Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties
Persbericht ministerraad
7 oktober 2005
KADERSTELLENDE VISIE OP TOEZICHT
De ministerraad heeft op voorstel van minister Pechtold voor Bestuurlijke
Vernieuwing en Koninkrijksrelaties (BVK) ingestemd met toezending aan de
Tweede Kamer van de nieuwe kabinetsvisie op toezicht vanuit de
rijksoverheid. De visie was aangekondigd in het Actieprogramma Andere
Overheid. Bij de vernieuwing van het toezicht staan meer vertrouwen in
anderen dan de overheid en het aanvaarden van risico's in de samenleving
centraal. Heldere keuzes over waar de overheid wel en niet toezicht houdt,
zijn daarbij van belang. Voor het interbestuurlijk toezicht volgt nog een
afzonderlijk kabinetsstandpunt.
Meer dan voorheen is het zaak oog te hebben voor het feit dat de overheid
niet alle risico's kan beheersen. Welke risico's willen we wel en welke
willen we niet aanvaarden. Regels en toezicht kunnen incidenten niet
voorkomen, hoe schrijnend de gevolgen soms ook kunnen zijn. Zo bestaat ook
na de maatregelen als gevolg van de watersnood uit 1953 nog steeds een kans
op overstromingen. Ook de strengere naleving van de regels over vuurwerk en
brandveiligheid sluiten nieuwe ongelukken niet uit. Verder richt de
discussie zich na incidenten te snel op de rol van de overheid. Vergeten
wordt dan dat anderen de verantwoordelijkheid dragen: de cafébaas die lege
vaten voor de nooduitgang plaatst, de bouwer van een onveilig balkon, de
leverancier van bedorven etenswaar of de fabrikant van gevaarlijk
speelgoed. Die anderen behoren ook te worden aangesproken als zij onnodig
risico veroorzaken. De overheid heeft een rol om burgers te beschermen
tegen risico's die zij zelf niet kunnen beheersen. Heldere en kenbare
keuzes over waar de overheid wel en geen toezicht houdt en welke risico's
wel of niet worden aanvaard zijn daarbij van belang.
De kabinetsvisie bevat zes principes van goed toezicht. Goed toezicht is
selectief, slagvaardig en samenwerkend. Het is daarnaast onafhankelijk,
transparant en professioneel. Selectief toezicht betekent het aantonen van
nut en noodzaak, het uitleggen van keuzes en het gebruik van
risicomanagement. Slagvaardig toezicht betekent zacht optreden waar het kan
en hard waar het moet vanuit een zakelijke benadering. Samenwerkend
toezicht heeft als uitgangspunt dat burgers en bedrijven zo min mogelijk
last hebben van toezicht. Toezichthouders gaan daarvoor meer samenwerken en
maken daarover afspraken. Onafhankelijk toezicht houdt in dat
toezichthouders los van beïnvloeding door politiek, onder toezicht staande
of andere belanghebbenden hun werk moeten kunnen doen. Transparant toezicht
betekent het uitleggen van keuzes, het openbaar maken van
toezichtbevindingen en een verantwoording achteraf. Professioneel toezicht
gaat ervan uit dat toezichthouders zich voortdurend op het niveau van
individu, organisatie en beroepsgroep blijven ontwikkelen.
Alle ministers gaan samen met hun toezichthouders het toezicht op hun
terrein op basis van de kabinetsvisie vernieuwen. Zij geven de komende twee
jaar in toezichtsvisies aan hoe zij zorgdragen voor goed toezicht. De
minister voor BVK houdt de algehele voortgang in de gaten en zal de Tweede
Kamer aan het eind van 2006 en aan het eind van 2007 informeren.
Het kabinet wil een forse vermindering van de toezichtslast bij bedrijven
en instellingen tot stand brengen door betere samenwerking tussen
rijksinspecties. Voor de vervolgaanpak van een geslaagde proef met
samenwerking tussen rijksinspecties zal een aantal aansprekende terreinen
voor deze samenwerking worden gekozen. De minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is bereid gevonden dit project in de
komende periode verder vorm geven. Het resultaat wordt in het najaar van
2007 opgeleverd.
Het kabinet blijft nadenken over de vraag welke veranderingen in de
verantwoordelijkheidsverdeling tussen overheid en samenleving noodzakelijk
zijn om tot een radicale vermindering van het toezicht te komen. Het
kabinet voert daarom een toekomstverkenning uit naar de voorwaarden en
gevolgen van een herordening van het rijkstoezicht. De opdracht voor de
verkenning is om buiten bestaande kaders te durven denken. De resultaten
kunnen worden betrokken bij de komende kabinetsformatie en zullen uiterlijk
Ministerie van Algemene Zaken