Veiligheidsmonitor 2005
wethouder Arbouw
Burgemeester en wethouders hebben de Veiligheidsmonitor 2005
vastgesteld. Deze monitor is een vervolg op de meting van 2004. De
cijfers in de monitor hebben hoofdzakelijk betrekking op het jaar
2004. Doel van de monitor is om knelpunten te signaleren en
prioriteiten van het veiligheidsbeleid aan te geven. De uitkomsten van
de monitor zijn de basis voor de opstelling van het Integraal
Veiligheidsprogramma 2006.
In z'n algemeen kan gesteld worden dat de meldingen van jeugdoverlast
en de aangiften van een woninginbraak ten opzichte van vorig jaar zijn
toegenomen.
Foto: wethouder Arbouw van Veiligheid
In de veiligheidsmonitor 2005 komen net als de vorige keer de
onderwerpen jeugd en veiligheid, geweld, drugs en verslaving, veilige
leefomgeving, toezicht en handhaving en hulpverlening en
rampenbestrijding aan de orde.
Jeugd en veiligheid
De toenemende jongerenoverlast sinds 2000 heeft zich niet verder
doorgezet in 2004 en blijft constant. Het aantal meldingen is in 2004
weer iets toegenomen tot ruim 1400. Vooral in delen van Noordoost en
in het centrum, Tuinzigt en Bavel is het aantal meldingen hoog.
Daarentegen is in de Haagse Beemden een flinke verbetering te zien in
meldingen ten opzichte van vorig jaar: een afname met 25%. Het aantal
jeugdige verdachten bij OM is met ruim 30% gedaald (van 351 naar 255).
60% van de jongeren die in aanraking met de politie komen zijn
zogenaamde first offenders', jongeren die voor het eerst in aanraking
komen met de politie. De overige jongeren zijn meer- of veelplegers.
Van de jongeren die in aanraking komen met de politie zijn er relatief
veel afkomstig uit een etnische minderheidsgroep.
Geweld
Het slachtofferschap van geweldsdelicten is sinds 1998 gestabiliseerd.
Het aantal aangiften is in 2004 licht gedaald. Aangiften van
lichamelijk gewelddelicten komen vooral voor in het centrum en in de
buurt van het station. Hier ligt mogelijk een relatie met uitgaan en
drugs. Het aantal aangiften van geweld is laag vergeleken met de
andere G30-gemeenten: Breda neemt een 20e plaats in. De aangiften van
huiselijk geweld zijn sinds 2001 verzevenvoudigd. Nog dit najaar vindt
een 0-meting plaats van het aantal eerste en herhaalde meldingen van
huiselijk geweld.
Drugs en verslaving
Het aantal verdachten van drugshandel is tussen 1998 en 2004
toegenomen in Breda met pieken in 1999, 2001, 2003 en 2004. Het aantal
meldingen van overlast van drugs neemt toe. De meeste meldingen van
drugsoverlast liggen in een lijn van Noordoost naar Zuidwest. De
overlast van gebruikers van alcohol neemt af ten opzichte van 2002.
Ruim 40% van de volwassenen die in aanraking komt met de politie is
first offender. Onder de volwassen verdachten zijn relatief veel
minderheidsgroepen (Marokkanen, Antillianen en Turken).
Veilige leefomgeving
Het aantal woninginbraken is in 2004 verder toegenomen. In
vergelijking met de andere G30-steden staat Breda in 2004 wat betreft
de aangiften van woninginbraken op de 4e plek. In de eerste helft van
2005 zijn er minder aangiften van inbraken in woningen dan in de
eerste helft van 2004. Zet deze lijn zich voort, dan zal het aantal
woninginbraken in 2005 dalen. Vooral in Boeimeer/Ruitersbos werd in
2004 vaak ingebroken. Ook in Princenhage/ Heuvel vinden relatief veel
woninginbraken plaats. In beide woongebieden is sprake van een sterke
toename. Het aantal woninginbraken in Belcrum is sterk afgenomen. Het
aantal diefstallen van en uit auto's daalt in 2004. In de eerste helft
van 2005 is een stijging te zien in het aantal aangiften van
autodelicten ten opzichte van de eerste helft van 2004. Ten opzichte
van de andere G30-steden staat Breda op de 5e plaats met de meeste
aangiften van autodelicten. De autodelicten vinden nog voornamelijk
plaats in het centrum, maar ook in de omliggende buurten. Het aantal
aangiften en slachtoffers van vernieling is in 2004 gedaald. Ook hier
geldt dat het centrum relatief de meeste aangiften van vernieling
heeft. De waardering van bedrijven van de veiligheid is verbeterd. Van
een 5,5 in 2002 naar een 6,0 in 2004. Vergeleken met andere grote
gemeenten scoort Breda hier gemiddeld. Het aantal aangiften van een
bedrijfsinbraak of diefstal en van winkeldiefstallen is ten opzichte
van 2004 gedaald. De meeste winkeldiefstallen worden gepleegd in
Biesdonk en in de binnenstad. De onveiligheidsgevoelens onder
Bredanaars nemen niet af, maar blijven constant: ongeveer 40% voelt
zich wel eens onveilig en meer dan 20% voelt zich wel eens onveilig in
de eigen buurt. Er blijkt een duidelijke relatie te zijn tussen de
onveiligheidsgevoelens en de verloedering van de buurt: de mate van
zwerfvuil, onkruid op de verharding, de staat van de verharding en het
groen. Het totaal aantal verkeersongevallen neemt sinds 2001 af. In
2004 is het aantal heel licht gedaald. Ook het aantal doden en
ziekenhuisgewonden is in 2004 verder afgenomen.
Toezicht en handhaving
In 2004 hebben zeven integrale handhavingsacties plaatsgevonden,
waaronder de handhavingsacties in de zogenoemde inlopers van de
binnenstad. Uit de evaluatie van het Handhavingsoverleg Veiligheid
Inrichtingen (HVI) blijkt dat de samenwerking tussen de leden van dit
overleg positief ervaren wordt. In 2005 zal het HVI ingezet worden
voor alle gecoördineerde acties, waarbij sprake is van een integrale
benadering en aanpak en bij bepaalde risico's. Ook zal in 2005 meer
nadruk komen te liggen op branches. Begin 2006 zal gestart worden met
een pilot in Hoge Vucht om de effecten van de handhavingsacties op de
bewoners in dit gebied te onderzoeken.
Hulpverlening en rampenbestrijding
In januari 2005 is de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant formeel
van start gegaan. De (voorbereiding op de) rampenbestrijding heeft
hierdoor steeds meer een regionaal karakter gekregen van de 26
deelnemende gemeenten, waaraan 26 gemeenten deelnemen. Hulpverlening
en rampenbestrijding blijven hoog op de agenda staan, ook en vooral
vanwege mogelijke terroristische aanslagen, een mogelijk wereldwijze
grieppandemie en wereldwijde natuurrampen. Naast het versterken van de
regionale en internationale samenwerking is de belangrijkste
doelstelling het verhogen van de slagvaardigheid van de gemeentelijke
en regionale rampenbestrijdingorganisatie door permanente aanpassing
van deze organisatie aan de laatste (technische) ontwikkelingen. Dit
gebeurt met name via het gemeentelijk plan crisismanagement en
(alarmerings)oefeningen.
Gebruikte gegevens
De veiligheidsmonitor is opgesteld met gegevens uit de
Politieregistratie BPS en GIDS (meldingen en aangiften bij de
politie), uit de gemeentelijke Leefbaarheids- en Veiligheidsenquête
(gehouden voorjaar 2004), uit de Politiemonitor Bevolking PMB van 2005
(een landelijke enquete, gehouden door Bureau Intromart over de
beleving van de veiligheid in Breda), uit de Bredase Bedrijvenenquête
(2005) en uit benchmarkgegevens van de 30 grote steden in ons land
(G30).
Breda, 6 oktober 2005
Te downloaden:
* veiligheidsmonitor 2005.pdf
Gemeente Breda