Grote behoefte aan landstedelijke woningen
Ruimtelijk planbureau
http://www.ruimtelijkplanbureau.nl
De woonwensen van mensen zijn tot nu toe onvoldoende gerealiseerd. Veel mensen zouden
graag landelijk wonen, zij het met de stad, en al haar voorzieningen, onder handbereik.
Het is de vraag of de gerealiseerde (Vinex)nieuwbouw tegemoet komt aan deze omvangrijke
behoefte aan ruime, groene en rustige woonomgevingen in de nabijheid van de stad. Deze
landstedelijke woningen blijken nog altijd schaars te zijn.
Dat is een van de bevindingen uit de jongste RPB-studie 'De LandStad. Landelijk wonen in
de netwerkstad'. Op 4 oktober ontving Minister Dekker van VROM het eerste exemplaar van
deze studie uit handen van RPB-directeur Derksen. In de studie wordt de vraag naar
landstedelijk wonen geanalyseerd. Daarnaast biedt de studie een zoektocht naar locaties,
vormen en realisatiemogelijkheden voor nieuwe landstedelijke woonmilieus.
- -
De Vinex-uitbreidingen van de afgelopen tien jaar hebben gedeeltelijk in de kwantitatieve
behoefte aan woningen voorzien. Of ze ook tegemoetkomen aan de bestaande kwalitatieve
vraag naar ruime, groene en rustige woonomgevingen in de nabijheid van de stad, is echter
de vraag. De grote behoefte aan groene woonmilieus in de stad, of in haar nabijheid, heeft
ertoe geleid dat we in Nederland niet alleen kunnen spreken van een kwantitatief, maar
vooral van een kwalitatief woningtekort.
Daarbij komt dat landstedelijke woonmilieus tot nu toe niet of nauwelijks gerealiseerd
zijn, doordat de overheid het bouwen in het buitengebied lange tijd heeft tegengehouden
uit zorg voor het landschap en de open ruimte.
Landstedelijk wonen kan zonder schade aan landschap
De auteurs laten zien dat best kan worden tegemoet gekomen aan de vraag naar
landstedelijke woonmilieus zonder dat dit ten koste gaat van het landschap rondom de
steden, zoals zo vaak wordt gevreesd. Integendeel zelfs. Ze laten zien dat nieuwe
woonmilieus in de omgeving van de steden heel goed kunnen aansluiten bij de
karakteristieken van dat landschap. Het roept de vraag op of niet juist de grote
uitleglocaties van de steden in het afgelopen decennium het landschap rond de steden
hebben aangetast.
Om te kunnen aansluiten bij de omgeving is het noodzakelijk dat ontwerpen van nieuwe
landstedelijke woonmilieus uitgaan van het bestaande landschap. Dit landschap kan
geleidelijk worden aangevuld met kleine bebouwingskorrels, waarin naast woningen ook
groen, water en andere functies kunnen worden opgenomen. Op die manier hoeft het karakter
van het landschap niet wezenlijk te worden aangetast, hoeven de natuurlijke, geleidelijke
veranderingen in het landschap niet te worden verstoord, en hoeft geen nieuwe
infrastructuur te worden aangelegd. Locatie, ontwerp en realisatie kunnen echter niet los
van elkaar worden gezien. Wat op de ene plek passend is, hoeft dat op een andere plek niet
te zijn. En wat op de ene plek een gunstig financieel resultaat oplevert, hoeft dat op een
andere plek niet te doen.
Dergelijke landstedelijke woonmilieus kunnen overigens ook binnen de steden worden
ontwikkeld. Denk bijvoorbeeld aan de herstructurering van bestaande woonwijken, maar ook
aan herbestemming van (voormalige) haven- en/of industrieterreinen. Het is in sommige
gevallen misschien duur maar in alle gevallen duurzaam, omdat op deze manier nieuwe
groene woon- en verblijfskwaliteiten worden toegevoegd aan het bestaande stedelijke
landschap.
Mogelijkheden
Landstedelijke woonmilieus kunnen worden ontwikkeld rondom alle grote Nederlandse steden
of stedelijke agglomeraties. De verkenningen van het Ruimtelijk Planbureau geven aan dat
er een oppervlakte beschikbaar is van op zijn minst 160.000 hectare aan potentiële
locaties voor landstedelijke woonmilieus. Op een dergelijke oppervlakte zouden, uitgaande
van een toevoeging van gemiddeld één woning per twee hectare, zo'n 80.000
woningen kunnen worden opgenomen, zonder dat daarmee het bestaande landschappelijke beeld
wordt verstoord. Daarmee zou grofweg in de helft van de bestaande vraag naar landstedelijk
wonen kunnen worden voorzien.
Om dergelijke landstedelijke woonmilieus te realiseren zijn wel nieuwe constructies nodig,
bijvoorbeeld voor planning, financiering en ontwikkeling. Om kleinschalige ontwikkelingen
mogelijk te maken zijn nieuwe planologische en juridische kaders nodig, met grotere
vrijheden op verschillende ruimtelijke schaalniveaus. Het vraagt tevens om een iteratieve
wijze van planning, waarbij het tekenen (ontwerp) en het rekenen (de financiën)
elkaar constant afwisselen totdat een optimaal resultaat is bereikt.
Voordelen
Het op deze manier ontwikkelen van landstedelijke woonmilieus levert grote voordelen op.
In de eerste plaats wordt zo tegemoetgekomen aan de evidente vraag naar landstedelijk
wonen. In de tweede plaats kan door middel van deze woningbouw de ontwikkeling van
landschap en natuur financieel worden ondersteund. In de derde plaats wordt de
planningsdoctrine van de compacte stad niet verlaten. En tot slot levert het voordelen op
voor de steden, die zo midden- en hogere inkomensgroepen kunnen blijven binden.
- -
De LandStad. Landelijk wonen in de netwerkstad, Frank van Dam, Like Bijlsma, Miranda van
Leeuwen, Hanna Lára Pálsdóttir, Rotterdam/Den Haag: NAi
Uitgevers/RPB. ISBN 90 5662 440 7
Prijs EURO 22,50
Te bestellen bij de boekhandel of via NAi Boekverkopers, telefoon 010 4401203
- -
Voor een recensie-exemplaar (uitsluitend voor pers) of meer informatie:
Ruimtelijk Planbureau, Bureau Communicatie, Simone Langeweg, telefoon 070 3288 751 of 06
5267 1627; langeweg@rpb.nl.