Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Contactpersoon

Datum
11 oktober 2005
Ons kenmerk
DGW 2005/1413
Doorkiesnummer

Bijlage(n)
2 (bijlage 2 apart verzonden)
Uw kenmerk

-
Onderwerp
Technische briefing TK 14 juni 2005 en Werkprogramma WB21/KRW

Geachte voorzitter,

Hierbij zenden wij u hierbij ter informatie het Werkprogramma WB21/KRW 2005- 2009. Dit werkprogramma is in het LBOW vastgesteld op 18 april 2005 en heeft als doel de

intentie van alle betrokken bestuurslagen te bekrachtigen om via coördinatie en afstemming tijdig te voldoen aan de wettelijke verplichtingen van de Europese Kaderrichtlijn

Water (KRW) en aan de nationale afspraken over het uitvoeren van het Waterbeheer

21e eeuw (WB21).

Tevens heeft op 14 juni 2005 een technische briefing plaatsgevonden over de imple-mentatie van de Europese Kaderrichtlijn Water met een viertal leden van de

Vaste Commissie voor Verkeer en Waterstaat. Bijgaand treft u het verslag aan van deze bijeenkomst. De sheets die tijdens deze bijeenkomst zijn gepresenteerd zijn per mail verzonden aan de commissieleden.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

mw drs M.H. Schultz van Haegen
Deelnemers Afschrift aan
Leden Vaste Commissie V&W
dhr. Geluk (VVD)
dhr. Boelhouwer + medewerker (PVDA)
dhr. v.d. Staaij (SGP)
dhr. Hermans + medewerker (LPF)
dhr. Roovers (Griffier)
Afgemeld: dhr. Van Lith (CDA)

DGW: Peters, Verhulst, v. Dijk, Mak, v. Wijngaarden, Bosma LNV: Hemke
VROM: de Roos
Leden van:
LBOW
Regiegroep Water
Agenda Overleg Water

DGW-intern:
Team NBW
Team stroomgebieden

|                                    |                        |
|                                    |                        |
|Verslag van                         |Nummer                  |
|Technische briefing TK KRW          |                        |
|Datum verslag                       |Opgemaakt door          |
|20 juni 2005                        |Marjolein van           |
|                                    |Wijngaarden             |
|Datum bespreking                    |Doorkiesnummer          |
|14 juni 2005                        |8493                    |
|                                    |Bijlage(n)              |
|                                    |-                       |
|                                    |                        |
|                                    |                        |
Noot vooraf: Dit verslag geeft de gevoerde discussie weer; in de bijlage zijn korte samenvattingen van de presentaties opgenomen. De powerpoint- presentaties zijn eveneens beschikbaar en separaat per e-mail verzonden.


1. Het werkprogramma KRW/WB21 2005-2009
Jaap Verhulst ; programmamanager NBW

VVD wijst op moment kabinetswisseling mei 2007. Dan is de Nota 2006 behandeld, geeft deze al voldoende zicht op belangrijkste kwesties? DGW bevestigt dat daarmee rekening is gehouden.

SGP vraagt naar de internationale afstemming
DGW licht toe dat deze twee vormen kent: 1) bilateraal grensoverschrijdend met buurlanden. Nederland heeft daarin m.n. met Duitsland een goede werkrelatie. 2) In de internationale stroomgebieden hebben de riviercommissies het voortouw in het opstellen van een werkprogramma. Op deze wijze wordt de werkwijze, planning en produkten met die op nationaal (en regionaal) niveau afgestemd.

PVDA vraagt naar rol van de EC: op welke momenten kan zij interveniëren? Wat betekent dit voor de rol van de TK in het proces? DGW geeft aan dat dit in formele zijn pas in 2009 met de stroomgebiedbeheers-plannen zal zijn. Er vindt echter continue afstemming, EU-breed, plaats voor gezamenlijke aanpak van specifieke thema's d.m.v. het opstellen van richtsnoeren. Tussentijds zal de TK ook over knelpunten worden geïnformeerd, o.a. in het proces van de Decembernota's.

Juist omdat de finale 'goedkeuring' van de EC pas na 2009 verwacht kan worden, wordt er tussentijds bilateraal overleg met de Commissie geëntameerd. Dit is bijv. de inzet n.a.v. de rapportages, zoals die recentelijk zijn ingediend. De Staatssecretaris heeft voorgesteld daarover met de Eurocommissaris in gesprek te willen gaan.


