Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk
05-SZW-B-161 AV/A&Z/2005/80907
Onderwerp Datum
inzetten bijstandsmoeders in de buitenschoolse 11 oktober 2005
opvang
Bij brief van 10 oktober 2005, kenmerk 05-SZW-B-161, verzoekt de vaste commissie van SZW
ten behoeve van het algemeen overleg op 11 oktober 2005 een reactie te geven op het inzetten
van bijstandsmoeders in de buitenschoolse opvang in relatie tot kwaliteit van kinderopvang.
Hieronder zetten wij uiteen hoe alleenstaande ouders in de bijstand werkervaring op kunnen doen
bij of in kunnen stromen als groepsleidster in de buitenschoolse opvang (voor- en naschoolse
opvang).
Uitgangspunt is de kwaliteitsregelgeving van de Wet kinderopvang, zodat de kwaliteit
gewaarborgd is. De kwaliteitseisen zoals geregeld in deze wet gelden ook voor alleenstaande
ouders in de bijstand die een baan of een leer-werktraject binnen de kinderopvang ambiëren. Voor
de opleidingseisen kinderopvang wordt in de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang -die zijn
gebaseerd op het Convenant kwaliteit kinderopvang- verwezen naar de CAO-kinderopvang1.
De extra 200 miljoen die het kabinet voor kinderopvang heeft uitgetrokken geeft een impuls aan
de vraag naar kinderopvang, waardoor er werkgelegenheid in die sector wordt gecreëerd. Naar
verwachting zal een deel van de alleenstaande ouders in de bijstand het vereiste opleidingsniveau
voor groepsleidster kinderopvang hebben. Zij kunnen snel een baan binnen de kinderopvang
accepteren.
De motie Van Aartsen/Bos genereert nieuwe banen bij de buitenschoolse opvang. Ook hier
kunnen bovengenoemde alleenstaande ouders in de bijstand, die al zijn gekwalificeerd, de
1 Het vereiste opleidingsniveau voor een groepsleidster is MBO-SPW niveau 3. Een groot aantal andere
opleidingen kwalificeert voor groepsleidster, zoals onderwijsassistent, kleuterleidster, verpleegkundige,
kinderverzorgster enz. Voor groepleidsters die uitsluitend in de buitenschoolse opvang werkzaam zijn, geldt
daarnaast dat alle sociaal-pedagogische, sociaal-culturele pedagogische, sport/lichamelijke
vormingsopleidingen en opvoedings- en culturele/kunstzinnige vormingsopleidingen op tenminste MBO-3
niveau volstaan (CAO-kinderopvang 2005).
2
benodigde nieuwe banen invullen. Juist voor de groep alleenstaande ouders in de bijstand kunnen
deze banen aantrekkelijk zijn, gezien de beperkte arbeidstijden.
Daarnaast zijn er alleenstaande ouders in de bijstand die door een leer-werktraject voor
groepsleidster kunnen worden voorbereid op de arbeidsmarkt. De Wet werk en bijstand (WWB)
biedt de gemeenten hiervoor een passend instrumentarium. Bij de inzet van dit instrumentarium
zullen gemeenten streven naar maatwerk, rekening houdend met de individuele capaciteiten en
mogelijkheden van de alleenstaande ouder. In dit verband zal de gemeente ook de in de WWB
voorgeschreven afweging maken tussen het belang van arbeidsinschakeling en de invulling die de
alleenstaande ouder wenst te geven aan de zorgplicht. Gemeenten kunnen de alleenstaande ouders
die in de kinderopvang actief zijn een premie geven.
Overigens zijn alleenstaande ouders in de bijstand die een reïntegratietraject volgen één van de
gemeentelijke doelgroepen van de Wet kinderopvang. Als zij gaan werken binnen de
kinderopvang of een leer-werktraject gaan volgen hebben ze zelf ook recht op financiering van het
kinderopvanggebruik. Alleenstaande ouders die arbeid en zorg combineren, hebben ook recht op
financiering van het kinderopvanggebruik op grond van de Wet kinderopvang.
De Minister van Sociale Zaken De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid, en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus) (H.A.L. van Hoof)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid