6-10-2005
Onderwerp
Duidelijkheid in aanbesteding openbaar vervoer Noord-Holland Noord
Marjan Hoenson
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBB) heeft Gedeputeerde
Staten van Noord-Holland in het gelijk gesteld in het geschil met
vervoerder Arriva over de aanbesteding van het openbaar vervoer in
Noord-Holland Noord.
Met de uitspraak van het CBB is een einde gekomen aan een sinds 2002
slepende kwestie. Arriva Personenvervoer BV heeft destijds bij het
CBB beroep aangetekend omdat Gedeputeerde Staten bij de
aanbestedingsprocedure de offerte van het bedrijf terzijde hebben
gelegd.
Het CBB concludeert in zijn uitspraak van eind september jl. dat
Gedeputeerde Staten die mede optraden namens het gemeentebestuur van
Alkmaar, dit besluit op goede gronden hebben genomen en zorgvuldig
te werk zijn gegaan.
In 2002 hebben GS en B&W van Alkmaar gezamenlijk de concessies voor
het busvervoer in Noord-Holland Noord en Alkmaar aanbesteed. Drie
vervoerbedrijven waaronder Arriva dienden hiervoor een offerte in.
De offerte van Arriva voldeed echter niet aan de eisen uit de
offerteaanvraag. Arriva ging uit van een lager aantal over te nemen
personeelsleden dan in de offerteaanvraag was opgegeven. Hierdoor kon
het dagelijks bestuur van de provincie de offerte van Arriva niet
beoordelen, omdat die immers niet vergelijkbaar was met die van
andere kandidaten. GS restte niets anders dan de offerte terzijde te
leggen. Arriva heeft hiertegen bezwaar bij GS en later beroep bij het
CBS aangetekend.. Zij beweerde dat de offerteaanvraag met de
personeelsopgave niet voldeed aan de wettelijke eisen. Dat laatste
werd weerlegd door het CBB mede omdat de juistheid van de
personeelsopgave beoordeeld is door een onafhankelijke deskundige.
Connexxion , die winnaar werd van de aanbesteding in 2002 , kan het
openbaar vervoer in Noord-Holland Noord en Alkmaar tot december 2008
blijven uitvoeren.
Provincie Noord-Holland