1. De eerste stap uit het werkprogramma: de Nota 2005 Willem Mak, Projectleider Nota 2005

PVDA vraagt zich af wanneer er nou echt iets gebeurt in het water; moeten we daarvoor tot (ver) na 2009 wachten? VVD vraagt daarbij naar welk tijdstip maatregelen nou exact genomen dienen te zijn.

DGW geeft aan dat ruim voor 2009 die maatregelen in beeld gebracht worden die 'altijd goed' zijn. Deze zullen ook eerder in uitvoering worden gebracht, echter wel voor zover dat binnen de vigerende financiële kaders past. Een goed voorbeeld zijn maatregelen die nu al voor WB21 zijn voorzien en die tevens bijdragen aan de doelen van de KRW.

SGP vraagt naar de ziens- en werkwijze t.a.v. doelverlaging en termijnverlenging
DGW geeft aan dat ook hierover internationale afstemming plaats vindt d.m.v. het opstellen van een zgn. Horizontal Guidance. Er zijn dus wel 'regels' die gevolgd moeten worden. Inmiddels blijkt dat voor de meeste lidstaten het toepassen van een dergelijke clausule wel eens zeer frequent aan de orde zou kunnen zijn. Zo ook voor Nederland. Het is daarbij belangrijk om zowel naar kosten als baten te kijken en de afweging daarin te maken in een transparant proces, met betrokkenheid van de maatschappij. Daarom wordt nu ook z.s.m. gestart met het in beeld brengen van bandbreedtes.

VVD vraagt naar de kans dat de EC deze werkwijze niet accepteert; hoe beoordeelt zij verschillen in implementatie tussen de lidstaten? DGW licht toe dat door het samen met alle andere lidstaten en de EU- commissie opstellen van de richtsnoeren deze kans aanzienlijk wordt verkleind. Daarbij geldt dat voor deze richtlijn niet vooraf om 'toestemming' moet worden gevraagd, maar dat de EC achteraf zal moeten aantonen dat de gevolgde procedure/afweging niet juist is. Dit in tegenstelling tot de procedure zoals die bijv. gevolgd wordt voor de nitraatrichtlijn.

PVDA stelt dat het beeld dat Nederland als enige land voortvarend aan de slag is, blijkbaar niet meer aan de orde is.
DGW bevestigd deze zienswijze, en geeft aan dat veel problemen zeer herkenbaar zijn voor de lidstaten EU-breed.


1. De Maatschappelijke Kosten en Baten Analyse (MKBA) Sjoerd van Dijk, Deelprogrammaleider KRW bij DGW

LPF vraagt naar de reden om 1 CPB-scenario te kiezen. DGW geeft aan dat door meerdere scenario's te nemen het aantal varianten groot wordt. De onzekerheidsmarges zijn dan dermate groot dat een goede discussie over de uitkomsten wordt bemoeilijkt. Dit komt de transparantie in het proces niet ten goede.

PVDA vraagt naar het moment waarop de bandbreedtes van de kosten en baten daadwerkelijk in beeld gaan komen. Al op Prinsjesdag 2005? DGW licht toe dat overeenkomstig de politieke toezegging dit in December 2005 zal plaats vinden.
VVD vraagt hoe de samenwerking tussen de departementen loopt? Eveneens wordt geïnformeerd naar de afstemming met lagere overheden. DGW geeft aan dat de samenwerking met m.n. LNV en VROM intensief is. EZ raakt inmiddels ook nauwer betrokken. Op (hoog)ambtelijk niveau zijn alle partijen betrokken in de zgn. Regiegroep Water.

Ten aanzien van de afstemming met de regio wijst DGW erop dat dit complexe proces feitelijk 6 bestuurslagen (van EU tot lokaal) treft, die allen betrokken zijn d.m.v. het opgestelde werkprogramma. Specifiek ten aanzien van de gemeenten wordt er gewerkt aan een stimuleringsprogramma om ook deze bestuurslaag beter te betrekken.

