De Voorzitter van de
Tweede Kamer der Staten Generaal
Plein 2
2511 CR Den Haag
Datum Uw brief Ons kenmerk
(Kenmerk)
IRF 2005-1695
Onderwerp
Aanvullend IBO organisatie beheerfuncties
vastgoed Rijk
Het kabinet heeft onlangs besloten tot een
aanvullend Interdepartementaal Beleidsonderzoek
(IBO) inzake organisatie beheerfuncties vastgoed
Rijk.
De taakopdracht voor dit onderzoek is in de
bijlage bij deze brief opgenomen. Daarin worden
aanleiding en probleemstelling van het onderwerp
toegelicht.
Procedurele Richtlijnen en tijdschema
Het onderzoek wordt uitgevoerd volgens de
Procedurele Richtlijnen voor de
Interdepartementale Beleidsonderzoeken, en dient
uiterlijk op 1 april 2006 te worden voltooid.
Het streven is erop gericht om openbaarmaking
van het onderzoeksrapport tezamen met het
kabinetsstandpunt vóór de zomer van 2006 te doen
plaatsvinden.
De Minister van Financiën,
B IJ L A G E
Taakopdracht IBO organisatie beheerfuncties
vastgoed Rijk
1. Inleiding
Het Rijk heeft vastgoed nodig voor het bereiken
van publieke doelen. Grond en gebouwen spelen
een belangrijke rol op diverse beleidsterreinen,
zoals infrastructuur, natuurbeheer, landbouw,
ruimtelijk beleid (b.v. Nota Ruimte), etc.. Het
Rijk beschikt daarom over ruim ¤ 60 mrd
onroerend goed en heeft belang bij een doelmatig
beheer van dat vermogen. De betrokken
departementen beschikken ieder over diensten
belast met het beheer (in ruime zin, incl. aan-
en verkoop) van vastgoed. Om gestructureerde
samenwerking tussen de departementen te bereiken
is in 2001 de Raad voor Vastgoed Rijksoverheid
(RVR) opgericht. De RVR is een
samenwerkingsverband van de vastgoeddiensten van
de ministeries van Financiën (Domeinen), VROM
(Rijksgebouwendienst), LNV (Dienst Landelijk
Gebied), V&W (Rijkswaterstaat) en Defensie
(Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen).
Het kabinet wil de slagkracht van het Rijk op de
vastgoedmarkt verder vergroten. Daartoe is het
kabinet voornemens per 1 januari 2006 een
Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf (GOB) op
te richten. Het GOB zal de eenheid van het Rijk
gestalte gaan geven in de ontwikkeling van
complexe gebiedsprojecten en vastgoedprojecten
waar meerdere departementen betrokken zijn. Het
beheer van het GOB zal onder
verantwoordelijkheid van de minister van VROM
vallen en de departementen worden de
opdrachtgevers van het GOB. Voorts is het
kabinet voornemens Domeinen (Dienst Onroerende
Zaken - Financiën) en DLG (Dienst Landelijke
Gebieden - LNV) te fuseren binnen de organisatie
van LNV. Naast efficiëntievoordelen beoogt de
fusie van Domeinen en DLG te leiden tot
gezamenlijk beheer van grondportefeuilles en
daardoor tot een sterkere positie van het Rijk
op de grondmarkt.
Het kabinet ziet de oprichting van het GOB en de
fusie tussen Domeinen en DLG als mogelijke
opstap naar een verdergaande samenwerking van
vastgoeddiensten. Om de mogelijkheden hiertoe te
onderzoeken heeft het kabinet besloten tot dit
IBO.
2. Probleemstelling
- Hoe kunnen de verschillende
beheerfuncties m.b.t. vastgoed - exploitatie,
aan- en verkoop, etc. - zo doelmatig mogelijk
worden georganiseerd gericht op de diverse
publieke doelen van beleidsterreinen waarvoor
vastgoed nodig is, en gegeven eisen m.b.t.
doelmatig beheer en effectiviteit van beleid?
- Wat zijn met het oog op doelmatige
overheidsuitgaven en effectief overheidsoptreden
de voor- en nadelen van een verdere verbreding
van de fusie en de ontwikkelingsgerichte
samenwerking van de vastgoeddiensten?
- Hoe zou die verbreding zo doelmatig
mogelijk vorm kunnen krijgen?
Bij de analyse dienen in ieder geval de volgende
elementen te worden betrokken: synergie-effecten
en andere effecten op de doelmatigheid,
ministeriële verantwoordelijkheid,
eigenaarschap, relatie met opdrachtgevers,
administratieve lasten en de financiële
verantwoording in de begroting en het
jaarverslag.
3. Onderzoeksaanpak en
onderzoeksvragen
Het onderzoek zal plaatsvinden mede op basis van
literatuurstudie, interviews en empirisch
onderzoek zoals eerdere onderzoeken van de RVR.
Relevante ervaringen van decentrale en
buitenlandse overheden zullen bij het onderzoek
worden betrokken.
Het onderzoek start met een beschrijving van de
doelstellingen, taken, verantwoordelijkheden,
budgetten, personeelsaantallen etc. van de
afzonderlijke vastgoeddiensten (per
beheerfunctie).
De werkgroep besteedt expliciet aandacht aan de
vraag hoe ruim de kring van vastgoeddiensten
getrokken wordt, of b.v. naast de bij de RVR
betrokken diensten ook de vastgoeddiensten van
b.v. COA, ProRail, Staatsbosbeheer e.d. moeten
worden betrokken.
Naast deze beschrijving is een analyse aan de
orde van de doelmatigheid van het huidige
instrumentarium van de vastgoeddiensten en van
de prikkels die een vastgoeddienst heeft voor
een doelmatig beheer van vastgoed en van de
aankoop en vervreemding. Tenslotte wordt een
analyse gemaakt van de bestuurlijke complexiteit
die de effectiviteit van het (gezamenlijke)
optreden van vastgoeddiensten beïnvloedt, mede
aan de hand van de ervaringen van, en met, de
RVR.
De volgende stap is het identificeren van
beleidsopties: de te onderzoeken combinatie(s)
van vastgoeddiensten en/of andere vormen van
samenwerking. Vervolgens zijn bij de
onderscheiden opties voor verbreding de volgende
vragen aan de orde:
· Welke overlap in taken en activiteiten
wordt weggenomen?
· Welke verdere synergie-effecten kunnen
worden gerealiseerd?
· Welk effect is er op de prikkels voor
een doelmatig gebruik van vastgoed en van de
aankoop en vervreemding hiervan?
· Welke andere positieve en negatieve
effecten mogen worden verwacht op de
doelmatigheid van het optreden van
(mede-)overheden op de vastgoedmarkt?
· Hoe scoren de opties in termen van een
transparant (financieel) verantwoordingskader?
· Hoe kan de ministeriële
verantwoordelijkheid vorm worden gegeven?
· Hoe kan integrale afweging van
ingezette middelen worden gewaarborgd?
· Hoe kunnen in vervolg op het GOB en de
fusiedienst Domeinen - DLG andere (onderdelen
van) vastgoeddiensten relatief eenvoudig
aansluiten en wat zijn de voor- en nadelen
(financieel, personeel, organisatorisch, e.d.)
van een verdere verbreding van de fusie en de
ontwikkelingsgerichte samenwerking?
4. Deelnemende departementen
Verkeer en Waterstaat, Justitie, Financiën,
VROM, LNV, Defensie, EZ, AZ, alsmede twee
externe deskundigen.
Ministerie van Financiën