Veroordeling mariniers wegens in slaap vallen tijdens wacht in Camp
Smitty blijft in stand
's-Gravenhage, 11 oktober 2005 - Op 8 september 2004 heeft de
militaire kamer van het hof Arnhem twee mariniers veroordeeld tot twee
maanden militaire detentie, voorwaardelijk, met een proeftijd van
één jaar en een taakstraf, bestaande uit een werkstraf voor de duur
van 60 dagen wegens het:
âals militair aan zijn schuld te wijten zijn dat hij een bijzondere
verplichting betreffende de waakzaamheid of veiligheid niet vervult,
terwijl als rechtstreeks en onmiddellijk gevolg daarvan schade te
duchten is voor de veiligheidâ. (zie LJN AQ9886)
De twee waren tijdens hun wachtdienst in Camp Smitty, te As Samaha in
Irak, in slaap gevallen.
Namens de mariniers heeft mr. G.G.J. Knoops, advocaat te Amsterdam,
cassatieberoep tegen de uitspraak van het hof Arnhem ingesteld bij de
Hoge Raad.
Op 30 augustus 2005 heeft advocaat-generaal mr. G. Knigge in zijn
conclusie de Hoge Raad geadviseerd het cassatieberoep te verwerpen.
De beide mariniers hadden zich op hun bijzondere positie van
schildwacht beroepen. Die brengt met zich dat men extra
strafrechtelijke bescherming krijgt. Het hof had die stelling
verworpen, omdat men zich juist aan de taak van schildwacht had
onttrokken, door in slaap te vallen. De Hoge Raad heeft het daartegen
gerichte cassatiemiddel van de hand gewezen.
De Hoge Raad heeft op 11 oktober 2005 het cassatieberoep verworpen,
waardoor de door het hof opgelegde straffen definitief zijn geworden.
(Het bovenstaande betreft 2 aparte strafzaken, die inhoudelijk vrijwel
identiek zijn).
(Samenvatting van de griffier van de Hoge Raad buiten
verantwoordelijkheid van de Hoge Raad)
LJ Nummers
AU2052
AU2053
Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 11 oktober 2005 Naar boven
Gerechtelijke organisatie