Het gehele proces kan echter enkel slagen als elk van deze lagen zijn 'deel van de klus pakt'. Dat vraagt toch ook om het doorbreken van een bestuurlijke non-interventie-cultuur. De Nota's zijn dan ook bedoeld om de discussie te structureren en er druk op te houden.

SGP vraagt naar welke instrumenten er ter beschikking staan om in te grijpen als samenwerking niet loopt.
DGW geeft aan dat er in de implementatie wet reeds is voorzien in de benodigde instrumenten en dat in een parallel juridisch spoor aan de IWW en AmvBs wordt gewerkt om verder te optimaliseren.

VVD vraagt naar hoeveel committent van de koepels benodigd is om in het LBOW besluiten te kunnen nemen over de decembernota's. DGW geeft aan dat dit Rijksnota's zijn, waarbij er naar maximale bestuurlijke ondersteuning wordt gezocht. Echter de Staatssecretaris blijft de verantwoordelijke autoriteit voor het doorvoeren ervan.

VVD vraagt naar het 'imago' dat Nederland heeft bij de EC. DGW geeft aan dat we met de verlate wetswijziging wat achterliepen op het scorebord', maar dat we nu dat in elk geval wel geregeld hebben. Ook zijn de rapportages tijdig vastgesteld en inmiddels gerapporteerd. In het proces voor de komende jaren loopt Frankrijk vooraan en heeft ook Nederland met de Nota-structuur het proces versneld t.o.v. de formele deadlines uit de KRW. Getracht wordt internationaal hier meer steun voor te krijgen. M.n.de implementatie in Vlaanderen is daarin weinig voortvarend. VVD stelt voor deze kwestie via het Beneluxparlement een keer te agenderen. Evaluatie

Na afloop van de sessie wordt door de Kamerleden aangegeven dat zij het prettig vinden op deze wijze geïnformeerd en betrokken te worden. De zorgen zijn groot, de materie complex en een dergelijke sessie geeft duidelijk meer inzicht. Voorgesteld wordt om voorafgaand aan de politieke behandeling van Decembernota 2005 een dergelijke technische sessie te organiseren.

Afgesproken wordt dat van de sessie een kort verslag wordt gemaakt en dat deze met de sheets aan alle aanwezigen wordt verspreid. BIjlage 1 Korte inhoud presentaties

Het werkprogramma KRW/WB21 2005-2009
Jaap Verhulst ; programmamanager NBW

Volgens het Nationaal Bestuursakkoord Water en de implementatie van de KRW dient in 2015 het watersysteem op orde te zijn (kwaliteit en kwantiteit). Daartoe dient in 2009 een stroomgebiedbeheersplan met doelen en maatregelen gereed te zijn. Om dit proces in goede banen te leiden is er een werkprogramma opgesteld. Dit beschrijft de producten, de planning, de besluitvorming en de organisatie van het proces nationaal en regionaal tussen 2005 en 2009. Daarin komt eveneens aan de orde welke belangrijke politieke momenten er wanneer te verwachten zijn. Dit werkprogramma bekrachtigt de intentie van alle betrokken bestuurslagen om via coördinatie en afstemming tijdig te voldoen aan de wettelijke verplichtingen van de KRW en aan de nationale afspraken voor WB21, zoals vastgelegd in het NBW.

Belangrijk is te realiseren dat het planstelsel van het bekende 'haasje over' naar een proces gaat dat gelijktijdig loopt en wel op stroomgebiedniveau. Gewerkt zal worden met operationele, afrekenbare doelen en maatregelen. De werkwijze is daarbij van grof naar fijn en is op landelijk niveau opgeknipt in drie momenten voor tussentijdse uitwisseling en besluitvorming. In 3 rijksnota's wordt in december 2005, 2006 en 2007 de totale opgave voor het waterbeleid in beeld gebracht met de keuzes over doelen, maatregelen, termijnen voor de uitvoering en de taakverdeling. De staatssecretaris van VenW stelt de stroomgebiedbeheersplannen en de decembernota's vast. Besluitvorming vind plaats in het Huis van Thorbecke, echter voor afstemming en coördinatie is een aparte hulpstructuur opgezet op zowel ambtelijk als bestuurlijk niveau. Politiek debat zal mogelijk zijn over de volgende onderwerpen:
Decembernota's (jaarlijks december 2005, 2006, 2007) Concept stroomgebiedsbeheersplan (2008)
Voortgangsrapportage NBW (jaarlijks, mei)

De eerste stap uit het werkprogramma: de Nota 2005 Willem Mak, Projectleider Nota 2005

Het doel van de decembernota 2005 is het trechteren en richten van het werkproces zowel nationaal als regionaal. Hiermee wordt gezorgd voor een tijdige internationaal agendering en wordt de maatschappelijke en politiek- bestuurlijke discussie over doelen, kosten en baten gestart.

In het proces naar 2009 zal er een cyclisch proces plaats vinden waarin er van doelen naar opgave, naar maatregelen, naar kosten en baten en weer terug naar doelen wordt gewerkt. De kern van de nota zal zijn het in beeld brengen van:
Maatregelen huidig beleid 2005 -2009 en resterende opgave Bandbreedtes en oplossingsrichtingen
Kosten & baten
Consequenties voor bestuurslagen en sectoren
Doelen worden op verschillende niveaus vastgesteld. De WB21 doelen worden nationaal, regionaal en soms ook lokaal bepaald. De KRW bevat weinig echt geconcretiseerde doelen, maar spelregels over welke doelen bepaald moeten worden en hoe dit moet gebeuren. Afgezien van de normen voor prioritaire stoffen en enkele normen voor grondwater worden er geen normen op europees niveau vastgelegd. Concrete doelen en normen worden bepaald op het niveau van stroomgebied, nationaal en vaak ook regionaal. Er is daardoor nationaal en regionaal nog ruimte, bijv. bij het vaststellen van de ecologische doelen per waterlichaam.

De Nota 2005 zal de bandbreedte geven van de maatregelen die er genomen kunnen worden, waarbij als vertrekpunt de doelen uit het huidig beleid worden gehanteerd. De onderrand is het minimum pakket aan te nemen maatregelen; de bovenrand zijn die maatregelen die afvallen in verdere analyse.

Samenvattend zal het volgens tijdspad worden aangehouden:
1. 2005: inzet huidig beleid ("altijd goed"-maatregelen) Bandbreedtes maatregelen en oplossingsrichtingen

1. 2006: Voorlopige doelen
Maatregelen op hoofdlijnen (totale opgave in beeld)
1. 2007: Doelen en maatregelen regionaal uitgewerkt (wie doet wat)
2. 2008: Ontwerp nationale nota en regionale "waterplannen" Concept stroomgebiedbeheersplan en maatregelenprogramma
1. 2009: nationale nota en regionale "waterplannen" Stroomgebiedbeheersplan en maatregelenprogramma

De Maatschappelijke Kosten en Baten Analyse (MKBA) Sjoerd van Dijk, Deelprogrammaleider KRW bij DGW

Het CPB heeft aangegeven dat kosten en baten niet los kunnen worden gezien van doelen en maatregelen. Derhalve wordt de MKBA gepresenteerd als de 'Maatschappelijke Kosten van maatregelen en Maatschappelijke Baten van de doelen'. Omdat de KRW ruimte geeft om zelf de doelen en maatregelen vast te stellen en daarbij een heldere afweging tussen kosten en baten vraagt wordt een MKBA uitgevoerd. De trechtering van deze MKBA loopt parallel met die van het Stroomgebiedbeheersplan. De eerste bandbreedtes komen in de Nota 2005.

Gegeven de onzekerheid om de toekomst te voorspellen sluit deze MKBA aan bij de scenario's van het CPB. Om de materie enigszins te vereenvoudigen wordt met slechts 1 CPB scenario gewerkt: het zgn. 'Strong Europe'.

Het in beeld brengen van m.n. de baten voor het milieu is een lastige kwestie. Waar in elk geval rekening mee gehouden kan worden zijn de baten van vermeden kosten (drinkwater), de betere kwaliteit van het milieu, indirecte economische baten (recreatie) en de waardering van de leefomgeving. De Nederlandse inzet is daarbij een levelplayingfield, dus zonder invloed op concurrentie positie.
Samenvattend wordt voor het volgende tijdpad gekozen: 2005: BANDBREEDTES kosten en baten
2006: STRATEGISCHE MKBA
2007: REGIONALE UITWERKING MKBA, LANDELIJKE ANALYSE 2008: ECONOMISCHE EFFECTEN SGBP