmee ook geen punten.

Bij de start van de tweede race kende de SEAT Team Holland-rijder een wereldstart, zoals hij dat zelf noemt. In die eerste ronde had gelijk een man of vijf-zes te pakken. En daarmee reed ik ook gelijk als derde Privateer. Ik probeerde nog een plek op te schuiven maar dat wilde niet echt lukken. Voordeel was wel dat Hennerici die voor mij in het kampioenschap staat, achter mij reed waardoor ik in totaal weer 4 punten op hem inliep. Dat maakt mij ook nog steeds niet kansloos, want tijdens het finaleweekend in Macau zijn er dubbele punten in iedere race te scoren. Alle kans dus om daar nog een keer mijn slag te slaan. Uit ervaring weet ik dat je daar veel kunt winnen, maar ook veel kunt verliezen. Het is er zo smal en overal liggen hindernissen. Je zult dus zo goed mogelijk moeten kwalificeren om op die manier zo hoog mogelijk te eindigen en punten te pakken. Inhalen behoort daar namelijk niet echt tot de mogelijkheden.