European Union



ECA/05/9

Luxemburg, 3 oktober 2005

Persbericht van de Europese Rekenkamer betreffende

Speciaal verslag nr. 3/2005 over plattelandsontwikkeling - Verificatie van de agromilieu-uitgaven


1. Steun voor agromilieu (AM) wordt jaarlijks betaald aan landbouwers die een verbintenis aangaan om te werken op een manier die verder gaat dan de gebruikelijke goede landbouwmethoden en bevorderlijk wordt geacht voor het milieu. Het is de omvangrijkste maatregel voor plattelandsontwikkeling: de geplande EU-cofinanciering voor de periode 2000-2006 beloopt 13 480 miljoen euro.
2. De controle had tot doel te beoordelen of de Commissie afdoende zekerheid heeft dat de landbouwmethoden en -technieken waarvoor AM-steun wordt betaald, verifieerbaar zijn en ook behoorlijk worden geverifieerd, en dat de ontvangers van AM-betalingen dus voldoen aan hun verplichting op een milieuvriendelijke wijze te werken.

3. Uit de controle bleek dat de Commissie slechts ten dele zorgde voor verifieerbaarheid voordat zij de PPO's goedkeurde en niet voldoende verifieerde of de AM-controlesystemen in de lidstaten correct functioneerden. Met betrekking tot de biologische landbouw
- een belangrijke AM-submaatregel - heeft de Commissie niet ten volle haar verantwoordelijkheden op zich genomen.
4. De voornaamste problemen inzake de biologische landbouw zijn tweeërlei. De jaarlijkse uitvoeringsverslagen, die zekerheid zouden moeten geven over de objectiviteit en doeltreffendheid van het controlesysteem, zijn onvolledig en onbetrouwbaar. Zelfs al waren ze volledig en nauwkeurig, de gevraagde informatie zou geen zekerheid geven over de objectiviteit en doeltreffendheid van de verrichte controles. Ook ontdekte de Commissie bij controles in zeven lidstaten in de periode 1998-2001 ernstige tekortkomingen in het toezicht op de controlesystemen, maar ze gaf aan die bevindingen geen behoorlijke follow-up en verrichtte in geen enkele lidstaat nog controles.

5. De bevindingen van de controle in de lidstaten betreffen de timing van de controles ter plaatse en de verifieerbaarheid van bepaalde belangrijke submaatregelen. Submaatregelen worden gecontroleerd buiten de periode van de verbintenis of op ongelegen momenten. Voor gemeenschappelijke submaatregelen, zoals de vermindering of beperking van productiemiddelen, berusten de controles goeddeels op eigen opgaven van de begunstigden, die moeilijk zijn hard te maken. Er wordt vertrouwd op niet-concludente visuele controles en er zijn niet altijd gedetailleerde instructies opgesteld voor de controleurs, die vaak steunen op hun eigen kennis of ervaring om een oordeel te vormen. Er is ook geen duidelijke norm waaraan de prestaties kunnen worden getoetst.

6. De Rekenkamer komt bij haar controle tot de conclusie dat de verificatie van de landbouwmilieumaatregelen bijzondere problemen oplevert en veel meer middelen vergt dan de verificatie van de maatregelen voor de eerste pijler en ook die van andere maatregelen voor plattelandsontwikkeling. Die verificatie geeft vaak zelfs geen redelijke zekerheid tegen een redelijke kostprijs.
7. De Commissie, de Raad en het Parlement moeten voor de nieuwe, in 2007 beginnende programmeringsperiode overwegen, hoe er rekening kan worden gehouden met het beginsel dat een maatregel die niet afdoende kan worden gecontroleerd ook niet mag leiden tot de betaling van overheidsmiddelen.

Speciaal verslag nr. 3/2005: http://www.eca.eu.int/audit_reports/special_reports/docs/2005/rs03_05n l.pdf

---

Dit persbericht wil slechts een samenvatting geven. Het door de Rekenkamer vastgestelde speciaal verslag is beschikbaar op haar internetsite (http://www.eca.eu.int) en zal binnenkort in het Publicatieblad van de Europese Unie, serie C, verschijnen.