Flevoland, 7 oktober 2005

Statenbrede motie als reactie op uitspraken 2e Kamer

Jeugdzorg niet gebaat bij structuurdiscussie

Met de aanname van een motie heeft Provinciale Staten van Flevoland op 6 oktober gereageerd op de in 2e Kamer aangenomen motie (nr. 9 .d.d. 22 september 2005) met betrekking tot de financiering van de jeugdzorg. De Statenmotie kwam tot stand op initiatief van de PvdA fractie en werd mede-ingediend door de CDA fractie. Tijdens de vergadering benadrukte PS dat de zorgen naar aanleiding van de Kamermotie liggen bij de Jeugdzorg en wijzigde de motie staande de vergadering in die zin. Toegevoegd werd het punt dat de sector jeugdzorg op dit moment niet is gebaat bij een structuurdiscussie.

Met deze wijziging heeft PS van Flevoland uitgesproken:
o dat de provincies door invoering van de Wet op de Jeugdzorg per 1 januari 2005 een allesbehalve adequaat geregeld beleidsterrein hebben opgedragen gekregen.
o dat de provincies een faire kans verdienen om hun recentelijk toegekende regierol waar te maken.
o dat binnen de huidige taakstelling in nauw overleg met de gemeenten ook voldoende aandacht wordt gegeven aan preventief jeugdbeleid.
o dat de sector jeugdzorg op dit moment ook niet is gebaat bij een structuurdiscussie.
o dat deze ingreep van de rijksoverheid overigens ook geen recht doet aan de consistentie van ingezet beleid

De PvdA fractie stelt vast dat de 2e Kamer wel heel snel, 9 maanden na invoering van de Wet op de Jeugdzorg, is met het constateren dat de jeugdzorg bij de provincies niet in goede handen is.

Noot voor de redactie,