Gemeente Barendrecht

Persbericht Gemeente Barendrecht

Gerechtshof stelt gemeente Barendrecht in het gelijk

BARENDRECHT (6 oktober 2005) ­ Het gerechtshof in Den Haag heeft op donderdag 29 september uitspraak gedaan in het hoger beroep dat de gemeente Barendrecht heeft aangespannen tegen Adri- aan van Erk Projecten b.v. Het hoger beroep gaat over een overeenkomst die de gemeente Barend- recht en projectontwikkelaar Adriaan van Erk in 1996 hebben gesloten met betrekking tot grondver- werving en realisering van nieuwbouwwoningen in Barendrecht-Carnisselande. Hoewel de rechtbank in eerste instantie Adriaan van Erk Projecten b.v. in het gelijk heeft gesteld, heeft het gerechtshof in hoger beroep anders beslist en de gemeente in het gelijk gesteld.

In 1996 hebben de gemeente Barendrecht en Adriaan van Erk Projecten onder meer afspraken gemaakt over het aantal te bouwen woningen en de prijscategorieën waarbinnen de te realiseren woningen moeten vallen. Bij de uitvoering van de afspraken, is tussen de gemeente en Adriaan van Erk een meningsverschil ontstaan. Ten eerste is de gemeente van mening dat de indexering van de verkoopprijs van de woningen tot gevolg moet hebben dat de door Adriaan van Erk aan de gemeente te betalen kavelprijzen eveneens geïndexeerd moeten worden. Het komt er op neer dat wanneer de totale verkoopprijs van een woning stijgt, de kavelprijs ook moet worden geïndexeerd. Het gerechtshof stelt de gemeente hierin in het gelijk.

Daarnaast is de gemeente van mening dat de grondprijzen extra verhoogd moeten worden, omdat duurdere woningen zijn gebouwd dan aanvankelijk was voorzien. Dit komt door een aanpassing van de voor de regio Rotterdam geldende volkshuisvestingsgrenzen. Ook op dit punt geeft het gerechtshof de gemeente gelijk. Wel stelt zij dat de gemeente en Adriaan van Erk met betrekking tot dit laatste punt in onderling overleg tot over- eenstemming moeten komen over een redelijke prijsstijging.

Tevreden
De daadwerkelijke financiële gevolgen voor de gemeente zijn nog niet duidelijk, wel staat vast dat de uitspraak tot een aanzienlijk voordeel zal leiden. In een eerste reactie geeft wethouder Ett Schoehuizen (Economische Zaken) aan zeer tevreden te zijn over de uitkomst van het hoger beroep.

Noot voor de pers,