Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal
BetreftBeantwoording vragen van de leden Van der Staaij, Herben, Huizinga-Heringa en Rambocus over de beperking van godsdienstvrijheid in Sri Lanka

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Van der Staaij, Herben, Huizinga-Heringa en Rambocus over de beperking van godsdienstvrijheid in Sri Lanka. Deze vragen werden ingezonden op 19 september 2005 met kenmerk 2040521510.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot
Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van de leden Van der Staaij (SGP), Herben (LPF), Huizinga-Heringa (Christen Unie) en Rambocus (CDA) over de beperking van godsdienstvrijheid in Sri Lanka

Vraag 1
Is het waar dat op dit moment de 'Wet betreffende het verbod op gedwongen bekeringen' en de 'Wet op de bescherming van godsdienstvrijheid' in het Sri Lankese parlement behandeld worden? Kunt u ons informeren over de stand van zaken van de parlementaire behandeling?

Antwoord
Geen van beide wetsvoorstellen wordt op dit moment behandeld in het Sri Lankaanse parlement. De verwachting is dat de voorstellen in elk geval niet voor de presidentsverkiezingen van 17 november 2005 in behandeling zullen worden genomen. Indien de huidige oppositiepartij, de United National Party, aan de macht komt, zal behandeling waarschijnlijk geheel van de baan zijn.

Vraag 2
Is het waar dat in beide wetten hoge geldboetes en gevangenisstraffen zijn opgenomen voor bekeringsactiviteiten? Hoe worden ongeoorloofde bekeringsactiviteiten in beide wetsvoorstellen gedefinieerd?

Antwoord
In het voorstel voor de 'Wet op de bescherming van de godsdienstvrijheid' liggen de geldboetes tussen de LKR 100.000 (Euro 800) en LKR 500.000 (Euro 4.000). De gevangenisstraffen liggen tussen de vijf en zeven jaar maximaal. In het voorstel voor de 'Wet betreffende het verbod op gedwongen bekeringen' worden vergelijkbare boetes en gevangenisstraffen genoemd.

In het voorstel voor de 'Wet op de bescherming van godsdienstvrijheid' worden ongeoorloofde bekeringsactiviteiten gedefinieerd als het indirect of direct bewegen of beïnvloeden van personen om afstand te doen van zijn/haar geloofsovertuiging met als doel zich aan te sluiten bij een andere overtuiging die hij/zij voordien niet aanhing. Onder ongeoorloofde bekeringsactiviteiten vallen ook het opleggen van een geloofsovertuiging en bekering via geweld, bedrieglijke motieven of omkoping. In het voorstel voor de 'Wet betreffende het verbod op gedwongen bekeringen' worden ongeoorloofde bekeringsactiviteiten gedefinieerd als bekering via geweld, bedrieglijke motieven of omkoping.

Vraag 3
Hoe beoordeelt u de inhoud van deze wetten?

Antwoord
Sri Lanka staat bekend als een pluriforme samenleving, waarin traditioneel alle geloofsovertuigingen de ruimte krijgen. Het Hooggerechtshof heeft in een uitspraak aangegegeven dat een groot deel van de 'Wet op de bescherming van godsdienstvrijheid' in strijd is met de constitutie. De 'Wet betreffende het verbod op gedwongen bekeringen' is nog niet getoetst op de grondwet. De wetsvoorstellen zijn afkomstig van de Jathika Heleay Uruma (JHU), die een radicaal boeddhisme vertegenwoordigt. Deze partij oefent druk uit op de regering om de voorstellen in stemming te brengen. Het voorstel sluit aan bij gevoelens in een deel van de Sri Lankaanse samenleving, dat van mening is dat Sri Lanka wordt uitverkocht aan westerse (christelijke) belangen ten koste van de eigen boeddhistische cultuur en levensovertuiging. De wetsvoorstellen worden echter niet breed gedragen. Wel is er algemene weerstand tegen vooral zendelingen uit de Verenigde Staten, die als te agressief wervend worden beschouwd.

Vraag 4
Bent u bereid om in navolging van de Verenigde Staten, zowel bilateraal als in internationaal verband over deze wetten uw ernstige zorgen uit te spreken en de Sri Lankese regering te vragen de gewraakte bepalingen uit de voorstellen te schrappen, dan wel de voorstellen terug te nemen?

Antwoord
In EU-verband worden de ontwikkelingen nauwlettend gevolgd. Het EU-voorzitterschap voorzitter kaart het onderwerp achter de schermen regelmatig aan bij leidende politici in de regering en in het parlement. Ook is er periodiek overleg met leiders van de gevestigde kerken. Zij hebben aangegeven een voorkeur te hebben voor stille diplomatie, omdat openlijke inmenging vanuit het buitenland de radicale boeddhisten mogelijk in de kaart zal spelen en in de huidige politieke context waarschijnlijk contraproductief zal werken. De VN Speciale Rapporteur inzake Godsdienstvrijheid, die Sri Lanka in mei 2005 bezocht, deelt deze mening. Binnenhof4
Den Haag Directie Azië en Oceanië
Afdeling Zuid-Azië
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
dicky.methorst@minbuza.nl