Ingezonden persbericht


GEZAMENLIJK PERSBERICHT ROB / GEMEENTE UTRECHT

Lelystad, 3 oktober 2005

GROOTSTE CONSERVERINGSBASSIN VAN EUROPA IN LELYSTAD

Romeins schip uit Leidsche Rijn wordt behouden voor de toekomst

Op donderdag zes oktober wordt in Lelystad gestart met de conservering van het Romeinse schip De Meern 1, het meest complete Romeinse schip dat ooit gevonden is benoorden de Alpen. Voor de conservering is een speciaal bassin vervaardigd. Het achterschip (12,5 meter lang) zal daarin in zijn geheel worden behandeld. Naar verwachting volgt over twee jaar het voorschip. Het is het grootste conserveringsproject in Europa. De Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek voert de werkzaamheden uit binnen haar gebouw van het Nederlands Instituut voor Scheeps- en onderwaterArcheologie. Het officiële startsein wordt gegeven door mevr.drs. Judith van Kranendonk, directeur-generaal van Directie Cultuur en Media van het Ministerie OCW.

Conservering
Het NISA-gebouw van de ROB beschikt over een conserveringsruimte waar het Romeinse schip de komende jaren wordt behandeld. De conservering met polyethyleenglycol vindt plaats in een voor dit schip speciaal vervaardigde bassin dat maar liefst 14 meter lang, 3 meter breed en 3 meter hoog is. Het hele proces zal naar verwachting drie jaar in beslag nemen. Daarmee is het schip veiliggesteld voor de toekomst. De bedoeling is dat De Meern 1 teruggaat naar Leidsche Rijn (Utrecht) naar de locatie de Hoge Woerd, de plek waar zich een Romeins castellum (fort) bevindt. De ambitie is om het hier - met alle andere bodemvondsten en de aangetroffen inventaris - in een museum tentoon te stellen.

Bijzondere vondst bij toeval ontdekt
Het schip is in 1997 bij toeval ontdekt tijdens de opgraving van de Romeinse weg bij De Meern (Utrecht). Uit metingen van de ROB in 2002 bleek dat het schip opgegraven moest worden omdat het anders zou wegrotten. In 2003 heeft de opgraving plaatsgevonden. Het schip blijkt internationaal een unieke vondst te zijn. Ondanks zijn ouderdom (ruim 1800 jaar oud) is het bijna in zijn geheel bewaard gebleven. Opmerkelijk zijn de afmetingen van het schip (25 meter lang en 2,7 meter breed). Het schip is hiermee veel ranker dan de Romeinse schepen die eerder in ons land gevonden zijn. Daarnaast lagen in het woongedeelte (roefje) van het schip bijzonder veel uitzonderlijk goed bewaarde voorwerpen. Gereedschap, een fraai bewerkte houten kast en twee kistjes maar ook een stylus (schrijfpen) en een haardplaats geven een goede indruk van het leven aan boord van dit Romeinse schip. Sporen van lading zijn niet aangetroffen. Wellicht was het schip in gebruik bij de ingenieurs en bouwlieden van het Romeinse leger.

Te bezichtigen
Bezoekers kunnen het voorschip zien liggen op de spoelvloer. Specialisten uit heel Europa hebben zich de afgelopen jaren beziggehouden met deelonderzoeken. De bevindingen zijn - deels - opgenomen in de presentatie rond het bassin; in 2006 wordt de volledige publicatie rond dit schip verwacht (zie www.archis.nl,,Projecten, de Meern).

De Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) draagt namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) zorg voor het archeologisch erfgoed in ons land. Specifieke kennis van de ROB op het gebied van het maritiem erfgoed vindt u in het gebouw van het Nederlands Instituut voor Scheeps- en onderwaterArcheologie (NISA), Oostvaardersdijk 01-04, 8244 PA, Lelystad. Geïnteresseerden kunnen het gebouw bezoeken via de Bataviawerf, Oostvaardersdijk 01-09, Lelystad (dagelijks geopend van 10.00 uur tot 17.00 uur).